ReportageKunstspecial
Voor één keer uit de schaduw: de meesterhelpers achter Berlinde De Bruyckere, Dirk Braeckman en Hans Op de Beeck
Achter elke grote kunstenaar schuilt een helpende hand, of twee, drie, vier. Ze treden voor een keer in the spotlights.
1. De ploeg van Berlinde De Bruyckere
Katrien Driesen (41) is een ancien. Tien jaar geleden belandde zij als administratief medewerker in de studio van kunstenaarskoppel Berlinde De Bruyckere en Peter Buggenhout. Beide kunstenaars zijn beeldhouwers en delen een gigantisch schoolgebouw als atelier. Nu werkt Driesen viervijfde als studio manager en coördineert zij alle communicatie en productie.
“Naast mij hebben Peter en Berlinde beiden twee vaste medewerkers in het atelier”, legt Katrien uit. “Het is een klein team en de mensen die hier werken, doen dat al jaren. We begrijpen elkaar met een half woord. Dat is noodzakelijk. Het creatieproces blijft een intiem en kwetsbaar gebeuren dat niet te veel prikkels van buitenaf verdraagt. Het is aan mij om die te filteren, om de nodige mentale ruimte te garanderen en over de eenzaamheid te waken. Als een sluis tussen binnen en buiten, maar evenzeer om intern de druk te verlichten.”
Het gaat er gemoedelijk aan toe ten huize Buggenhout – De Bruyckere. Elke dag lunchen de kunstenaars samen met de medewerkers. “Artiesten met een vrij beladen oeuvre zoals dat van Peter en Berlinde worden vaak verondersteld getormenteerde zielen te zijn. Dat ervaren wij hier niet zo. Het is eerder een familiaal gebeuren. De hond loopt vrij rond, de kinderen komen langs. Zeer aangenaam maar wel intensief: je zit dicht op elkaars vel. Hier, in het atelier, geraak ik volledig doordrongen van hun wereld. Het vraagt daarna telkens tijd om er afstand van te nemen.”
De wereld van een artiest betreden is boeiend, maar je geeft wel een stuk van jezelf af. “Iets anders doen naast dit werk is moeilijk”, zegt Katrien. “Voor iemand die zelf ambities heeft in de beeldende kunsten, kan dat een struikelblok zijn. Je bent van a tot z betrokken.” De twee vaste medewerkers in het atelier van Berlinde, Anna en Leda, zijn kunstenaars van opleiding maar voelen nog niet de drang een eigen artistiek parcours uit te stippelen. Zij vinden net soelaas in de gedachte dat Berlinde de eindverantwoordelijkheid draagt. Verder zijn zij geflatteerd om voor Berlinde te werken. Alle medewerkers zijn vrouwen. Een bewuste keuze om de rust te bewaren. “Het is hier een beetje een klooster”, lacht Katrien.
Voor een artiest werken is je dienstbaar opstellen, zonder dat er daarom een totalitaire sfeer heerst. “Berlinde deelt veel en betrekt me vaak vanaf het eerste moment. Als haar iets inspireert, stuurt ze dat meteen. Daardoor stap ik altijd vanaf het begin mee in het verhaal, dat is heel bijzonder.”
Ruimte
“Onderling bespreken we veel. Berlinde geeft ruimte. Ze luistert en absorbeert zonder ooit haar eigen hand te verliezen. Het privilege vrijuit te spreken, komt met de plicht hier zorgzaam mee om te springen. Als Berlinde met een blokkade zit en ik zie een oplossing vanuit haar standpunt, zal ik dat voorstellen. Maar als ik denk: persoonlijk zou ik het zo doen, zwijg ik. Je moet weten wanneer je klein te maken en er steeds over waken de bril van de artiest op te zetten.”
Het volledig ten dienste staan van een concept dat niet het jouwe is, kan voor sommigen moeilijk zijn. Trots is des mensen. De nood om elke vorm van inbreng erkend te zien, moet je loslaten. “Bij de voorbereiding van een expo werk je met een heel team intens samen. Zolang dat duurt, is het ‘ons’ project. Zodra de show opent, geef je dat af. Dan wordt het Berlindes verhaal, niet meer het ‘onze’. Ik doe dat altijd met veel plezier. Hoeveel handen er ook mee gemoeid zijn, het zijn de kunstenaars die het werk maken. Als Berlinde even vastzit, dan stopt alles. Zonder Berlinde is er niets.”
2. Simon Bultynck, de assistent van Dirk Braeckman
Sinds november 2017 werkt Simon Bultynck (26) als een van de drie assistenten van de wereldvermaarde kunstenaar Dirk Braeckman. “Sarah ontfermt zich vooral over de realisatie van de werken, Griet werkt sinds kort mee in de studio en ik zorg voor de communicatie en planning”, vertelt Simon. “Ik ben zowat zijn wandelende agenda.”
Toen hij werd aangenomen, had hij nul ervaring. “En dat terwijl de Biënnale van Venetië (Braeckman richtte in 2017 het Belgische Paviljoen in, RG) net achter de rug was. Je zou denken dat hij op zo’n belangrijk moment in zijn carrière iemand zoekt met heel wat ervaring, maar bij Dirk staat een persoonlijke klik voorop. We horen elkaar gemiddeld iedere twee à drie dagen. Privé en werk lopen makkelijk in elkaar over, langs beide kanten.”
Braeckman is een echte twijfelaar. “Hij heeft een hekel aan knopen doorhakken. Een kunstenaar die te zeker is van wat hij maakt, roept bij hem vragen op, maar dat neemt niet weg dat hij eigenzinnig is. Hij weet in elk geval steevast wat hij niet wil.” (lacht)
In de kunstwereld staat de kunstenaar officieus te boek als een volleerd chaoot, als zestigjarige met de energie van een zestienjarige. “Op professioneel vlak is vooral Sarah Dirks steun en toeverlaat. Zij bracht als geen ander structuur in het atelier. Dirk schurkt graag tegen de deadline aan: hij moet druk voelen om tot beslissingen te komen. Dan ben ik er om hem nu en dan met de figuurlijke zweep op zijn deadline te wijzen.”
Simon is zelf kunstenaar maar zoekt nog zijn plaats in de kunstwereld. Enerzijds hoopt hij ooit gelijkaardige opportuniteiten te krijgen als Braeckman, anderzijds ziet hij de keerzijde van de medaille. “Op zijn zestigste kreeg hij eindelijk een eerste grote solo expo in Amerika, in The Modern Art Museum of Fort Worth in Texas en op de Biënnale van Venetië . Dat is allemaal fantastisch, maar het ontnuchtert ook. Dirk heeft letterlijk zijn leven voor de kunst gegeven. Hij is een kunstenaar in hart en nieren en een echte einzelgänger.”
Balans
Simon ziet zijn kunstpraktijk graag anders en zoekt naar een evenwichtigere balans in zijn leven. Zoals veel van zijn generatiegenoten stelt Simon een aangenaam leven voorop. Hij laat de romantiek van de getormenteerde kunstenaar liever voor wat het is. “De gedrevenheid van Dirk ligt me na aan het hart, maar zelf heb ik meer nood aan orde, rust en mentale ruimte.”
“Toen ik hier net begon, vertelde Dirks vorige assistent me dat ze maximum twee jaar voor een kunstenaar kon werken. Nu ik anderhalf jaar verder ben, droom ik stilaan van nieuwe uitdagingen. Deze job geeft me niet altijd de ruimte om de juiste afstand te nemen van mijn eigen werk. Het is een tweestrijd die Dirk herkent: je wilt middenin de kunstwereld staan, en soms liefst er zo ver mogelijk vandaan.”
Maar als assistent van Braeckman werken, is uiteraard enorm boeiend. “Ik leer vooral onrechtstreeks uit onze gesprekken, zowel over kunst als over andere zaken. Dirk is heel conceptueel ingesteld en erg sociaal geëngageerd. Die zaken vormen mij ook erg als kunstenaar. Sinds ik hier werk, is mijn idee rond kunst ongetwijfeld bijgesteld. De grootste les is: blijf trouw aan wat je doet en blijf zoeken.”
3. Het team achter Hans Op de Beeck
Nicolas Keppens (29) werkt sinds 2015 intens samen met de multidisciplinaire kunstenaar Hans Op de Beeck, bekend van zijn monochrome, hyperrealistische sculpturen en bevreemdende video’s. “Samen met een vriend werd ik gevraagd hem op zeer korte tijd uit de nood te helpen met de animatiefilm Nighttime”, vertelt hij. “Na die samenwerking, een pittige tweeënhalve week, mocht ik op gesprek komen. Hans zocht een nieuwe medewerker voor de productie van zijn video’s.” En zo geschiedde.
Op de Beeck heeft eigenlijk drie rechterhanden. Nicolas: “Per werk kiest hij een assistent, naargelang de aard ervan. Voor videowerk en menselijke sculpturen wendt hij zich tot mij. Tijdens een vergadering legt hij zijn idee uit en dan sla ik aan het schetsen. Mijn taak bestaat er vooral in de ideeën van Hans visueel uit te werken.” Andersom gebeurt het weleens dat Nicolas een idee krijgt en het voorlegt aan Hans. Voor de derde film van Staging Silence bijvoorbeeld, die letterlijk de hand van de maker toont die een haast surreëel landschap, een animatieset, opbouwt. “Zo deden de rijen pralines in een pralinenwinkel me aan de stereotiepe voorsteden van L.A. denken. Hans is op dat idee ingegaan.”
Teren kunstenaars dan op de ideeën van hun assistenten? “Ik kwam op dat idee doordat ik de pralines door de ogen van Hans zag”, stelt Nicolas. “Mocht hij in een vorige film geen chocoladewafels gebruikt hebben om een New Yorks steegje te bouwen, dan had ik daar nooit aan gedacht. Ik teken binnen de lijnen van zijn wereld en hoewel ik ideeën mag aanbrengen, maakt Hans steeds de laatste beweging. Door zijn toevoeging valt alles samen. Ik heb van begin tot einde aan Collector’s House meegewerkt, een installatie van 250 vierkante meter groot. Tijdens het werkproces voelde ik de kracht er niet van, maar toen ik het werk achteraf bezocht, besefte ik: Hans is echt steengoed.”
Op de Beeck trekt terecht het volledige auteurschap naar zich toe. Het gaat om de uitwerking van zijn ideeën. Maar gezien de omvang van de werken, heeft hij wel nood aan een team van negen medewerkers, vrij veel voor een Belgische kunstenaar. Binnen het team heerst geen echte hiërarchie, al richt Hans zich vooral tot Nicolas en de twee andere rechterhanden. “Als hij in België is, zie ik hem dagelijks”, zegt Nicolas. “Wordt er een film gemaakt, zoals Staging Silence, dan fungeert Hans als regisseur en ben ik twee maanden lang heel fysiek zijn assistent. Dat verloopt goed. Hij argumenteert steeds wanneer hij iets wil veranderen en is heel kalm. Er heerst bij hem een heel goede balans tussen status en mens.
Perfectionist
“Als Hans schildert of schrijft, dan werkt hij zeer geconcentreerd en blijft hij eerder afwezig. Verder is hij heel toegankelijk. In het atelier staat de radio op en loopt er volk rond. Hij kan veeleisend zijn, maar legt zich neer bij technische beperkingen. Hij is een perfectionist, maar niet in de zin dat alles exact moet zijn zoals hij in zijn hoofd heeft.” Nicolas werkt viervijfde en creëert ook eigen animatiefilms. Zelf ideeën uitwerken en toch in dienst van een andere kunstenaar werken, daar heeft hij geen problemen mee. “Ik vind het bijna verontrustend dat dat niet voor iedereen evident is. In de ‘echte’ wereld moet je ook voor een baas werken. Ik ben wel blij dat ik heel ander werk maak, eerder kleurrijk en humoristisch. Toch ben ik wel eens paranoïde. Dan kom ik op een idee en denk ik: komt dat nu van mij of van Hans?” (lacht)