FotoreportageZuid-Korea
Fotoreportage: waarom Zuid-Koreanen massaal op vakantie gaan in en rond de stad
Ook Zuid-Koreanen hebben soms nood aan vakantie. En dan gaan ze met het gezin naar het openbare zwembad of bootje varen in een park. Of, in de winter, de kinderen leren ijsvissen, met een klapstoeltje erbij om comfortabel te wachten tot de vis bijt. Maar rustig is dat zelden, want niemand die er tijd heeft om de drukte van de stad echt te ontvluchten.
De afgelopen veertig jaar is Zuid-Korea er flink op vooruitgegaan. Die snelle ontwikkeling zorgt voor een hoop ‘social ironies’, zoals fotograaf Seunggu Kim (1979) het graag noemt. Zoals de extreem lange werkdagen en de bijzonder korte pauzes. Zo is het in zijn geboorteland niet ongewoon om van halfnegen ’s ochtends tot elf uur ’s avonds aan de slag te zijn, waarmee ze wereldwijd koplopers zijn. Pas vorig jaar is de maximale wekelijkse arbeidsduur verlaagd... van 68 naar 52 uur.
Ook het aantal vrije dagen is er schaars: jonge werknemers hebben jaarlijks recht op 15 vrije dagen, en in de loop van hun carrière wordt dat nooit meer dan 25 betaalde vakantiedagen. “Koreanen proberen echt van hun vakantie te genieten, maar omdat ze zo weinig tijd hebben om ver te reizen, spenderen ze die dagen vooral in en rond de stad”, vertelt Kim over zijn reeks Better Days.
De fotograaf legt in zijn werk veelal het dagelijks leven in Zuid-Korea vast. Zoals de vakantieparken waar de mensen als miertjes krioelen of de grote openbare zwembaden waar jonge ouders hun koters met parasols en kleine tentjes beschermen tegen de felle zon. En altijd op de achtergrond: de hoge wolkenkrabbers en appartementsblokken die hen herinneren aan het leven thuis en het vele werk dat nog op hen wacht.
“Maar die vakantieplekken rond Seoel en in de buitenwijken proberen er wel altijd iets van te maken om hun klanten te vermaken”, vindt Kim. Of hoe er genoeg gelegenheid is om het zuurverdiende geld algauw weer uit te geven. De perfecte versmelting van de Koreaanse en de westerse cultuur, vindt de fotograaf.