GetuigenisDie ene patiënt
‘Die sterke man, geveld door een stukje textiel’: een chirurg over de patiënt die zijn leven veranderde
Artsen en verpleegkundigen vertellen over de patië̈nt die hun leven voor altijd veranderde. Deze week: vaatchirurg Marc Scheltinga.
“Hij woonde niet in de buurt en tijdens de autorit naar het ziekenhuis had hij twee keer noodgedwongen moeten stoppen om de benen te strekken, zo onhoudbaar was de pijn. Kromgebogen kwam hij mijn spreekkamer in, doodop en neerslachtig. Hij wees op zijn lies. Dokter, zei hij, het voelt alsof daar continu zes kroonkurken onder mijn huid zitten te wroeten. Drie jaar lang al werd zijn leven gedomineerd door een kwelling die, zo was hem verteld, nooit meer zou verdwijnen. Hij kon niet meer op of neer, was gestopt met werken en arbeidsongeschikt. Ik zat tegenover een man die het leven niet meer zag zitten. Van mij hoeft het zo niet meer, zei hij.
“Het was allemaal gekomen door een liesbreuk waaraan hij aanvankelijk met succes leek te zijn geopereerd. De chirurg had op de plek van de breuk een matje geplaatst, een stukje kunststof dat veelvuldig wordt gebruikt bij dit soort ingrepen. De chirurg legt het matje op de zwakke plek in de lies, waarna het lichaam littekenweefsel aanmaakt. Het matje komt stevig vast te zitten en de breuk wordt hersteld.
“Een prima techniek die bijna altijd effectief is. Nu pas weten we dat bij een paar procent van de patiënten de operatie beroerde gevolgen heeft: zij krijgen door dat matje chronische pijn in hun lies. Maar toen deze man bij mij kwam was dat nog niet zo duidelijk.
“Zijn eigen chirurg had een echo gemaakt en een mri-scan. Daar was niks geks op te zien, hij moest er maar mee leren leven. Hij was doorgestuurd naar het pijnteam. Dat had niet veel uitgehaald, deze pijn is heel slecht met medicijnen te bestrijden. Die mat moest eruit, hij wist het zeker, en hij had overal rondgevraagd maar niemand wilde hem helpen.
“En toen kwam hij bij ons. Wij zijn gespecialiseerd in buikwandpijn, zijn huisarts had dat gelezen en hem doorverwezen. Ik onderzocht hem en besefte dat hij waarschijnlijk gelijk had: dat hij de godganse dag kroonkurken in zijn lies voelde prikken werd door het matje veroorzaakt. Ik heb een aantal collega’s gebeld, maar niemand had ervaring met het verwijderen van matjes. Erin zetten was geen probleem, maar eruit halen, daar waagde niemand zich aan. Toen dacht ik: dan doe ik het maar zelf. Ik herinner me nog het moment waarop ik hem dat vertelde. Hij begon te huilen. Zo’n grote, sterke man, gesloopt door een stukje textiel en zielsgelukkig om eindelijk een dokter te treffen die hem geloofde. Dat was het moment waarop ik sterker dan ooit besefte dat je als arts heel goed naar je patiënt moet luisteren. Want de patiënt geeft je bijna altijd de juiste diagnose. Je moet alleen wel de juiste antenne aan hebben staan.
“Ik had de operatie nog nooit gedaan. De mat was vergroeid met weefsel, het was een hele klus om alles zonder schade los te knippen. Toen de man na zes weken op controle kwam, liep hij rechtop mijn spreekkamer binnen, lachend en energiek, een totaal ander mens. De pijn was weg, hij functioneerde weer.
“Maar na het enthousiasme kwam de frustratie en die was groot. Had dit niet eerder gekund, wilde hij weten. Waarom had hij hier zo lang mee rond moeten lopen? Natuurlijk had hij gelijk. Hij was de dupe geworden van een gebrek aan betrokkenheid. Een arts die niet weet wat hij aan moet met een patiënt heeft de plicht om op zoek te gaan naar anderen die dat misschien wel weten.
“Deze stoere patiënt heeft me geleerd dat je als arts bereid moet zijn om van gebaande paden af te wijken, om dingen te doen die je nooit eerder hebt gedaan. Zeker als je ervan overtuigd bent dat je daarmee iemand kunt helpen. Eigenwijsheid is een positieve eigenschap, als je genoeg reden hebt om het te zijn.”