Dinsdag 30/05/2023
Omar Souidi.

InterviewDe vragen van Proust

Omar Souidi: ‘Het verlies van mijn zoontje was horror. Eén grote nachtmerrie’

Omar Souidi.Beeld © Stefaan Temmerman

Schrijver Marcel Proust beantwoordde ze ooit in een vriendenboekje, nu geeft De Morgen er een eigenzinnige draai aan. Drieëntwintig directe vragen, evenveel openhartige antwoorden. Vandaag: strafpleiter Omar Souidi (35). Wie is hij in het diepst van zijn gedachten?

Ann Jooris en Fernand Van Damme

1. Hoe oud voelt u zich?

“Dat is heel dubbel. Doorgaans voel ik me ouder dan ik ben. Ik ben 35 jaar, maar gevoelsmatig eerder 50 of zo. Pas op, qua zin voor avontuur en ­impulsiviteit ben ik nog altijd een jonge twintiger. Ook qua ambitie voel ik nog altijd die hartstochtelijke drive van een pas afgestudeerde. Maar gevoelsmatig ben ik een oude ziel in een jong ­lichaam. Ik heb toch al wat meegemaakt. Toen ik mijn boek schreef (‘Pijn doet groeien’, 2020, red.), stelde ik met een glimlach van oor tot oor vast dat ik een leven mag leiden dat rijk is aan ervaringen, en dat is uiteraard iets wat een mens vormt, wat voor reliëf in je zijn zorgt.

“Bovendien hou ik van de muziek en de stijl en de levensfilosofie van de iconen uit de jaren 20 en 30, waardoor ik ouder lijk dan ik ben.

“Een andere verklaring kan zijn dat ik van kindsbeen af overal door mijn zes jaar oudere broer werd meegetroond, waardoor ik altijd oudere vrienden heb gehad en me rijper voelde dan mijn leeftijdsgenoten.”

2. Wat vindt u een kenmerkende eigenschap van uzelf?

“Ik apprecieer a priori iedereen. Ik geniet net zoveel van een babbeltje met de postbode als van een diner met een zakenman uit het buitenland. Ik vind mezelf, om het kort samen te vatten, een joviaal iemand. Een vriend zei me ooit: ‘Omar, ze mogen je naakt in de woestijn droppen, je bent iemand die altijd zijn plan trekt en zijn weg zal ­vinden.’ Ik geloof daar zelf ook wel in, ik ben een behoorlijk joviale plantrekker, denk ik.”

BIO • groeide met zijn oudere broer Mounir op in Deurne-Zuid • studeerde in 2008 af aan de rechtenfaculteit van de Universiteit Antwerpen • richtte in 2011 mee ‘Souidi & Souidi Advocaten’ op • figureerde samen met zijn broer in de docureeks Justice for All, vorig jaar op VIER • omschrijft zich als dandy, gefascineerd door redenaars en taalvirtuozen

3. Wat is uw passie?

“Mijn passie is leven. Voluit leven met alles erop en eraan. Met toeters en bellen, slingers en confetti. Ik ben een gelukkig man. Ik omarm het leven ­intens, elke dag opnieuw. Alles wat daarbij hoort is voor mij de essentie: pleiten, schrijven, lezen, ­lachen, dansen, denken. Leven zonder passie is volgens mij heel ledig en doodzonde.”

4. Wat is uw zwakte?

“Mijn balans is voortdurend uit evenwicht. Ik smijt mezelf voor honderd procent in mijn job, en als ik niet aan het werk ben, smijt ik mij voor honderd procent in het leven. Dat impliceert heel weinig rust. Af en toe voel ik dat ik heel erg moe ben. Ik slaap gemiddeld maar vijf uur per nacht. Normaal gezien probeer ik te herbronnen in de zomermaanden, ook door eens in mijn eentje op reis te gaan, maar dat is vorig jaar door corona niet gelukt.

“Halverwege het gerechtelijk jaar voel ik nu al dat ik uit mijn reserves put. Gelukkig ben ik met mijn 35 jaar nog een snotneus, maar ik kan me voorstellen dat je lichaam en je geest ooit weleens ‘stop’ zeggen. Ik denk dat ik ervoor moet waken dat ik niet te ver in het rood ga.”

Omar Souidi: 'De buik van mama was weg en we kwamen met lege handen terug van het ziekenhuis. Onze dochter van vier begreep er niets van. Het was horror, één grote nachtmerrie.’  Beeld © Stefaan Temmerman
Omar Souidi: 'De buik van mama was weg en we kwamen met lege handen terug van het ziekenhuis. Onze dochter van vier begreep er niets van. Het was horror, één grote nachtmerrie.’Beeld © Stefaan Temmerman

5. Hoe was uw kindertijd?

“Ik kom uit een heel klein gezin, heb één broer die zes jaar ouder is (Mounir, red.). Mijn vader is geboren in Marokko en op 18-jarige leeftijd naar België gekomen. Mijn moeder is geboren en getogen in Antwerpen, waar ze elkaar hebben ontmoet. Het klassieke verhaal: ze zijn verliefd geworden, getrouwd, hebben kinderen gekregen, maar hadden heel erg weinig centen. We zijn opgegroeid in een sociale woonwijk in een buurt waar armoede heerste, meer bepaald in Deurne-Zuid, aan de grens met Borgerhout.

“Die kilte van armoede stond wel in schril contrast met de warmte die onze ouders ons gaven. Wij kwamen eigenlijk niets tekort. We hebben altijd van liefde en geborgenheid mogen genieten. Er waren kinderen in de klas die met mooiere kleren naar school kwamen en bij wie Sinterklaas duidelijk guller was, maar zolang je als kind liefde ervaart, stap je daarover heen, denk ik. Die armoede heeft bij mij geen diepe littekens veroorzaakt of mij verhinderd om mijn leven alsnog op een elegante manier op te bouwen, maar heeft in zekere zin wel mijn studiekeuze bepaald.

“Ik wou eigenlijk van kindsbeen af acteur worden en heb er grondig over nagedacht om Studio Herman Teirlinck binnen te stappen, maar heb dat uiteindelijk niet gedaan omdat ik heel wat signalen van acteurs en actrices opving die niet rond­kwamen, die moesten gaan aankloppen bij het OCMW. Ik had geen zin in een verlenging van een onstabiele situatie. Daarom heb ik de rechtenstudie gekozen, omdat ze objectief gezien meer kansen op stabiliteit en werkgelegenheid bood.”

6. Welke geluksscore geeft u zichzelf?

“Als ik alles in de weegschaal werp, kom ik uit op een 9,5. Alles in acht genomen ben ik iemand die ontzettend gelukkig in het leven staat, net omdat ik mij als lottowinnaar beschouw. Mijn vader is geboren in Noord-Afrika, mijn moeder in het mooie Antwerpen, en de kans dat die twee mensen elkaar ooit zouden ontmoeten, was eigenlijk zo goed als onbestaande. Bovendien ben ik een nakomertje, totaal onverwacht. Daarom beschouw ik mijn leven als een geschenk. Het besef dat het leven een cadeau is, bepaalt mijn geluk.”

7. Waar hebt u spijt van?

“Ik vind spijt vaak tijdverlies, wat niet impliceert dat je niet moet stilstaan bij de dingen die je beter anders had gedaan. Maar niemand is zonder fouten.”

8. Wat is uw grootste angst?

“Ik heb van mijn drie kinderen mijn zoontje moeten afgeven. Mijn grootste angst heb ik dus al meegemaakt, een paar jaar geleden.

“Op dit moment is mijn grootste angst mijn glimlach verliezen, denk ik. Lachen is een essentieel onderdeel van mijn zijn, van mijn persoonlijkheid. Ik lach heel graag en vaak. Gelukkig. Als ik die lach ooit zou verliezen, moet ik Schopenhauer gelijk geven en is de wereld een hel.”

9. Welk boek heeft voor u een bijzondere betekenis?

“Na het verlies van mijn zoontje was ik weg van de planeet, vol verdriet. Tegelijk was er mijn dochter, die op dat moment 4 jaar was, en niet begreep wat er gebeurde. De buik van mama was weg en we kwamen met lege handen terug van het ziekenhuis. Er kwamen heel veel logische vragen vanuit de kindermond waar je geen antwoorden op kunt verzinnen. Dat maakte het ontzettend zwaar. Het was horror, één grote nachtmerrie.

“Na twee weken moest ik opnieuw gaan pleiten. Mensen verwachten nu eenmaal dat je hen bijstaat, dat je hun verdediging voert, ze hebben niet altijd begrip voor je persoonlijke besognes. Als strafpleiter kun je niet zomaar zeggen dat je in een rouwfase zit, want ook het leven en de toekomst van de mensen die op jou rekenen staan op het spel. Ik begrijp dat, maar het zorgt wel voor een clash tussen je hart, je emoties, je pijn en verdriet enerzijds en je ratio en plichtsbesef anderzijds. Het is erg moeilijk om met die innerlijke tweestrijd om te gaan.

“Uiteindelijk ben ik daarin geslaagd door te lezen. Lezen is mijn redding geweest. Ik ben compleet verzonken in de literatuur van voornamelijk stoïcijnen. De lengte van het leven (‘De brevitate vitae’, red.) van Seneca heb ik de eerste zes maanden na wat ons is overkomen, zeker honderd keer gelezen en herlezen. Dat was mijn persoonlijke Dirk De Wachter, mijn persoonlijke therapie.

“In dat essay, dat intussen bijna tweeduizend jaar oud is, geeft Seneca kritiek op mensen die voortdurend klagen dat het leven te druk en te kort is en te snel voorbij­gaat. Seneca noemt dat een denkfout. De hamvraag is volgens hem wat je doet met de tijd die je geschonken is. Afhankelijk van hoe je die tijd zelf invult, is het leven meer dan voldoende lang en kun je al je dromen realiseren, of kun je minstens een poging ondernemen om te doen wat je denkt te moeten doen. Het stoïcisme geeft ook raadgevingen over hoe om te gaan met verlies en over hoe bepaalde keuzes te maken. Die literatuur heeft me enorm gesteund en gemotiveerd om mezelf weer recht te trekken.”

 ‘Mensen hadden niet bepaald een fraai beeld van me, dat ik kennelijk zelf in de hand had gewerkt.’ Beeld © Stefaan Temmerman
‘Mensen hadden niet bepaald een fraai beeld van me, dat ik kennelijk zelf in de hand had gewerkt.’Beeld © Stefaan Temmerman

10. Wanneer bent u ooit door het lint gegaan?

“Dat overkomt me gelukkig niet vaak. Ik probeer het hoofd altijd zo koel mogelijk te houden, maar er is wel een moment waaraan ik nu moet terugdenken, in 2018. Ik was op een muziek­event en stond in de rij aan te schuiven om een drankje te bestellen. Op het ogenblik dat ik aan de beurt was, riep een man rechts van mij naar de barman dat hij mij niet mocht bedienen omdat ik ‘een fascistenvriendje’ zou zijn. Hij merkte op dat ik in de krant stond als advocaat van Erik Van der Paal (projectontwikkelaar en spilfiguur achter Land ­Invest, red.).

“Dat heeft mij toen heel diep geraakt, want als student al heb ik heel wat geschreven over het fascisme en de gevaren ervan. Het fascisme staat mijlenver van mij af. Die uitspraak is dan ook compleet krankzinnig en anti-intellectueel. Ik ken Van der Paal als een eerlijk en intelligent zakenman en zeker geen fascist. Hij is een boezemvriend van me. Toen ben ik dus door het lint gegaan. Vooral omdat die man en zijn vrienden rond mij waren komen staan en fysiek agressief werden. Niet goed.”

11. Wanneer hebt u het laatst gehuild?

“25 mei 2020. De keer daarvoor 25 mei 2019. Daarvoor 25 mei 2018. En dan daarvoor tussen 25 mei 2017 en 1 september 2017 elke dag.

“Ik kan me niet herinneren dat ik voordien ooit gehuild heb. Een van mijn eerste vriendinnetjes, rond mijn achttiende, dacht zelfs dat ik geen traanzakjes had, omdat ik op erg moeilijke momenten, zoals het verlies van een vriend in onze omgeving, of bij triestige films die normaal gezien mensen tot tranen toe bewegen, nooit weende.

“Ik huil dus niet makkelijk, maar die bewuste dag zal me, vrees ik, blijven achtervolgen.”

12. Wat is een misvatting over u?

“Ik hoor vaak van mensen die me leren kennen dat ze een verkeerd beeld van me hadden. Na mijn passage in De afspraak over de zaak-Land Invest tegen de nieuwssite Apache dachten ze dat ik een arrogante kwal was, een patser. Stijn Meuris noemde me in die tijd (november 2016, red.) een Krimson in maatpak. Mensen hadden niet bepaald een fraai beeld van me, dat ik kennelijk zelf in de hand had gewerkt.

“In werkelijkheid ben ik een joviale mensenminnaar. Ik geniet van sociale contacten. Ik vind niets mooier dan vriendschappen vieren en mensen leren kennen die ik nog nooit heb ontmoet. Dat ik heel eigengereid in het leven zou staan, arrogant om een versleten woord te gebruiken, is volgens mij een misvatting.”

13. Welk moment zou u graag herbeleven?

“Ik geloof dat het 26 februari 2017 was, het kantelmoment waarop voetbalclub Antwerp, die in het moeras van tweede klasse aan het verzanden was, na dertien jaren ellende dankzij een penalty van Geoffry Hairemans terugkeerde naar de elite. De dag nadien had ik geen stem meer en heb ik niet kunnen pleiten. Dat was een ultiem geluks­moment.”

14. Wat is uw vroegste herinnering?

“‘By the Rivers of Babylon’, ken je die song? Ik weet niet van wie hij is, ik durf het niet te zeggen (van Boney M., red.). Elke keer als ik het nummer hoor, herbeleef ik dat moment. We waren op een camping, dat liedje speelde, en op dat moment fietste er een meisje voorbij, Kitty heette ze. Dat was mijn eerste sprankel, de eerste keer dat je ­iemand ziet verschijnen en denkt: wauw! Ik ben naar dat meisje toegelopen en we hebben de hele dag samen gespeeld. Ik vond dat fantastisch, het vervulde mijn hart met warmte, maar nadien heb ik haar nooit meer teruggezien. Ik zou weleens willen weten hoe het haar vergaan is. Bij deze doe ik een oproep in de krant. (lacht) Kitty heette ze, familienaam onbekend. Het was camping Breebos in Rijkevorsel. Ik denk dat ik vijf jaar was.

“Grapje hè.” (lacht)

15. Wanneer hebt u het laatst gelogen?

“Ik ben een advocaat, wij mogen niet liegen, hè. (hilariteit)

“Als je die vraag stelt, ga je ervan uit dat er zoiets bestaat als dé waarheid, wat toch voor discussie vatbaar is.

“Laten we zeggen dat ik het laatst gelogen heb op 6 december, toen mijn oudste dochter vroeg waarom het gezicht van Sinterklaas er altijd anders uitziet, ze vond dat zo bijzonder.

“Of ik als advocaat iedereen kan verdedigen? Ja, om de eenvoudige reden dat iedereen recht heeft op verdediging. Ik maak alleen een uitzondering voor mensen die verdacht worden van terreur­daden. Begrijp me niet verkeerd: ook zij hebben honderd procent recht op verdediging, maar niet door mij. Omdat ik altijd de dader verdedig en niet de daad, maar bij terreurmisdrijven valt dat wat mij betreft samen.”

16. Hebt u ooit een religieuze ervaring gehad?

“Ik ben een agnost, maar heb wel iets meegemaakt wat je als een religieuze ervaring zou kunnen beschouwen. Ik was met mijn tweejarig dochtertje aan het zwemmen in Zuid-Frankrijk in de Middellandse Zee, terwijl mijn vrouw vanop het strand foto’s nam. Mijn dochtertje in een geel zwemzitje, met de beentjes erdoor en een bandje rond haar middel, dus best wel veilig.

“Wat ik niet in de smiezen had, was dat er achter mij een metershoge golf opdook. Ongezien op die plaats. Mijn dochtertje glipte uit mijn handen, de golf viel neer, ik keek rond en was haar kwijt. Toen heb ik gebeden, zo’n vier, vijf seconden lang, tot ik dat gele zwemzitje met mijn dochtertje erin weer boven zag komen. Nadien heb ik zitten natrillen op het strand en wie dan ook die er verantwoordelijk voor was: bedankt dat ik haar weer mee naar huis mocht nemen.”

‘Ik denk dat veel misdrijven begaan worden vanuit een bepaalde drang naar liefde.’ Beeld © Stefaan Temmerman
‘Ik denk dat veel misdrijven begaan worden vanuit een bepaalde drang naar liefde.’Beeld © Stefaan Temmerman

17. Hoe voelt u zich in uw lichaam?

“Ik vind dat ik er zonder veel inspanningen het maximale uithaal. Ik sport heel weinig, leef op het randje van niet gezond. Desondanks probeer ik wel nog in mijn broeken te passen. Ik kijk ook wel in de spiegel om te zien of mijn haar er goed bij ligt en ik netjes voor de dag kom. Je lichaam kies je niet. Je kunt proberen het gespierder en steviger te maken, maar dat doe ik niet. Al bij al voel ik me daar goed bij.

“Ik ben wel een fiere knul en geef graag geld aan kostuums uit. Er netjes uitzien geeft me extra vertrouwen en zorgt ervoor dat ik me als een vis in het water voel en me kan manifesteren op de ­manier waarop ik denk dat het hoort.

“Mocht ik ‘rechtzoekende’ zijn en een eerste afspraak met een advocaat hebben en hij opent de deur met versleten sloffen waar een teen uitsteekt, een kapotte jeans en een T-shirt dat al een aantal jaren Werchter heeft meegemaakt, dan denk ik niet dat ik hem zomaar zou inhuren. Dat kan oppervlakkig klinken, maar ik vind dat je als advocaat fatsoenlijk voor de dag mag komen. Wat niet betekent dat een advocaat die slordig gekleed gaat, een slechte advocaat zou zijn. Maar persoonlijk voel ik me daar niet lekker bij. Misschien heeft dat met mijn jeugd te maken, omdat ik naar school moest met kleren die er allerminst nieuw uitzagen. Dit is een vraag voor Dirk De Wachter.”

18. Wat vindt u erotisch?

“Een cocktail van spontaniteit en natuurlijkheid. Als je iemand leert kennen, het harnas door­breken, het moment waarop iemand zijn masker verliest. Dat vind ik heel ontroerend, erotisch ook. Ik link erotiek meer met situaties dan met eigenschappen van mensen. Een lekker glas wijn dat getuige is van een ontroerend, mooi, diepgaand gesprek tussen twee mensen die elkaar goed of minder goed kennen, vind ik ook heel erg aantrekkelijk.”

19. Wat is uw goorste fantasie?

(lacht) ‘“Ik heb heel veel fantasieën, gelukkig maar. Mijn inspiratie is rijk en overvloedig. Ik weet niet of jullie de film Eyes Wide Shut hebben gezien, van Stanley Kubrick? Daar zitten scènes in verweven die een fantasie van mij zouden kunnen zijn, maar vuil of goor vind ik ze niet.”

20. Bent u een goede vriend?

“Ik denk wel dat ik een goede vriend ben, maar niet noodzakelijk kwantitatief. Mijn boezemvrienden krijgen me niet elke dag te zien, maar als ik met hen afspreek, krijgen ze honderd procent Omar Souidi voor zich. Dan dwalen mijn gedachten niet af naar mijn werk of naar een pleidooi de dag nadien. Ik vind vriendschappen vieren het mooiste wat er is. Wat mij betreft, bijna kunst. Ik geniet daar ten volle van.”

21. Hoe zou u liefde definiëren?

“Liefde is voor mij de motor van alles. De liefde tussen twee mensen, de liefde voor je kinderen, voor je vak, voor het geschreven woord, voor het gesprek, is datgene wat je drijft. Maar ook eigenliefde, liefde voor de kick, voor geld, succes, macht, wat dan ook, kunnen voor sommigen een motor zijn. Ik denk dat veel misdrijven begaan worden vanuit een bepaalde drang naar liefde. Ja, liefde is de motor van het leven.”

22. Hoe zou u willen sterven?

“Op een plekje in New York, West 56th Street, nummer 156. Mijn favoriete plek op aarde: The Carnegie Club. Dat is een sigaren- en cocktailbar, volledig aangekleed zoals in de tijd van Frank ­Sinatra. Waar élke zaterdagavond sinds 2004 de fantastische New Yorkse zanger Steven Maglio optreedt. Als het dan toch moet gebeuren, dan zou ik graag daar, omringd door mijn dierbaren, in the best seats of the house, terwijl ik de laatste druppel van mijn glas Blue Label over mijn tong voel glijden, mijn sigaar letterlijk en figuurlijk willen uitdoven, om halfdrie ’s nachts wanneer de meeste gasten de tent verlaten. Dat lijkt me wel een mooi moment om te zeggen: mijn sigaar is uit.”

23. Wat zou u nog graag realiseren?

“Ik zou graag ooit naar New York willen verhuizen. Op het juiste moment, timing is alles in het leven. Ik zou het immers jammer vinden mocht ik ooit afscheid moeten nemen van het boeiende leven dat mij geschonken is, zonder in New York te hebben gewoond.

“Het is een droom die ik bewaarheid wil zien worden. New York is een stad die me heel erg voedt, heel veel prikkels geeft, sensaties. Ik hou van de mentaliteit die daar heerst, de sympathieke reflex van de locals, hun ambitieuze drive. Ik ben nog nooit The Carnegie Club buitengewandeld zonder er iemand ontmoet te hebben met wie ik een boeiend inhoudelijk gesprek heb mogen voeren. Ik vind dat fantastisch, dat maakt mij rijker. Dat zorgt voor de brandstof in de motor van Omar Souidi, dat vind ik onweerstaanbaar.”

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234