Lust & Liefde
“Die nacht hebben we voor de allereerste keer samen in een bed geslapen en daarna is hij niet meer weggegaan”
Een heel leven wachten. Is dat lang, als je weet dat hij de ware is? Elisabeth (56) nam de proef op de som en ze wachtte zonder te mopperen. Totdat op een dag haar geduld op was. “De avond waarop hij zijn gezin verliet, zat ik in Dubai.”
“We hebben nooit een ordinaire geheime verhouding gehad, draag ik aan als verdediging. Nooit afspraken op een hotelkamer waar we elkaar de kleren van het lijf trokken. En, wat meer zegt: we hebben nooit die aandrang gevoeld. Ook al zijn we al verliefd sinds ons 18de. Al die jaren wisten we dat we waren voorbestemd, maar toen hij – uit plichtsbesef, angst – besloot toch bij zijn vriendin te blijven, verwaterde het contact. In de decennia erna trouwden we allebei, hij met die vriendin, ik met een heel leuke oudere man die ik adoreerde. Zoals dat gaat met oude vriendschappen las ik met een steek in mijn hart in de krant dat hij een kind kreeg en daarna nog een. Zelf kreeg ik een dochter.
“Pas vorig jaar, een jaar na de dood van mijn man, belde ik hem weer. Ik was nog steeds erg in de war. Mijn man was heel lang ziek geweest, ik wist dus al een hele tijd wat me te wachten stond, en toch leek het of met hem al mijn zekerheden in één klap verdwenen. Overdag werkte ik fulltime als strafadvocaat, maar ’s avonds at ik niet en ’s nachts sliepen mijn dochter en ik dicht tegen elkaar aan, in de hoop dat lichaamswarmte het allerzwartste uit ons verdriet zou halen.
“Na dat jaar vond ik dat er iets moest gebeuren. De saaie villawijk waar ik met mijn man woonde, paste niet meer. Mijn dochter ging de deur uit en ik verhuisde naar een grote stad. Vlak voor zijn dood had mijn man, op die typische halfernstige, halfgrappende manier van hem, iets opmerkelijks gezegd: ‘Als ik er niet meer ben, bel je Frederik maar.’ En ik lachte, alsof ik me liet overhevelen naar een ander. Maar het was dus met zijn toestemming dat ik Frederiks nummer belde.
“Hij was net met zijn kinderen bij zijn moeder toen ik hem belde. Drie uur hebben we met elkaar gesproken en alles was er weer: die aantrekkingskracht, de energie, zijn blijheid. We begonnen elkaar te ontmoeten, zonder te vrijen, zonder met elkaar naar bed te gaan. Het leven had me veranderd, de dood van mijn man had geduld en nuance in mij naar boven gebracht. Wat ik op mijn 18de niet begreep – dat hij onze liefde wel erkende maar daar niet naar kon handelen – snapte ik nu veel beter. Zeker op onze leeftijd kan je niet blind op slechts je eigen gevoelens afgaan. Hij droeg niet alleen verantwoordelijkheid voor zichzelf, maar voor alle levens om hem heen. Een scheiding zou netto misschien wel meer verdriet opleveren dan geluk, als je de gevoelens van zijn vrouw, alle kinderen en bejaarde ouders meerekende.
“En toch, een ander sterk deel van me was een stuk minder redelijk. Ik wilde opeisen wat het leven als het ware al die tijd voor me in petto had gehad. Die overtuiging was zo sterk, dat ik bijna verbaasd was toen een collega op een keer geschokt zei: ‘Ik zag een trouwring om de vinger van je vriend.’ Ja, dat klopt, hij was getrouwd, voor de tweede keer zelfs, maar eigenlijk waren wij al heel lang van elkaar. Ongeconsumeerde liefde is ook liefde. Nogmaals, we deden niks stiekems. Hij heeft zijn tweede vrouw verteld dat we weer contact hadden, dat is in ieder geval iets waar ik me op kan beroepen, al zal het in haar ogen wel schamel zijn. Op een nacht droomde ik dat ze me vroeg: ‘Waar ben je mee bezig? Ik houd toch ook van hem.’ Ook tegen mij was hij eerlijk. Hij deed geen enkele belofte. Op vakantie met zijn vrouw mailde hij dat hij ‘iedere seconde’ aan mij dacht, maar hij was nog niet terug of hij begon doodleuk met een verbouwing van hun huis en liet weten dat hij er tegenop zag zijn leven overhoop te gooien. Daarin toonde hij zich weer die tegenstrijdige man van 38 jaar geleden die het iedereen naar de zin wilde maken.
“Misschien was het toch beter het louter vriendschappelijk te houden, dacht ik toen. Als hij toen ook maar een moment had gezegd: ik houd ook nog steeds van haar, als hij ook maar had gezegd dat hij twijfelde, of als ik de indruk had gehad dat zijn kinderen gelukkig waren in dit tweede huwelijk, dan had ik – hopelijk – de moed gehad op tijd af te haken. Want zijn redenen om niet voor mij te kiezen waren immers allemaal terug te voeren op dat sociale bouwwerk dat misschien zou instorten zodra hij zou zich zou losmaken.
Knoop doorhakken
“Uiteindelijk hakte ik toch de knoop door en besloot hem niet meer te willen zien. ‘Meen je dat, of zeg je dat maar?’, vroeg hij. ‘Als jij wilt dat het anders gaat, moet je nu beslissen’, antwoordde ik. En dat deed hij. De avond waarop hij zijn gezin verliet, zat ik in Dubai. Voor duizend euro heb ik mijn vlucht omgeboekt om eerder terug te kunnen. Op het vliegveld liet ik mijn nagels doen en in mijn handbagage stopte ik een mooie broek, om zo fraai mogelijk in zijn armen te kunnen springen. Thuis in mijn badkamer vond ik een oplader met twee tandenborstels. De keuken stond vol heerlijk eten.
“Die nacht hebben we voor de allereerste keer samen in een bed geslapen en daarna is hij niet meer weggegaan. Dat was in januari. Nog iedere avond loop ik, tegen de tijd dat ik hem thuis verwacht, de trap af en ga in de straat staan wachten tot hij komt aangefietst. De samengestelde familieconstructie waarvan hij aan het hoofd stond, is er niet meer, maar zijn kinderen komen graag. Het is precies zoals ik in mijn stoutste dromen had gehoopt en zoals mijn overleden man had voorzien.”