Maandag 29/05/2023

InterviewVakantieliefde

‘Erg gelegen kwam hij niet, maar wat was hij knap naast al die Ieren’

Gran Canaria. Beeld Foto Ronny De Coster
Gran Canaria.Beeld Foto Ronny De Coster

Corine Koole spreekt met twee mensen die in een zomer smoorverliefd op elkaar werden. Hoe ging het verder? En hoe kijken ze daar nu op terug? Deze week: Fiona (60) en Willem (63) over hun zomer in het begin van de jaren 80.

Corine Koole

Fiona

“Ze waren met zijn vieren: Henk, Rob, Dick en Willem. Vier Nederlandse sportieve gebruinde jongens die samen de opleiding tot gevechtspiloot volgden. Type Top Gun, beter zou ik ze niet kunnen typeren. Ik zie ze nog vanaf de boot in het water springen. We werden met een hele groep naar een feesteiland bij Gran Canaria vervoerd, zij deden een wedstrijdje wie het eerst aan land was en Dick, de jongen met de beste looks, won.

“Voor mijn vriendin en mij was het de eerste keer dat we Ierland uit waren. We keken onze ogen uit. Europeanen van het vasteland droegen kleding van Inwear, waar wij het begin jaren 80 nog steeds moesten doen met het lokale Dunnes Store. De feesten in Dublin waren rugbyfeesten in houten hallen met heel veel drank en lompe rossige rugbyers die alleen maar wilden zoenen en ineens maakten we kennis met elegante jongens die konden praten en luisteren.

“Toch was mijn grootste droom die zomer bruin worden, een bijna onmogelijke opgave voor een redhead als ik. Ik was twintig en had net mijn opleiding als journalist voltooid. Na de zomer zou ik beginnen bij de grootste krant van Dublin en ik keek er enorm naar uit om naam te maken in de journalistiek. Zonder enige romantische intenties begon ik een praatje met Rob, de grootste prater van de vier. Dick was toen al lang niet meer te bekennen, ingepikt door het knapste meisje op het feest en niet geïnteresseerd in stevige Ierse meisjes. Dat het uiteindelijk Willem werd, had te maken met zijn rust. Hij was lang en knap en helemaal in control, precies wat een chatty type als ik kon gebruiken.

“In Papa Dulce, een beetje vreemde tent waar je met eten mocht gooien, dronken we roze cocktails en rode wijn, en toen ik me na een tijdje onwel begon te voelen, bracht Willem me naar huis, een kaal appartement met een terrazzo­vloer. We gingen via het strand omdat ik dacht dat het koele zeewater me goed zou doen, maar ik werd alleen maar zieker. In het gehuurde appartement troffen we mijn vriendin boven de wc-pot aan. Dat was waar ook, ze was al eerder teruggegaan en nu begreep ik waarom. Zorgzaam heeft hij ons allebei in bed gestopt.

“De rest van de vakantie hebben we samen doorgebracht, wetend dat het daarna zou stoppen. Allebei verheugden we ons op ons nieuwe leven. Willem en zijn vrienden zouden meteen na thuiskomst naar Canada gaan voor een heel zware opleiding en ik keek uit naar mijn eerste baan. Maar ik was nog niet terug of de telefoon ging. Willem wilde een weekendje naar Dublin komen, voor hij straks heel lang niemand meer kon zien.

“Ik was verrast, erg gelegen kwam hij niet, mijn moeder lag in het ziekenhuis, wilde hij soms mee naar het ziekbed van een vrouw die hij niet kende? Ik was bang dat we elkaar niks meer te zeggen zouden hebben en wat moest ik dan drie dagen met hem aan? Het was weliswaar great fun geweest in Gran Canaria, maar ik kende hem natuurlijk pas twee weken en dan ook nog onder de meest ideale omstandigheden. En ineens lag hij in de huiskamer op een stretcher, op bevel van mijn katholieke moeder.

null Beeld Sasa Ostoja
Beeld Sasa Ostoja

“Ik heb me ziek gemeld op mijn nieuwe baan bij de krant en werd betrapt door mijn baas toen mijn zusje er door de telefoon uitflapte dat ik uit was met die Dutch guy. Ik was de oudste, mijn zusjes waren enorm geïntrigeerd. Want wat was hij knap naast al die ­Ieren. Hij had iets kosmopolitisch en was galant. En dan dat Nederlandse accent van hem. We hebben in de kroeg gezeten, gewandeld, gegeten, en toen moest hij terug en zijn we gaan schrijven en heb ik hem een paar keer opgezocht. Mijn moeder kreeg al snel een bloedhekel aan hem, daar lag weer zo’n luchtpostenvelop op de mat ondertekend met WvG. Ze was doodsbang dat het serieus zou worden tussen ons en ik voorgoed zou vertrekken.

Hij schreef me alles wat hij meemaakte en ik werd verliefder en verliefder, en na anderhalf jaar – ik was intussen gevraagd om bij The Irish Times te komen werken – moest ik beslissen: ga ik voor mijn carrière of voor de liefde?

“Op een middag liep ik door Grafton Street, de Meir van Dublin, keek om me heen en wist dat ik een man als Willem hier nooit zou tegenkomen. In hoog tempo ben ik verhuisd, heb ik Nederlands geleerd en werk gevonden bij een regionale Nederlandse krant. We zijn gaan wonen in de buurt van vliegbasis Twente tussen allemaal leuke leeftijd­genoten.

“De rest is een burgerlijk verhaal. Hij is inmiddels gepensioneerd KLM-piloot en ik heb een onderneming English Training. We hebben een geweldig leven samen, drie kinderen en twee kleinkinderen. Spijt heb ik geen seconde gehad en mijn moeder draagt hem al jaren op handen. Hij is veel zorg­zamer dan ik.”

Willem

“Nadat ik terugkwam uit Gran Canaria, was ik in de war. Ik ben niet zo snel zenuwachtig, deed niet voor niets een opleiding tot gevechtspiloot, snel en kordaat reageren past bij me. Maar nu ik thuis was, bleef het Ierse meisje dat ik op vakantie had ontmoet maar door mijn hoofd spoken.

“Een paar dagen later zou ik voor anderhalf jaar naar Canada gaan voor een intensieve vliegopleiding en zou ik nauwelijks meer een vrije dag hebben. Als ik wilde weten wat er was gebeurd tussen ons, of dit werkelijk enige betekenis had, moest ik dan niet snel een paar dagen naar Dublin? Ze was leuk en knap, ze had rood haar, we hadden twee geweldige weken gehad met ons zessen, zij en ik, haar vriendin en mijn drie vrienden. Maar wat zegt dat, als je samen plezier kunt hebben, dronken kunt worden en op het strand kunt liggen? Waar zat hem die extra laag in, die diepte, waardoor wat ik voelde meer leek dan vakantieromantiek?

“Ik sprak erover met een vriendin die me aanmoedigde te gaan, want zo zijn vriendinnen. Voor Gran Canaria had ik net een idioot zware overlevingscursus gedaan, waarbij alles aankomt op seconden, maar nu bleef ik aarzelen. Wat ik precies zei toen ik Fiona belde, weet ik niet meer. Ik geloof dat ik gewoon zei dat ik eraan kwam en een vliegtuig zou boeken.

“De taxi naar haar huis kostte 5 pond, een vermogen. Ik moest naar Dún Laoghaire, maar sprak mijn bestemming fonetisch uit. ‘Ah, you mean Dunlary, son’, zei de chauffeur na enige verwarring.

“En daar stond ze. We hadden afgesproken in een groot winkelcentrum, ze droeg een groen broekpak dat geweldig stond bij haar rossige haar en ik wist meteen dat ik me niet vergist had. De voorzichtige praatjes in de bus terug van het feesteiland naar Gran Canaria waarmee het begonnen was, het zoenen op het strand, en natuurlijk daarvoor al, de spontane beslissing van mijn vrienden en mij om vlak voor we naar Canada moesten nog even op vakantie te gaan naar de eerste de beste bestemming die het reisbureau in de aanbieding had, dat alles was de ultieme opmaat voor dit trapmoment. Alles kwam samen en alle twijfel verdween, nog voor we opnieuw een woord gewisseld hadden.

“Ja, we hadden allebei een heel ander leven voor ogen, zij was een ambitieuze jonge journaliste die niets liever deed dan schrijven – in het Engels. En ik was een Nederlandse gevechtspiloot in opleiding zonder noemenswaardige ervaring in de liefde. Zij had een carrière voor ogen in haar taalgebied en ik kon voor Defensie niet naar Ierland, want dat land zat niet bij de NAVO. Maar ik zag haar en wist: voor haar ga ik mijn best doen.

“Vreemd hoe zo’n besef dat tot dan vooral had liggen sudderen in mijn onderbewuste, eerst aangewakkerd door de zee en de zon van Gran Canaria en later getemperd door mijn rationele denken, ineens zo helder werd bij het zien van dat mooie Ierse meisje in haar broekpak.

“Ik had nooit veel vriendinnetjes gehad, maar ik herkende de vrouw van mijn leven toen ze voor me stond. Ze rende de trap af en omhelsde me. Drie, vier dagen hebben we samen doorgebracht. Ik sliep in de woonkamer op een luchtbed. Haar moeder was er niet, die lag in het ziekenhuis. Onze eerste kennismaking was in de uitslaapkamer toen ze bijkwam uit de narcose. Ze was bang dat ze haar dochter aan mij zou verliezen. Ierland was in de jaren 80, zonder de social media van nu, heel ver weg van Nederland, en al helemaal van Canada waar Fiona me een aantal keer zou komen opzoeken.

“Samen struinden we vier dagen door Dublin en ik was blij en gelukkig met niks doen. En eenmaal in Canada, schreef ik haar elke dag, mijn brieven deed ik wekelijks op de bus.

“De opleiding tot gevechtspiloot was mentaal en fysiek erg zwaar, ze werd als vanzelf mijn enige vertrouwenspersoon, wat de liefde leek te verdubbelen. Ik belde gratis collect call naar een Ierse telefooncel bij haar om de hoek. Zij had ontdekt dat dat kon en ik vrees dat we de Ierse telefoonmaatschappij daarmee flink op kosten hebben gejaagd, het spijt me. We waren verliefd.

“Na anderhalf jaar zat mijn opleiding erop. Mijn vrienden op de luchthaven werden onthaald door hun ouders, voor mij stond Fiona er als enige. Dat was pijnlijk, maar het maakte me nog meer vastberaden om er met haar iets langdurig goeds van te maken. Ze is hier komen wonen, we zijn getrouwd en al snel sprak ze vlekkeloos de taal, ze heeft hier altijd gewerkt.

“Ik ben zo trots op haar. Als ze met me meevloog naar verre bestemmingen, was ze de lieveling van het cabinepersoneel. Van in het begin vond ik dat vrolijke, energieke leuk aan haar. Zij heeft niet één vijand. Opvallende keuze voor een gevechtspiloot. Of juist helemaal niet.”

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234