GetuigenisDie ene patiënt
Een verpleegkundige over de patiënt die hij nooit zal vergeten: ‘Ze vertelde me over haar leven, dat haar zo’n pijn deed’
Artsen en verpleegkundigen vertellen over de patië̈nt die hun leven voor altijd veranderde. Deze keer: verpleegkundige Hans van Dam.
“Op een maandagavond, de vaste bridgeavond van haar man, had ze een overdosis medicijnen geslikt. Ze overleefde bij toeval. Een aantal bridgespelers was geveld door de griep en haar man kwam eerder thuis. Hij vond haar en zo kwam ze in het ziekenhuis terecht waar ik als leidinggevende werkte op de afdeling neurologie.
“Dorien, een vrouw van midden veertig, met twee jonge kinderen. Het is al dertig jaar geleden, maar ik zie haar gezicht zo weer voor me: een indringende oogopslag, maar ook een blik die langs iedereen heen gleed. Contact weerde ze af, ze wilde met niemand praten. De zenuwarts die haar behandelde zei dat hij geen aanwijzingen had voor een psychiatrische ziekte. Er was sprake, zei hij, van een ernstig levensprobleem.
“Langzaam groeide er tussen ons iets van vertrouwen en op een dag wilde ze apart met me zitten. We gingen naar een kantoortje. Ze keek naar de grond, zei alleen maar dat ze zo verdrietig was, er vielen lange stiltes. En toen zei ik opeens: Dorien, ik zit hier niet om je van je volgende suï̈cidepoging af te houden.
“Het was alsof er een muur in elkaar donderde. Ze richtte haar hoofd op, keek me met wijd open ogen aan en zei: wát zeg je? Maar dat wil toch elke hulpverlener? Ze was een intelligente vrouw, ze begreep heel goed wat er zou gebeuren als ze haar doodswens herhaalde. Dan zou ze met dwang worden opgenomen. En dus hield ze haar mond. Ik moet hebben gezien dat ze zich onveilig voelde, dat ze pas zou gaan praten als er ruimte kwam.”
Dostojevski
“Met haar arts sprak ik af dat ik haar na ontslag uit het ziekenhuis zou blijven opzoeken. Gaandeweg vertelde ze me over haar leven, een leven dat haar zo’n pijn deed. Ze had zo weinig vertrouwen in anderen, en ze was zo gevoelig, alle indrukken kwamen keihard binnen. Na twee jaar gaf ze me een boek: Aantekeningen uit het ondergrondse van Dostojevski. Het was een veelzeggend cadeau. Ons contact was zoals in dat boek, zij liet mij haar ondergrondse zien.
“Na een jaar of vier merkte ik dat het slechter met haar ging. Ik had al langer het vermoeden: er komt een moment dat ze alsnog haar leven beëindigt. Misschien, zei ze als ik haar ernaar vroeg. Ik besprak dat alleen met haar arts. Hij greep niet in, zag het uitzichtloze. Op een ochtend werd ik gebeld door haar man. Dorien had de avond ervoor thuis een einde aan haar leven gemaakt. Op een gruwelijke manier. Ze was gevonden door haar dochter van dertien.
“Mijn ervaringen met Dorien zijn een les voor het leven geweest. Pretenties loslaten, dat is wat wij moeten doen. Hulpverleners zijn er meestal op uit om anderen van een zelfgekozen dood af te houden. Wat een zelfoverschatting. Wij zijn te gast in het leven van een ander en zo horen we ons te gedragen. Wie zo wanhoopt, wil allereerst worden begrepen. En daarna moeten we voorzichtig duidelijk zijn, de ander meegeven dat hulp mogelijk is. Dat geeft zoveel opluchting. Ik heb leren luisteren, een mens die zijn verhaal niet kan delen wordt dodelijk eenzaam.
“De vreselijke dood van Dorien heeft ook mijn opvatting over hulp bij zelfdoding gekleurd. Als iemand echt niet meer wil, moet er een humane uitweg zijn. Die mogelijkheid geeft mensen lucht, soms om verder te kunnen, soms om minder eenzaam de dood in te gaan. Als het niet meer gaat, dan moet het niet gaan zoals bij deze jonge moeder.
“Haar boek staat bij mij in de kast. Voorin staat een opdracht: ‘Van Dorien’.”
De getuigenissen in deze reeks komen uit het boek Die ene patiënt van journaliste Ellen de Visser.