Schrijver Marcel Proust beantwoordde ze ooit in een vriendenboekje, nu geeft De Morgen er een eigenzinnige draai aan. Vijfentwintig directe vragen, evenveel openhartige antwoorden. Vandaag: zanger en muzikant Sam Bettens (48). Wie is hij in het diepst van zijn gedachten?
1. Hoe oud voelt u zich?
“Qua energie voel ik me goed, maar mijn gewrichten en ligamenten verraden mijn werkelijke ouderdom. Met knieën die al jaren kapot zijn, een schouder die begint te zeuren en een heup die niet meer hetzelfde aanvoelt, wil ik soms dingen doen die niet meer voor mij zijn weggelegd. ’s Morgens opstaan en een plek voelen die je nooit hebt gevoeld: dat steekt.
“Maar mentaal ben ik nog jong. Ik zit boordevol plannen en denk nog niet aan mijn pensioen. De pijntjes neem ik erbij. Het alternatief is stoppen met sporten en dat zit er niet in. Ik bijt door.”
2. Wat vindt u een kenmerkende eigenschap van uzelf?
“Ik ben gedreven en heb veel zelfdiscipline. Elke dag ben ik bezig met fit te zijn en mij mentaal goed te voelen. Het klinkt misschien hardcore of saai, maar ik let nogal op mijn eten – ik ben geen leuke mens om mee op restaurant te gaan. Ik drink amper alcohol en zou elke dag rijst met broccoli kunnen eten. ’s Morgens sta ik vroeg op, soms al om vijf uur, en maak ik tijd voor mezelf. Ik ga wandelen met de honden, trek naar de fitness, ontbijt gezond.
“Heel anti-rock-’n-roll, maar dat verandert als we op tournee zijn. Mijn schema draait dan helemaal om: ik ga om drie uur ’s nachts slapen en blijf tot ’s middags in bed liggen om ’s avonds fris op het podium te staan.”
3. Wat is uw passie?
“De voetafdruk die ik nalaat bij de mensen rond mij. Als iemand tijd met mij doorbrengt, of het nu een dag is of slechts voor een koffie, dan wil ik dat die persoon daarop terugkijkt als een positieve ervaring. Ook als echtgenoot en als papa wil ik iemand zijn die positiviteit uitstraalt. Soms zit dat in kleine dingen. Ik kan erg genieten van een positieve ontmoeting met iemand die ik misschien nooit meer terugzie. Hetzelfde geldt voor winkelpersoneel. De smalltalk die veel Belgen verafschuwen als ze in Amerika zijn, geeft mij net energie.
“Uiteraard is ook muziek een passie, maar muziek is vooral een vehikel naar de mensen rond mij. Het brengt me samen met muzikanten en mijn publiek, maar het brengt me ook dichter bij mezelf.”
4. Is het leven voor u een cadeau?
“Absoluut. Het is een van de redenen waarom ik zo goed voor mezelf zorg. Het is soms moeilijk om naar het nieuws te kijken en te beseffen dat je bij de lucky few bent. Ik ben gezond, gelukkig, blij met mijn job, ik kom rond. Ik wil daar niet te los mee omgaan. Zelfs op de momenten dat ik worstel met dingen en niet goed weet wat de volgende stap is, blijf ik genieten van het leven.
“Dat ik naast de twee kinderen van mijn vrouw met haar ook twee adoptiekinderen heb, beschouw ik niet als een cadeau dat ik hen gegeven heb. Integendeel: ik zie onze adoptiekinderen als een geschenk aan ons. Het klopt dat wij hen een leven geven dat ze zonder ons niet gehad zouden hebben, maar daar sta ik amper bij stil. Ik wil dat mijn kinderen gelukkig zijn en dat ze later iets vinden waar ze hun tanden in kunnen zetten.
“Nog meer dan bij je eigen kinderen wil je met geadopteerde kinderen dat je jezelf in hen terugziet. Je wilt voor hen een leven dat je zelf hebt gehad, omdat ze zo anders zijn dan wij.”
5. Wat was de moeilijkste periode in uw leven?
“Toen mijn vrouw borstkanker had, twee jaar geleden. Gelukkig duurde het maar kort: ze kreeg haar diagnose in het voorjaar, in de zomer werd ze geopereerd. Ze moest geen chemo en bestralingen, tegen de herfst was het voorbij. Maar het waren zware maanden. Alles was kanker, er was niets lichts aan. Mijn vrouw haar zus is op jonge leeftijd gestorven aan borstkanker.
“Het was niet alleen de schok van het woord, maar ook het dagelijkse omgaan met de ziekte. Mijn vrouw was redelijk down en ik moest alles draaiende houden. De kinderen waren negen jaar en werden niet ineens volwassen: ik moest voor hen blijven zorgen. Ik had geen uitlaatklep. Ik wilde zeker niet tegen mijn vrouw klagen en vrienden durfde ik niet via de telefoon lastig te vallen met de vraag of ik even mocht leeglopen.
“Mijn advies aan mensen die als partner kanker meemaken: neem tijd voor jezelf. Ik heb het niet over een week in een wellness gaan zitten, maar zorg dat je met iemand kunt praten. Een vriend, of waarom niet, een therapeut. Zolang je maar niet alleen bent.”
6. Welke kleine alledaagse gebeurtenis kan u blij maken?
“Kleine gebaren. Iemand die iets liefs doet voor een ander, zonder dat die iets moet terugdoen.”
7. Wat biedt u troost?
“Beseffen wat ik heb. Mijn gezin, mijn uitgebreide familie, mijn vriendenkring, het comfort dat we hebben om tijdens de coronapandemie niet te moeten panikeren over geld of ons huis. Het was niet tof dat we niet konden optreden, maar ondertussen zaten we fijn thuis. We konden gaan wandelen in de woestijn, de bergen in trekken, in ons zwembad springen.”
8. Wat is uw zwakte?
“Hoe hard ik ook probeer mezelf te zijn, diep vanbinnen ben ik toch een pleaser en hoop ik dat iedereen mij sympathiek en tof vindt. Eigenlijk is het een beetje zielig dat je die erkenning nodig hebt. Al is dat niet overal: in de muziekwereld voel ik mij comfortabel en ben ik one of the guys. Maar in de mannenwereld, die nieuw is voor mij, voel ik me onzeker. Als iemand dan extra zijn best doet om mij op mijn gemak te stellen of een compliment te geven, maakt dat indruk op mij.
“Ik heb net een cursus bosbrandweer van acht weken achter de rug. De meeste deelnemers waren gasten tussen 22 en 32 jaar. Door mijn leeftijd en zeker als transgender man was dat een intimiderende omgeving en voelde ik de behoefte om mij te bewijzen. Dat is toch erg? Ik zou moeten weten wie ik ben en wat ik kan. Ik voel het ook als ik onder papa’s vertoef die hun hele leven een man zijn geweest. Hoe ze zich gedragen en hoe ze praten, dat zijn subtiliteiten die ik niet beheers en waarschijnlijk nooit zal beheersen, omdat ik nooit een jongen ben geweest. Dat vind ik een zwakte.”
9. Waar hebt u spijt van?
“Ik leef zonder spijt. Als de dingen niet zijn gegaan zoals ik wilde, dan blijf ik daar niet te lang bij stilstaan. Ik zal nooit zeggen dat ik spijt heb van mijn eerste huwelijk (als vrouw met een man, SS), want zonder dat huwelijk zou ik nooit naar Amerika verhuisd zijn. Ik zou mijn vrouw niet hebben leren kennen en ik zou nooit vier kinderen gehad hebben. Ik zou ook al mijn platen opnieuw opnemen zoals ik ze heb opgenomen, al weet ik dat ik bepaalde nummers beter niet had gemaakt. Het was wat het was.
“Tegelijk zijn er momenten die ik heb gemist en waarover ik rouw voel. Hoe leuk zou het niet zijn geweest om een jonge, transgender puber van 16 te zijn geweest en een jonge man te zijn geworden?”
10. Wat is uw grootste angst?
“Zoals elke ouder: een kind verliezen. Ik heb ook een fobie om ziek te worden. Niet ziek-ziek, maar buikgriep-ziek: ik kan er niet tegen om mensen te zien overgeven, laat staan dat ik zelf onwel word. Heel mijn eetpatroon is daarop afgestemd. Het is een beetje bizar, want het voorbije half jaar heb ik mijn ambulanciersdiploma opnieuw gehaald in Californië. Ik ben nu als vrijwilliger aan de slag op een kazerne en mijn allereerste oproep ging over een man met buikpijn. Toen we bij zijn thuis binnenkwamen, zat hij over te geven in een emmer. (lacht) Typisch!”
11. Wanneer hebt u het laatst gehuild?
“Huilen is veel gezegd, maar ik heb snel een krop in de keel bij sportieve hoogtepunten of als de kinderen iets bereikt hebben en blij zijn. Of als ik een filmpje zie van een soldaat die thuiskomt en zijn kinderen verrast op school.
BIO
• geboren op 23 september 1972 in Kapellen • studeerde kunstgeschiedenis in Leuven en fotografie in Gent, maar haakte af • bracht in 1993 als The Choice met broer Gert debuutalbum The Great Subconscious Club uit • trouwde als 20-jarige met een Amerikaanse man, David • brak solo door als Sarah Beth met filmsoundtracks I’m So Lonesome I Could Cry en Why Don’t You Try Me • bracht met K’s Choice in 1995 het album Paradise in Me uit, met hit ‘Not an Addict’ • begon in 2019 aan transitie tot man • echtgenoot van de Amerikaanse Stef Kramer • vader van stiefkinderen Taylor (25) en Justin (23), adoptievader van Jett en Charlie (beiden 10) • richtte in 2019 elektropopgroep Rex Rebel op
“Soms, op onbewaakte momenten, kan het gebeuren dat ik een traan laat: als ik in de natuur aan het wandelen ben en een nummer van Sigur Rós voorbijkomt. Uit ervaring kan ik niet zeggen dat ik minder snel huil nu ik een testosteronbehandeling krijg. Wat ik wel merk, is dat ik sneller kan schakelen. Ik stoot nu misschien veel vrouwen voor het hoofd, maar in een discussie met mijn vrouw zou ik vroeger langer kwaad zijn gebleven. Nu kan ik dat gemakkelijker plaatsen en voortgaan.”
12. Bent u ooit door het lint gegaan?
“Nee. Het ergste wat ik ooit heb gedaan, is een deur te hard dichtslaan. Ik heb ook niet het gevoel dat ik door de testosteron agressiever word. Wel ben ik iets minder geduldig dan vroeger. Maar dat is moeilijk te zeggen, want toen een jaar geleden de testosteron begon te werken, brak corona uit en zat ik elke dag thuis met vrouw en kinderen – misschien heeft mijn ongeduld daar wel mee te maken.” (lacht)
13. Hoe was uw kindertijd?
“Vrolijk en zonder zorgen, al waren mijn ouders wel streng. Snoepen om vier uur mocht niet en er was geen frisdrank in huis – cola kregen we alleen op restaurant. Mijn vader was kinderarts en werkte aan huis. Zijn afspraken waren tot zes uur en begonnen opnieuw om half zeven. Als wij om zes uur niet thuis waren om te eten, dan zwaaide er wat. Iedereen zat stipt op tijd aan tafel, zonder uitzondering. Dus niet om vijf over zes en ook niet even bellen dat je later kwam – nee: zés uur.
“Ik wilde graag op voetbal en hoewel er een meisjesvoetbalclub dicht bij ons thuis was, mocht het niet. Ik denk dat mijn ouders niet wilden dat ik in die wereld belandde. Dat heb ik altijd jammer gevonden. Ik was jaloers op mijn broers die wel in de schoolploeg mochten sjotten – ik moest het doen met balletjes trappen in de tuin. Tennis mocht wel: bijna elke dag stond ik na school op de baan om balletjes te slaan.”
14. Wat hing er aan de muur van uw tienerkamer?
“Wat er die week in de Joepie stond. Ik had posters van John Travolta en The Eurythmics, maar evengoed van paarden en bloemen. Als tiener was ik fan van Annie Lennox. De mannelijke manier waarop ze zich kleedde en haar haar droeg terwijl ze zich toch fel schminkte, fascineerde mij. Er was niemand zoals zij – behalve Grace Jones misschien, maar zij was anders, vrouwelijker.
“Muziek kwam vroeg in mijn leven. Als kind zong ik mee met de Abba-platen van mijn ouders, ik leerde alle teksten vanbuiten. Na de disco kwamen The Eurythmics. Toen ik op mijn zeventiende een concert van hen zag, heeft dat op een bijna filmische manier een indruk op me gemaakt. Ik was zo overweldigd dat alles rond mij vervaagde. Toen het gedaan was, dacht ik dat er maar een kwartier voorbij was gegaan. Die trance heb ik daarna nooit meer meegemaakt.”
15. Aan wie bent u schatplichtig?
“Aan mijn ouders. Als kind was ik erg close met mijn moeder – nog altijd, trouwens. Als ze op school vroegen wat ik later wilde worden, antwoordde ik: gelukkige huisvrouw. Ons mama was altijd content, ze bracht mij met de glimlach naar de tennis en ging mee naar mijn matchen. Mijn moeder klaagt nooit. Ook niet tijdens de pandemie, toen ze mijn twee broers en haar kleinkinderen niet kon zien. Mijn positiviteit heb ik van haar.”
16. Hebt u vaak heimwee?
“Nee. Ik ben zoveel van huis weggeweest, dat ik intussen getraind ben om elke opstoot van heimwee weg te duwen. Als ik me daarin laat gaan en denk aan alle dingen die ik thuis aan het missen ben, alle mijlpalen en de tientallen verjaardagen, dan is het niet meer leuk. Dan verzet ik mijn zinnen en ga ik iets anders doen.”
17. Waarover bent u de laatste tijd dieper gaan nadenken?
“Ik ben de laatste jaren toleranter geworden voor de manier waarop mensen in het leven staan. Zolang ze niemand pijn doen, is het voor mij goed. Mijn persoonlijke opinie vind ik hoe langer hoe minder interessant, omdat ik besef dat ik eigenlijk niets weet.
“We hebben trouwens massaal beseft dat we over veel dingen niet goed hebben nagedacht. De Black Lives Matter-beweging is voor witte mensen een wake-upcall geweest. Het klinkt misschien raar, maar voor mijn zwarte adoptiekinderen ben ik waakzamer over de kleren waarin ze naar school gaan dan dat ik bij mijn oudere kinderen was. Voor mijn zwarte kinderen zal altijd een vooroordeel meespelen, dus wil ik dat ze er netjes bijlopen, dat hun haar goed ligt en dat er geen vuile plekken op hun kleren zitten. Anders kunnen mensen denken dat ze daklozen zijn of dat ze gaan stelen.”
18. Welk song heeft voor u een bijzondere betekenis?
“De allermooiste en allertriestigste song ter wereld is ‘I Can’t Make You Love Me’ van Bonnie Raitt. Het doet me terugdenken aan mijn triestige studententijd in Leuven, een jaar dat ik haatte. Ik heb het nummer ondertussen gecoverd op een van mijn akoestische tournees, dus het heeft een ander leven gekregen. Maar ik zie mezelf nog zitten op dat kamertje in Leuven, terwijl ik Parovita’s met kaas en confituur at omdat ik niet kon koken, en Bonnie Raitt die op repeat stond.”
19. Hebt u ooit een religieuze ervaring gehad?
“Nee, maar als ik in de natuur ben, kan ik het gevoel krijgen dat alles klopt, dat de wereld één is.”
20. Hoe definieert u liefde?
“Als iets oncontroleerbaars. Als mijn kinderen ergens in slagen en ze blij zijn, en ik die blijdschap ook voel: ook dat is liefde. Het beste willen voor iemand.”
21. Hoe kijkt u naar uw lichaam?
(zucht) “It’s complicated. Maar dat is het voor elke transgender persoon. Aan de ene kant ben ik obsessief met mijn lichaam bezig, wat niet aantrekkelijk is voor een man van 48. Ik heb zo lang in een lichaam gewoond waarin ik me niet comfortabel voelde. Een borstoperatie en een hormonenkuur hebben me dichter gebracht bij hoe ik mezelf zie, maar het blijft ongemakkelijk.
“Ook voor mensen die niet transgender zijn, is het normaal dat je focust op dingen waarmee je niet blij bent. Ik wilde dat mijn heupen niet zo breed waren, dat ik stevigere schouders had en dat mijn neus korter was. Kortom: ik zie nog veel dingen die mij vrouwelijk maken. Dat is een innerlijke strijd die mijn leven lang zal blijven duren.”
22. Wat vindt u erotisch?
“Een vrouwenlichaam! Liefst zo natuurlijk mogelijk en niet helemaal naakt. (denkt na) Of ben ik nu aan het benoemen wat ik sexy vind? Hoe dan ook: vrouwen die niet te perfect zijn en van zichzelf niet weten dat ze aantrekkelijk zijn, dat vind ik... ja, best sexy.”
23. Hoe zou u willen sterven?
“Snel en pijnloos: een hartstilstand in mijn slaap. Of een vliegtuigongeluk. Oké, dat is niet plezant voor mijn nabestaanden, maar het is dertig seconden paniek en dan is het gedaan. Ik heb mijn schoonmoeder, die parkinson had, langzaam zien aftakelen en dat vond ik zwaar. Voor mensen die uitzichtloos ziek zijn, is er geen hoop meer. Dat lijkt me gruwelijker dan een vliegtuigongeluk.”
24. Wat zou u wensen als laatste avondmaal?
“Sterf ik direct daarna of moet ik nog goed kunnen slapen? Als ik onmiddellijk doodga, dan wil ik koekjes, cheesecake, muffins – alles wat je bij een bakker kunt krijgen en wat ik me nu ontzeg. (lacht) Misschien moet ik me gewoon doodeten aan zoetigheden!”
25. Welke droom zou u nog willen realiseren?
“Ik zou heel graag opnieuw brandweerman zijn én met Rex Rebel nog eens Amerika veroveren zoals we met K’s Choice hebben gedaan.
“En als er kleinkinderen komen, wil ik met mijn vrouw in een gigantische motorhome een jaar lang het land doorreizen en bij iedereen op bezoek gaan. Niets moeten, gewoon onderweg zijn, boeken lezen en grootouder zijn: daar kijk ik enorm naar uit.”