Food trends
Hoe gezond zijn deze 6 voedingstrends?
Dat we met z'n allen gezonder moeten leven, daar raken we steeds meer van overtuigd. Getuige daarvan zijn de vele zogenaamd gezonde voedingstrends. Wie hip is, gebruikt geen suiker meer maar stevia, kweekt zelf zijn groenten en bakt zelf zijn brood (liefst met spelt) en eet veganistisch op restaurant. Maar hoe gezond - en hoe haalbaar - is dit allemaal echt?
1. Spelt
Speltbrood, speltpistolets en zelfs speltspaghetti. Bakkers zijn het erover eens: spelt wordt dé voedingstrend van 2015. Het zou dan ook supergezond zijn, en dat is toch wat we willen.
Maar hoe zit het echt? Volgens voedingsdeskundige Patrick Mullie, verbonden aan de VUB, heeft de hype weinig te maken met het gezonde karakter van spelt, maar alles met marketing. "Het is altijd leuk om een mooi verhaal aan een product te hangen", zegt hij. "Spelt is een oeroude graansoort, en alles van vroeger vinden we aantrekkelijk dus dat maakt het interessant voor de verkoop."
Ongezond is (de volkoren variant van) spelt niet. "Spelt bestaat in hoofdzaak uit zetmeel, proteïnen, vezels en lipiden", stelt graantechnoloog Jan Delcour. Een gezonde mix dus, die echter niet verschilt van de samenstelling van tarwe. "Op basis van de samenstelling zie ik dan ook niet in waarom spelt gezonder zou zijn", klinkt het.
Op economisch en ecologisch vlak houdt spelt een groot nadeel in. "Bij spelt bedraagt de oogst per hectare ongeveer de helft van die van gewone tarwe", aldus Delcour. "Dat maakt niet alleen de productie duurder, maar ook is er zo minder ruimte voor andere gewassen."
Toch ook één pluspuntje voor spelt: voor sommigen is deze graansoort omwille van de samenstelling gemakkelijker te verteren dan andere. Al is dit voordeel volgens Mullie maar minimaal en voelen de meesten geen verschil.
2. Glutenvrije voeding
De hype van glutenvrije voeding gaat al een hele tijd mee en blijft ook in 2015 leven. Een bewijs zijn de glutenvrije winkels die her en der opduiken. Die winkels zijn ongetwijfeld een zegen voor mensen die glutenintolerant zijn, maar de hele hype is volgens voedingsexperte Katty Uyttersprot onnodig.
"Glutenvrij eten kan in principe geen kwaad", stelt ze, "maar het is een heel streng dieet dat voor de meesten eigenlijk niet nodig is. Bovendien is het jammer dat mensen die echt glutenintolerant zijn door deze trend vaak niet meer serieus genomen worden en botsen op een muur van onbegrip."
Dat het zinloos is glutenvrij te eten, tenzij u coeliakie heeft, werd vorig jaar nog aangetoond in een wetenschappelijk onderzoek. Het was uitgerekend Peter Gibson, de wetenschapper die de hele glutenvrije rage ooit in gang zette, die bewees dat er geen verband bestaat tussen het eten van gluten en maag- en darmklachten.
Volgens Patrick Mullie zou de aandacht opnieuw verlegd moeten worden naar de essentie: "Een doorsnee individu heeft veel meer baat bij meer bewegen en minder roken. Glutenvrij eten is een absurditeit; slechts een heel kleine minderheid heeft er baat bij. Er zijn ook mensen die geen melk verdragen. Moeten we dan allemaal maar stoppen met melk drinken? Uiteraard is glutenvrij eten niet ongezond, maar het zal je veel geld kosten voor niets."
3. Stevia
In Latijns-Amerika werd stevia al eeuwen gebruikt als zoetmiddel. In Europa is het pas toegelaten sinds 2011. Sindsdien maken steeds meer producenten er gebruik van. Maar of dat nu een goede zaak is?
"Stevia is volgens mij de grootste kwakzalverij van de voorbije jaren", stelt Mullie. "Het is een scheikundige stof die een zoete smaak geeft en dat is heel tof, maar heel het gedoe over het natuurlijke karakter van Stevia is niets anders dan marketing. Canderel is een aangepast aminozuur, wat voorkomt in de natuur en in onze voeding. Er is geen enkel verschil: het is niet omdat het natuurlijk is, dat het ook gezonder is."
Het goede nieuws is wel dat stevia geen calorieën bevat. "Voor mensen die gewicht willen verliezen, is het dus een goede zaak", meent Uyttersprot. "Maar je moet wel opletten, want in veel producten wordt gebruik gemaakt van stevia én een tweede zoetstof waardoor de calorieën toch nog hoog zijn."
Een recent voorbeeld is de nieuwe Coca-Cola Life met stevia. Die bevat 33 procent minder suiker dan de gemiddelde cola's met suiker, maar bevat na de klassieke Coca-Cola wel de meeste klontjes en de meeste calorieën. Ter vergelijking: de klassieke Coca-Cola bevat 139 calorieën, Coca-Cola Life 89 en Coca-Cola Zero amper 0,3.
"Dat is wat zo gevaarlijk is met voeding: het is zo gemakkelijk om het verkeerd te interpreteren", aldus Uyttersprot. "Coca-Cola Life bevat 30 procent minder suiker, maar sommige mensen denken dan dat het geen suiker heeft. Los van het aantal calorieën is cola overigens iets dat je maar af en toe kan drinken, of het nu de gewone variant is, de Life-variant of Zero."
4. Koolhydraatarm dieet
Een trend die telkens opnieuw de kop opsteekt, is het koolhydraatarm dieet. Patrick Mullie: "In de jaren 70 had je het Atkinsdieet, in de jaren 90 was er Montignac. Om de tien jaar duikt er wel weer iemand op die snel geld wil verdienen met een koolhydraatarm dieet. Nu heb je mensen als Pascale Naessens, die zich beter met andere zaken zouden bezighouden dan met kookboeken schrijven." (Pascale Naessens reageerde intussen op deze uitspraak.)
Volgens de richtlijnen van de Hoge Gezondheidsraad moeten we elke dag 55 procent koolhydraten eten. "Er zijn tal van studies die aantonen dat wie dat niet doet, minder lang leeft", zegt Mullie. "Hoe meer bruine boterhammen je eet, hoe langer je leeft: het staat er zwart op wit."
Volgens Katty Uyttersprot is het wel mogelijk koolhydraatarme voeding veilig te gebruiken. "Bij het ontbijt hebben we zeker koolhydraten nodig", legt ze uit. "Die zijn essentieel om 's morgens de verbranding op te wekken. Maar wil je vermageren, dan kunnen voor andere maaltijden twee componenten - groenten met vlees of vis - wel volstaan. Je haalt dan je energie uit je vlees."
5. Doe-het-zelven in de keuken
Zelf groenten en fruit kweken, zelf brood bakken, ... Als we de vele kook- en bakboeken mogen geloven, staan we steeds meer in de keuken. Maar volgens Uyttersprot is het maar een kleine groep gegeven om zelf aan het bakken te slaan. "Ik hoor van velen dat ze nog geen tijd hebben om een deftige maaltijd te koken. Als ik zie hoe mensen in tijdsgebrek leven, weet ik niet wanneer ze hun moestuin zouden moeten onderhouden. Volgens mij staan veel broodbakmachines gewoon in de kast."
Toch heeft doe-het-zelven in de keuken meer voordelen dan enkel de voldoening van een zelfgekweekte courgette en de geur van vers brood. "Het voordeel is dat je kan kiezen welke ingrediënten je gebruikt, dat het minder bewerkt is en er geen bewaarmiddelen in zitten", klinkt het. "Als je groenten recht uit de tuin komen, blijven de vitaminen goed behouden. Voedsel dat je in de winkel koopt, heeft vaak al heel wat kilometers afgelegd. Ook wat duurzaamheid betreft, is het dus beter."
Ook Mullie juicht deze trend toe, maar vreest dat ze vooral leeft bij mensen voor wie het niet echt nodig is. "Door zelf groenten te kweken en brood te bakken, krijg je meer feeling met grondstoffen en basisproducten", zegt hij. "Het is een terugkeer naar de eenvoud, wat heel positief is want gezonde voeding is eenvoudig. Maar het zijn vooral mensen die al bezig zijn met gezonde voeding, die zelf beginnen te bakken en kweken. Wie het echt nodig heeft, doet het niet. Iemand die wekelijks naar McDonalds gaat, zie ik nog niet meteen zelf aardappelen kweken."
6. Veganistisch op restaurant
Meer en meer restaurants springen mee op de kar van het flexitarisme. Vegetarische en veganistische gerechten winnen aan populariteit. "Semivegetarische voeding is een heel gezond eetpatroon", stelt Uyttersprot. "Ideaal is driemaal per week vlees, tweemaal vis en tweemaal een vleesvervanger. Op dat vlak is het dus een goede zaak, al is vegetarische voeding niet altijd caloriearm. Ook een vegetarische maaltijd moet goed uitgebalanceerd zijn naar energiewaarde."
"Wanneer je vlees vervangt door linzen of peulvruchten, krijg je minder calorieën en minder verzadigde vetten binnen", vult Patrick Mullie aan. "De veggiedag van EVA (Ethisch Vegetarisch Alternatief, red.) is in dat opzicht een goed initiatief. Het is veel beter veel mensen een of twee dagen per week vegetarisch te doen eten dan enkele mensen volledig te bekeren tot het vegetarisme."
Mullie noemt het vooral positief dat de consument sterker staat dan hij zelf denkt. "Als we vanaf morgen eisen dat we gezond eten krijgen in de McDonald's, dan krijgen we dat. Als de omzet afhankelijk zou zijn van gezonde voeding, dan serveren ze ons dat. Maar veganistische maaltijden zijn dan weer het andere uiterste. Het moet niet zo vergaand zijn. Als we op restaurant al gewoon meer gekookte aardappelen kregen in de plaats van frieten, zou dat al heel positief zijn."