Goesting
Tv-chef Sandra Bekkari: "Ik besef dat ik een houdbaarheidsdatum heb"
‘Ik heb ooit op het punt gestaan om mijn voedingsadviesbureau op te geven, omdat ik er niet van kon leven.’ Vandaag verkoopt Sandra Bekkari vlotjes 300.000 boeken van Nooit Meer Diëten en heeft ze haar eigen kookprogramma op VTM. De ranke West-Vlaamse is een ‘merk’ geworden en verdient daar goed haar (spelt)brood mee. ‘Maar een harde zakenvrouw zal ik nooit zijn: daarvoor onderhandel ik niet goed genoeg', bekent ze aan Goesting Magazine.
Enkele maanden geleden was ze nog relatief onbekend, tegenwoordig is ze de vaste metgezel in tienduizenden Vlaamse keukens. In Open Keuken op VTM deelt voedingscoach Sandra Bekkari elke avond haar gezonde levenswijze – ook wel bekend als de Sana-methode – met kokend Vlaanderen. De stap van haar eigen privépraktijk naar een televisieset was groot, vertelt Bekkari. “Tijdens de eerste opnameweken werd ik compleet uit mijn comfortzone getrokken. Ik vond het heel moeilijk om tegelijk te koken en de camera’s in het oog te houden. Alleen al om een pot uit te gieten, moest ik zoeken naar de juiste houding. (lacht) Pas nu sta ik met minder stress voor de camera.”
Plots ben je een BV. Hoe voelt dat?
“Dat is toch wel even wennen. Ik had nooit verwacht dat ik een eigen tv-programma zou hebben, en al zeker niet op mijn 44ste. Soms stoot mijn dochter mij aan in de winkel: ‘Mama, die mevrouw kijkt naar jou!’ Ook voor mijn omgeving is het een hele aanpassing. Opeens zie ik in een magazine een vakantiefoto van mijn gezin opduiken. Blijkt dat een journalist die van mijn Instagrampagina heeft geplukt. Gelukkig blijft het daar voorlopig bij.”
Wanneer precies heeft jouw verhaal een hoge vlucht genomen?
“In januari hield mijn uitgever een Nooit Meer Diëten-Dag in de Ghelamco Arena in Gent, en dat was een groot succes. Even later was er dan De Grote Discussie met Pascale Naessens in Van Gils & Gasten. Leuk vond ik het niet om op tv te bekvechten, maar het heeft mij wel extra bekendheid opgeleverd. (lacht) Achteraf kreeg ik van veel mensen te horen: ‘Amai, je bent zo rustig en vriendelijk gebleven.’ Ik had het liever anders gezien, voor alle duidelijkheid.”
Kunnen jij en Pascale nu door één deur, of ligt het nog altijd gevoelig?
(weifelt) “Goh, het is natuurlijk niet tof wat er toen gebeurd is. We hebben het nadien gelukkig uitgepraat en ze heeft ook haar excuses aangeboden. Die discussie op tv had niet mogen gebeuren, maar ik begrijp het wel. Pascale had op dat moment al veel kritiek gekregen, onder meer over de eetstoornissen die zij zogezegd mee in de hand zou werken. En toen kwamen ze bij Van Gils & Gasten opeens met mij aandraven. Ik denk dat zij toen dacht: ‘Oh nee, niet weer.’ We delen nochtans in grote lijnen dezelfde boodschap: dat lekker en gezond eten perfect samengaan. Maar het is nu ook niet dat we de beste vriendinnen zijn.”
Zij vindt ongetwijfeld dat je in haar vaarwater komt.
“Misschien. Maar ze kent mijn voedingsmethode al lang – ook al beweert ze zelf van niet. (fijntjes) Mijn eerste boek is zelfs uitgekomen vóór haar eerste boek. Gezond & Slank heette het, en de Sana-methode stond er toen al in beschreven. Soms krijg ik het verwijt dat ik de 80/20-regel zou hebben afgekeken van Pascale Naessens. Terwijl ik in mijn allereerste boek al schreef over de verhouding 80% gezond eten, 20% ‘zondig’. De visies van Pascale en mij kunnen perfect naast elkaar bestaan. De publicatie van onze boeken ligt ver uit elkaar – zij aan het eind van de zomer, ik in de winter. Dat is een bewuste keuze en ik wil het ook zo houden.”
Ben je het beu om voortdurend met haar vergeleken te worden?
“Soms wel, ja. Net zoals ze mij ook continu uitspelen tegenover Jeroen Meus. Dat is typisch Vlaams, vrees ik. Als de ene succesvol is, is dat not done ten opzichte van de andere. Je moet precies partij kiezen, terwijl er genoeg ruimte is voor iedereen. Maak vandaag een gerechtje van Jeroen klaar, morgen een recept van Pascale en overmorgen iets van mij. Wat is daar mis mee?”
Dat is waar, maar Jeroen Meus gooit graag zelf nog olie op het vuur door te zeggen dat hij jouw recepten lekkerder kan klaarmaken dan jijzelf.
“Ik ben inderdaad geen chef-kok van opleiding, maar hoeft dat? Ik denk dat daar net het succes van mijn boeken in schuilt. Ze zijn toegankelijk en spreken veel mensen aan. Ik heb altijd graag in de keuken gestaan en voor mijn gezin gekookt, als mama. Het kan best zijn dat Jeroen beter kan koken, maar daar gaat het niet over. Wat ik doe, is mensen inspireren om lekker en gezond te eten. Daarvoor hoef je geen gediplomeerde chef te zijn. Als de passie voor het koken er maar is.”
Ontplofte agenda
De meeste chefs die op tv komen, zijn mensen met een hoekje af: ze zijn grapppig, stoer, speciaal of brutaal. Tussen de Sergio Hermansen, Jeroen Meuzen en Sofie Dumonts ben jij eigenlijk heel ‘normaal’.
“Ja, maar dat wil ik ook. Ik zou het erg vinden als ze mij bij VTM in een bepaalde rol willen duwen. Ze hebben me echt benadrukt dat ik mezelf moet blijven. Want dat maakt deel uit van het succes van mijn boeken. Sommige kijkers zullen mij misschien te soft vinden, het zij zo. Ik ga me niet anders voordoen dan ik ben.”
Heb je geen schrik dat je er niet genoeg uitspringt?
“Nee, eigenlijk niet. Ik vind het geweldig dat ik deze kans van VTM heb gekregen. Maar ik besef ook dat ik een houdbaarheidsdatum heb. Dat is met alles zo, of het nu om boeken gaat of televisie. Je groeit naar een piek toe en zakt dan weer naar beneden. Zo zit het leven in elkaar.”
Je weet je eigen PR wel goed te verzorgen. Op je persoonlijke Facebookpagina antwoord je haast iedereen persoonlijk.
“Ja, ik doe dat nog allemaal zelf. Ik blijf dat directe contact heel belangrijk vinden. Maar het is niet evident, omdat ik nu veel minder tijd heb. Sinds een halfjaar is mijn agenda ontploft en moet ik sommige dingen loslaten. Niet makkelijk voor een perfectioniste als ik.”
Hoe lang duurt een gemiddelde werkdag op dit moment voor jou?
“Tijdens de opnames van Open Keuken sta ik om half acht ’s ochtends op de set en eindigt de laatste opname om 21 uur. Maar ook buiten de opnames maak ik lange dagen. Als ik niet ergens in Vlaanderen een lezing of workshop aan het geven ben, zit ik thuis aan mijn nieuwe kookboek te werken. Tot en met Kerstmis kan ik mijn vrije dagen op één hand tellen.”
Er zijn al mensen voor minder tegen een burn-out aangelopen.
“Toegegeven, mijn agenda staat nu wat te vol. Ik vind het moeilijk om nee te zeggen. Er zijn bedrijven waar ik al jarenlang mee samenwerk, en die samenwerking kan ik niet loslaten. Ik denk dat ik soms te loyaal ben. Sinds kort beheert iemand van de uitgeverij mijn agenda en hij zegt vaak: ‘Nee Sandra, dat gaan we er niet meer bijnemen.’ (lacht) Ik durf wel te zeggen dat ik een harde werker ben. Ik heb al heel wat vrije zaterdagen in boekhandels doorgebracht om te signeren.”
Pizza Hut
Ze zeggen van West-Vlamingen dat het rasechte ondernemers zijn. Jij lijkt me daar inderdaad geen uitzondering op.
“Ik wijs nochtans haast elke dag aanbiedingen af. Iedereen wil nu een voedingslijn starten met mijn gezicht op de verpakking. Maar ik ga niet zomaar op elk lucratief aanbod in. Soms krijg ik aanvragen waarvan ik denk: dat heeft toch helemaal niets met mij te maken! Zoals alcoholische merken die me vragen om hun uithangbord te worden. Het is een beetje zoals Tia Hellebaut die destijds reclame maakte voor Pizza Hut: dat paste ook niet. Je moet daar echt voorzichtig mee zijn, vind ik.”
Je bent dit jaar gestart met een Sana-foodbox, aan huis geleverd door Foodbag. Dan heb je toch een neus voor commercie?
“Ik heb vooral de juiste personen op het juiste moment ontmoet. Er was een duidelijke vraag naar foodboxen met Sana-gerechten. Ik geloofde daar zelf ook in, maar hoe begin je daaraan? Dat logistieke verhaal is zo complex. En ik ben niet de persoon die al die dingen zelf gaat uitzoeken. Dat ‘grote ondernemen’ zit niet in mij. Het toeval wou echter dat mijn vaste foodfotograaf ook voor een kookboxenleverancier werkte. We hebben een paar keer samengezeten en voilà, de deal was beklonken. Zij de logistiek, ik de recepten.”
Elke ondernemer stoot op hindernissen. Hoe zit dat bij jou?
“Ik leer nog elke dag bij. Mijn grootste les is: niet te snel opgeven. Vijf, zes jaar geleden stond ik op het punt om te stoppen met voedingsadvies te geven. Ik begeleidde wel een aantal particulieren en bedrijven, maar niet voldoende om mijn boterham te verdienen.”
En kijk, vandaag ben je je eigen merk.
“Ja. Maar wel een slechte onderhandelaar. (lacht) Ik geef veel lezingen en mijn vraagprijs lag lange tijd veel te laag. Ik herinner me een lezing vorig jaar, waar bijna 400 man was op afgekomen. Nadien bleef ik nog een hele avond boeken signeren – op het eind was ik békaf. Toen ik wou vertrekken, kwam de organisator dolenthousiast naar me toe: ‘Bedankt Sandra, dankzij de inkomsten van deze avond kunnen we eindelijk die bekende ex-wielrenner uitnodigen!’ Toen ik diens vraagprijs hoorde, viel ik bijna achterover. Sindsdien heb ik mijn tarief toch een beetje opgetrokken.”
“Een beetje”, zeg je. Een harde zakenvrouw zal je nooit worden?
“Nee. Mijn omgeving lacht nog altijd met mijn huidige tarieven. Ze zeggen dat ik makkelijk meer kan vragen, maar daar zou ik me dan weer niet goed bij voelen. Tegelijk krijg ik vaak de opmerking: ‘Je wordt wel heel commercieel, hé. Met jouw kookboxen en zo.’ De mensen moesten eens weten hoeveel aanbiedingen ik afwimpel.”
Als voedingsdeskundige krijg je sowieso veel tegenwind. Ben je daartegen bestand?
“Zeker op sociale media kunnen mensen erg hard uit de hoek komen. Ze vinden al dat ‘gedoe’ rond gezonde voeding maar niets. Het is vreemd, maar voeding ligt erg gevoelig bij het grote publiek. Zo van: kom niet aan mijn eten! Het is een delicaat onderwerp. Soms kan ik het niet laten om door te klikken naar de negatieve commentaren, maar gelukkig halen die me niet uit balans. En ik weet: iedereen die in the picture staat, krijgt ervan langs. Ik onthoud uiteindelijk enkel de vele positieve reacties.”
Romantisch met laptops
Je bent geboren en getogen in Oostende, maar woont nu op het West-Vlaamse platteland. Vind je het jammer om de zee niet meer nabij te hebben?
“Ik mis de zee wel, maar ik kom er nog vaak. Mijn man werkt in Oostende en de opnames van Open Keuken gaan door in De Haan. De zee blijft voor mij elke keer weer thuiskomen. Zet me op het strand en ik kom tot rust. Als kind reed ik vaak met mijn fietsje naar de dijk. De zee was er altijd, ik vond dat normaal. Pas als je er niet meer woont, besef je hoe bijzonder het is.”
Hoe heb je je man eigenlijk leren kennen?
“We zijn allebei van Oostende en kenden elkaar al van ver. Op een feestje sloeg de vlam in de pan. Na vijf jaar is het nog altijd grote liefde: we zijn heel close én elkaars beste vriend. Mijn dochtertje Anna en Peters kinderen Andreas en Josefien vormen onze basis, ons nest. Al de rest is bijzaak. Met de papa van Anna ben ik zestien jaar samen geweest. Uit elkaar gaan was moeilijk, maar er komt altijd een moment dat het weer beter gaat en je opnieuw goed in je vel zit.”
Hebben jullie ooit nog aan een kind van jullie twee gedacht?
“Nee, net als ik heeft Peter het ook erg druk: ’s avonds zitten we vaak tegenover elkaar met onze laptops, lekker romantisch. (lacht) Maar we vinden het wel jammer, ja. Het was erg leuk geweest om nog samen een kindje te hebben. Ach ja, we zijn elkaar in een latere periode van het leven tegengekomen: daar beslis je niet over.”
Sandra Bekkari (44)
- Begeleidt al twintig jaar mensen naar een gezondere levensstijl.
- Ontwikkelde de Sana-methode en een bijhorend netwerk van 35 voedingsdeskundigen en diëtisten.
- Kampeert al 2,5 jaar onafgebroken in de boekentop met haar kookboeken Nooit Meer Diëten 1, 2 en 3 en is nu iedere weekdag te zien op VTM in het kookprogramma Open Keuken.
- Je mag haar altijd wakker maken voor een stukje pure chocolade.
- Kan zich druk maken over “verzuurde mensen die alleen in hun eigen wereldje leven”.
- Komt het meest van al tot rust in haar eigen warme nest, met dochter Anna (12), echtgenoot Peter (51) en zijn kinderen Andreas (22) en Josefien (18).