GetuigenisDie ene patiënt
Een borstkankerchirurg over haar eigen strijd tegen kanker: ‘Ik heb het allemaal zelf ondervonden: hoe zwak je je kunt voelen, hoe bang je kunt zijn’
Artsen en verpleegkundigen vertellen over de patiënt die hun leven veranderde. Deze keer: borstkankerchirurg Hester Oldenburg werd zelf ziek.
“Ik deed wat ik zoveel patiënten had zien doen, ik stopte het weg. Maar toen ik voelde dat het speldenknopje in mijn rechterborst langzaam groter werd, realiseerde ik me: dit is niet goed. Pas na een paar maanden stapte ik ermee naar een collega. Hij voelde, er werd een echo gemaakt, een punctie gedaan. Ik herinner me nog goed het telefoontje van de patholoog. Het nieuws ging razendsnel rond op mijn afdeling. We zijn een hecht team, dat ook iemand van ons borstkanker kon krijgen was confronterend.
“Ik wilde in mijn eigen ziekenhuis geopereerd worden, daar heb ik niet over getwijfeld. Mijn collega’s zijn me zo vertrouwd en waar ben ik beter af dan hier? Maar het lastige was wel dat ik er zelf zoveel van wist. De ochtend dat ik als patiënt naar mijn werk ging was zo vreemd. Toen ik de operatiekamer in ging, zag ik alleen maar bekenden.
“Na de operatie moest ik vijf weken worden bestraald en daar heb ik me flink op verkeken. Ook dat herkende ik van mijn patiënten. Borstkanker komt vaak voor bij vrouwen van middelbare leeftijd, en die houden zoveel bordjes in de lucht: werk, gezin, ouders die hulp nodig hebben. Vaak denken ze: die bestraling neem ik er wel even bij. Dat dacht ik ook. Maar toen kwam de terugslag. Ik voelde de wond trekken en ik dacht alleen maar: ik word beschadigd, dit wil ik niet. Als arts was ik gewend zaken af te wegen, statistieken te raadplegen, maar dat doktersgevoel was ik opeens totaal kwijt. De chirurg en de radiotherapeut hebben met me gepraat, me weer op mijn benen gezet. De bestraling heb ik afgemaakt.
“Twee weken later ging ik weer aan het werk. Maar elke patiënt die tegenover me zat, dat was ik zelf. Hun verhalen kwamen veel te hard binnen. Ik bezocht een congres in Berlijn, waar honderden collega’s uit de hele wereld het over borstkanker hadden, en ik dacht alleen maar: ze hebben geen idee.
“Daarna ben ik drie maanden gestopt. Om weer dokter te kunnen worden, moest ik eerst geen patiënt meer zijn.
“Zes jaar later werd bij een controle opnieuw borstkanker gevonden. In dezelfde borst, het zat zo diep dat ik het nog niet had gevoeld. Ik wist meteen wat er zou gebeuren. Na een bestraling is een borstsparende operatie niet nogmaals mogelijk. Mijn borst zou worden geamputeerd, en tegelijkertijd zou een reconstructie worden gedaan. Vijf dagen ziekenhuisopname, drains, een katheter, ik wist niet dat je de eerste dag na zo’n operatie niet eens op de rand van je bed kunt zitten.
“Ik praat vaak met patiënten over de periode die aanbreekt als de behandelingen achter de rug zijn, en iedereen denkt dat het wel weer gaat. Pas dan realiseer je je wat er is gebeurd, wat er had kunnen gebeuren. Dat gevoel, die beklemming, heb ik onderschat, allebei de keren. En ik besef nu dat artsen daar ook bij hun patiënten vaak te weinig rekening mee houden.
“Ik vertel patiënten bijna nooit dat ik zelf borstkanker heb gehad, het gaat in de spreekkamer tenslotte niet om mij. Maar mijn ziekte heeft een andere arts van me gemaakt. Ik voel nog beter aan wat vrouwen moeten doormaken, omdat ik het allemaal zelf heb ondervonden: hoe zwak je je kunt voelen, hoe bang je kunt zijn.
“Maar vooral: hoe sterk en blijvend de invloed van de ziekte is. Ik wist dat ik niet aan de borstkanker zou doodgaan, maar toch: ik besefte voor het eerst dat mijn gezondheid niet onvoorwaardelijk is, dat ook mij iets kan overkomen, dat ik sterfelijk ben. Het is voor altijd anders.”
De getuigenissen in deze reeks komen uit het boek Die ene patiënt van journaliste Ellen de Visser.