DMens
De man die mode maar oppervlakkig vond
Weer gaat zijn naam over de tongen: Raf Simons zou op weg zijn naar Calvin Klein. Wat maakt dat luxehuizen in de rij staan voor de man, die zelfs nooit mode studeerde?
Het debuut van Raf Simons voor Dior is halverwege als een silhouet op de catwalk verschijnt dat de adem doet stokken. De vorm is onmiskenbaar vintage Christian Dior: een strakke bustier die armen en sleutelbeenderen bloot laat, breed uitwaaierend in een rok die afklokt halverwege de kuit. Maar die kleuren! Felgeel, groen en zwart in een motief dat aan graffiti doet denken, of een close-up van het noorderlicht. (foto boven)
Het patroon is een kopie van het werk van Sterling Ruby, de door Raf Simons fel bewonderde Amerikaanse kunstenaar. De Belgische ontwerper heeft zijn textielteam tot het uiterste gedreven om het stijve doek van Sterling zo goed mogelijk weer te geven op stof die rond de heupen van het model moet dansen. Het resultaat is hypnotiserend.
Dat is Simons ten voeten uit: geobsedeerd door het detail, perfectionistisch in de uitwerking, mondig in de vertaling van zijn ideëen naar zijn technisch team. En koppig. "Hij heeft een beeld in zijn hoofd en dat beeld móét het worden", zegt Jan Boelen. Hij is artistiek directeur van Z33, het kunstencentrum dat in 2003 een expo organiseerde over de inspiratiebronnen van Simons, Guided by Heroes. Simons wilde de volledige ruimte spierwit, zegt Boelen. "Plafonds, vloeren, muren, tafels. Elk hoekje, elk gaatje. Er wordt gezegd: dat gaat niet. Maar hij houdt vol. Rustig, menselijk. Volhardend." Alles werd spierwit geverfd. "Alles."
Een blik in de catalogus van toen helpt om de ontwerper van vandaag te begrijpen: Kids-regisseur Larry Clark, rockfotograaf Anton Corbijn, het futurisme van videoartiest Chris Cunningham. Zijn inspiratie haalt hij uit film, techno, rock, skate, de toekomst en het verleden. Adolescentie. Van mode geen spoor.
Boelen en Simons zaten samen op de schoolbanken in Genk. Ze zijn afgestudeerd als industrieel vormgever. "Hij heeft een klein, heel scherp idee en dat verbindt hij met een hele rijke visuele cultuur. En hij kan ook nog eens een team zo aansturen om tot dat beeld te komen."
Verfijning
Simons had als student al een bepaalde verfijning in de vingers, zegt zijn oud-docent Luc Vanlessen. Dat zag hij ook in zijn eindwerk uit het jaar 1989. Kastjes op hoge poten, de inhoud - korsetten - aan het oog ontrokken met lappen leer en stof. "Er zaten diepere lagen in dat werk, een spel van tonen en verbergen, met verwijzingen naar textiel en mode."
In industrieel ontwerp, legt Vanlessen uit, "moet je naar de essentie van het ontwerp kunnen gaan. Daarvoor moet je het eerst helemaal kunnen benoemen. Wie enkel het oppervlak aanschouwt, kan nooit tot echte kennis komen. Laat staan tot vernieuwing." Het is nooit louter de schoonheid die de kwaliteit van een product bepaalt, zegt Vanlessen. "Het gaat om het geheel van de eigenschappen. Die visie zie ik nog altijd in zijn werk."
De verplichte stage tijdens zijn opleiding in Genk deed hij bij Walter Van Beirendonck, nadat hij zijn docenten en de ontwerper had overtuigd om een student van buiten de modewereld aan te nemen. Van Beirendonck nam hem naar een show van Martin Margiela, voor Simons ging een nieuwe wereld open: die van rauwe grunge, van tegendraadse decompositie. "Hij heeft eens gezegd dat hij mode maar oppervlakkig vond", zegt Karen Van Godtsenhoven. "Tot hij het werk van Margiela zag."
Als curator voor het Antwerpse Modemuseum selecteert ze mee de stukken van Simons die het museum in haar collectie koestert. Ze noemt "de strakke lijn, het heldere, gestroomlijnde silhouet" als kenmerkend voor de hand van Simons. Als ontwerper van zijn eigen mannenlabel, het Italiaanse minimalisme in zijn jaren bij Jil Sander of bij Frans luxehuis Dior: "Het is steeds mooi en elegant. Hij doet geen mode om de mode, hij is een realistische ontwerper. Ook Hollywood-sterren willen kunnen bewegen in hun jurk."
Heruitvinden
Nog typisch Simons, zegt Van Godtsenhoven, is de gave om zich onder te dompelen in de underground en dat te vertalen naar een wereld van extreme bourgeoisie. Bij Calvin Klein, waar het heersende ontwerpersduo net naar huis is gestuurd, zou Simons een icoon van het Amerikaans minimalisme kunnen heruitvinden.
"Ik kan mij niet uitspreken over een eventuele overstap naar Calvin Klein, maar ik zie de aantrekkingskracht. In de jaren negentig stond Calvin Klein voor de uniseks van CK One, de grunge van Kate Moss. Het is typisch voor huizen met een grote geschiedenis dat ze ontwerpers met een sterke eigen stijl aantrekken om aan de slag te gaan met die grote erfenis. In de hoop dat het een gecombineerde signatuur oplevert. "
Ze verwijst naar de aanstelling van Demna Gvasalia van het regelse label Vêtements bij Balenciaga. "Elk merk wil jong en hip zijn. Ook al wordt het gekocht door een ouder publiek, dat er de middelen voor heeft."