ColumnAlain Gerlache
2023 is Vivaldi’s laatste kans om te tonen dat België werkt
Alain Gerlache overschouwt de politieke actualiteit. Zijn column verschijnt op maandag.
De vermoeidheid staat elke dag wat meer op het gezicht van Alexander De Croo (Open Vld) te lezen en ook lijkt de Vivaldi-regering ten einde raad. Al wekenlang stapelen de problemen zich op, terwijl cruciale deadlines naderen, te beginnen met een akkoord met Engie over de nucleaire toekomst van België.
Als kerstgeschenk kreeg de premier nog een bijzonder scherpe aanval van PS-voorzitter Paul Magnette te verduren. “Er is een probleem met de werkmethode in deze regering en dat is de laatste weken verergerd. Ik ben zeer boos op Alexander De Croo”, zei hij in een interview met Het Laatste Nieuws (DM 24/12/22). Tot nu toe maakten de coalitiepartners onderling ruzie, maar nu worden de pijlen rechtstreeks op de eerste minister gericht, die er steeds meer als de figuur van de Heilige Sebastiaan uitziet.
Het hoeft dus niet te verbazen dat in de afgelopen dagen geruchten over een val van de regering in de wandelgangen van het Parlement en op de redacties de ronde deden. Kunnen we trouwens nog van een coalitie spreken? De regering heeft nog altijd een meerderheid in het Parlement, maar zonder politiek bindmiddel is ze heel kwetsbaar. Er wordt beweerd dat de sfeer tussen de ministers goed blijft, maar daarvan hangt het overleven of de val van de regering niet af. België is een presidentiële particratie aan het worden waarin alles rond steeds machtiger partijvoorzitters draait. Het is ieder voor zich en soms zelfs ieder voor mij.
Het jaar is bijna uit en de balans van de federale regering voor de afgelopen twaalf maanden is snel gemaakt. Ze heeft de gezondheidscrisis en de energiecrisis redelijk goed doorstaan, en hoewel de sociale onrust over de koopkracht groeit, is de crisis minder acuut dan in andere landen, zoals het Verenigd Koninkrijk of Frankrijk, waar de werknemers niet beschermd worden door de automatische loonindexering. Maar het blijft de vraag hoe de bedrijven de indexschok zullen incasseren in de sectoren waar de lonen pas in januari aangepast worden. Met haar begrotingstekort kreeg de regering een rampzalig Europees rapport en de heibel rond het ontslag van staatssecretaris Eva De Bleeker (Open Vld) kleeft aan de premier zoals de pleister van kapitein Haddock in het Kuifje-album De zaak Zonnebloem.
Maar iedereen zijn pleister. De affaires in het Waals Parlement en het gedwongen ontslag van parlementsvoorzitter Jean-Claude Marcourt (PS) hebben een golf van verontwaardiging in het zuiden van het land veroorzaakt die vooral de PS treft – ook al zijn de socialisten niet de enige verantwoordelijken. Met de terugkeer van de schandaalsfeer rond de Parti Socialiste heeft Paul Magnette geen enkele marge meer in het onderhandelen van de hervormingen op het gebied van pensioenen en fiscaliteit.
Aan de Keizerslaan vreest men meer dan ooit een doorbraak van de PTB bij de volgende verkiezingen. De PS dreigt minder groot te worden dan de communisten, niet zozeer in heel Wallonië maar wel in de historische socialistische bastions. Met name in Charleroi, de thuisbasis van Magnette, en vooral in Luik, dat weer het middelpunt van de schandalen is geworden en waar de extreemlinkse partij door haar voorzitter, Raoul Hedebouw, wordt aangevoerd. Een overwinning van de PTB op de PS, zelfs als ze tot enkele arrondissementen beperkt blijft, zou een politieke aardverschuiving zijn.
Een reden te meer om een val van de regering te vermijden? Voor de Parti Socialiste zeer zeker. Maar niet alleen voor haar. De enige meerderheidspartij die voordeel zou hebben bij vervroegde verkiezingen is Vooruit. In de opiniepeilingen doet de MR het niet slecht, maar minder goed dan de alomtegenwoordigheid van voorzitter Georges-Louis Bouchez in de Vlaamse media zou kunnen laten vermoeden. Op zich zou het ontslag van een ploeg met een zo magere balans geen drama zijn. Maar deze regering heeft bij haar intrede beloofd dat ze zou waarmaken dat het land werkt, ondanks alle problemen waarmee het geconfronteerd wordt. Dat is tot nu toe haar grootste mislukking: ze is het tegengestelde aan het bewijzen.
Vervroegde verkiezingen in 2023 of immobilisme tot in 2024 zouden tonen dat het federale niveau de zwakke schakel van dit land is. Als de regering de kiezers ervan wil overtuigen dat België niet in het slop zit, heeft Vivaldi nog maar één optie: regeren.