OpinieLezersbrieven
‘Met de mentaliteit van sommige chauffeurs gaat het nooit lukken’: lezers over ons ‘Dossier Verkeersdoden’
Elk jaar komen 300 mensen in Vlaanderen niet meer thuis, gewoon omdat ze omkomen in het verkeer. Wat maakte u al mee op straat? En wat zou het verkeer veiliger kunnen maken? Een selectie van lezersbrieven aan de redactie, naar aanleiding van onze onderzoeksreeks ‘Dossier verkeersdoden’.
Elk jaar komen 300 mensen in Vlaanderen niet meer thuis, gewoon omdat ze omkomen in het verkeer. Waarom blijven we elkaar massaal doodrijden? En waarom vinden we dat normaal? De Morgen ging op onderzoek.
‘Niet gezien’
Op 15-jarige leeftijd werd onze zoon op een (beruchte) oversteekplaats voor fietsen aangereden door een bestuurder van 93. Hij claimde “dat hij het niet expres had gedaan” en “dat hij de jongen niet had gezien”.
Iedereen kent wel mensen die nog amper in staat zijn om met de auto te rijden, maar het toch doen. Een 18-jarige moet een heel traject afleggen om te bewijzen dat hij de baan op mag. Maar wat doen we met stokoude mensen waarvan we mogen aannemen dat ze niet meer zouden slagen als ze vandaag een rijexamen moesten afleggen?
Wouter van Beirendonck (48), Mortsel
Groen is gevaar
Sinds ik elf jaar geleden naar België verhuisd ben, heb ik mij al meermaals verbaasd over de vele extreem onveilige situaties op de weg: agressieve chauffeurs, volstrekt onduidelijke bewegwijzering, slechte wegen, maar vooral gevaarlijke kruispunten. In België betekent een rood stoplicht ‘veilig’, omdat je dan stilstaat en er in principe geen gevaar dreigt.
Bij groen licht wordt het gevaarlijk, omdat jij dan verder mag, maar je nooit een idee hebt wie dat nog meer mag. Auto’s, fietsers en voetgangers uit allerlei richtingen lijken tegelijk met jou groen licht te hebben. Hoe vaak ik niet volledig verrast ben door ander verkeer bij een groen licht, ik weet het niet, maar veel te vaak.
Linksaf slaan is bijna altijd levensgevaarlijk bij stoplichten. Is er echt niemand die daarover nadenkt in België? Groen licht zou een veilige situatie moeten aangeven, vooral voor fietsers en voetgangers, maar hier lijkt het net gevaarlijke situaties aan te duiden.
Jan Kees Blom (62), Hoeilaart
Nonchalance
Wat vooral tot wanhoop drijft, is niet de anekdotische waanzin, maar de nonchalance van de automobilisten rondom mij, die zo structureel en massaal is: wie dagelijks pendelt, weet dat het verbod op gsm-gebruik in de wagen en de snelheidslimieten onbestraft en massaal genegeerd worden.
Johan Vereecke (39), Gent
Concentratie
Al meer dan 25 jaar rij ik met de motorfiets naar en van het werk. Van Sint-Niklaas naar de haven in Antwerpen, goed voor 19.000 km per jaar. Ik heb dus genoeg gezien. Er is maar één oplossing: alle weggebruikers moeten zich nauwlettender op het verkeer concentreren. Ik zet in de wagen bijvoorbeeld zelfs geen radio aan. Als je niet geconcentreerd bent op de motor, zal je niet lang meer motorrijden. Helaas is dat zo moeilijk te controleren – makkelijker is het een flitspaal te zetten die om 5 uur ‘s morgens iemand flitst die zonder ander verkeer 10 kilometer per uur te snel reed.
Bart Heremans (59), Belsele
Bumperklevers
Als motorrijder heb ik vaak last van bumperklevers. Misschien wel een kwart van de autobestuurders is afgeleid en kijkt naar hun gsm tijdens het rijden.
Wat kunnen we eraan doen? De politie zou bredere boetes kunnen uitschrijven, ook voor bumperkleven. Ook het gsm-gebruik moet strenger worden aangepakt. Men moet meer chauffeurs vervolgen en sneller hun rijbewijs intrekken. Ik heb met mijn helmcamera al veel video’s gemaakt, maar daar gebeurt niets mee.
Kerem Basaran (39), Gent
Bredere voetpaden
In Molenbeek zijn er vele openbare werken waarbij voetpaden verbreed worden. Dat is echt een enorme verbetering. Pas nu besef ik de stress die brede oversteekplaatsen bij smalle, niet-verhoogde voetpaden met zich meebrengen. Zeker met kinderen. Een versmalling van de rijbaan en een verbreding van het voetpad is niet alleen veiliger, maar ook beter voor het mentale welzijn. Als je zo’n straat twee keer per dag met je kind moet oversteken, dan heeft dit een directe impact op je levenskwaliteit.
Nele Van Campfort (36), Sint-Jans-Molenbeek
Wat ik elke dag zie
Voor mijn woon-wegverkeer fiets ik dagelijks 26 kilometer naar Leuven. Met de auto rij ik jaarlijks zo’n 4.000 kilometer. Wat ik elke dag zie in het verkeer:
- Respectvolle autobestuurders in en rond Leuven.
- Veel studenten die niet in een stad kunnen fietsen: plots linksaf slaan, geen voorrang verlenen, zwalpen op het fietspad, geen bel horen wegens oortjes, tegen de richting in rijden...
Ik ben zeker geen verzuurd mens! Ik ben enkel meer bang voor onervaren fietsers dan voor auto’s. In Brussel is dat een heel ander verhaal.
Wat kunnen we eraan doen? Een fietsexamen, bredere fietspaden die zijn aangepast aan de grote hoeveelheden gebruikers en een verbod op oortjes.
Hilde Vansteenvoort (60), Sint-Joris-Weert
Wachten op slachtoffers
Wij wonen in een woonwijk, dicht bij een park waar veel jonge kinderen spelen (zonder begeleiding van ouders). In onze straat geldt eenrichtingsverkeer. Gezien de wijk een beetje een doolhof is, moet je wanneer je voorbij een punt bent en wilt terugkeren, de wijk uitrijden om dan opnieuw te beginnen. Veel bestuurders lappen die regels aan hun laars en rijden (vaak erg snel) achteruit in onze straat, ook al kun je als automobilist dan onmogelijk spelende kinderen zien.
De plaatselijke overheid is op de hoogte maar geeft aan dat het niet mogelijk is om de regel te handhaven, want alleen bij betrapping op heterdaad kan ingegrepen worden. Het is dus wachten tot een spelend kind onder een auto belandt…
Eva Willebrords (32), Mechelen
Kijk naar Nederland
Ik ben ooit aangereden op de fiets. Ik reed rechtdoor, een wagen die me voorrang had moeten verleden had me niet gezien – hoewel het overdag was en ik een knalrode jas droeg. Gelukkig was er enkel blikschade. Daarnaast ben ik al vaak bijna aangereden. Maar ook: een goede vriendin is op 19-jarige leeftijd overleden in een dodehoekongeval. Ik moet bijna dagelijks aan haar denken wanneer ik me in het verkeer begeef.
Het hele verkeersnet zou heraangelegd moeten worden. Fietsers veel meer scheiden van auto’s, gefaseerde verkeerslichten. Kijk naar Nederland, het is een zaligheid om daar te rijden en te fietsen. Je neemt daar ook sneller de fiets omdat het veiliger en vlotter kan. Verder zou het helpen om enkel rijles door de rijschool toe te staan in plaats van rijles door mama en papa. Zo leert men onder andere deftig te ritsen! En mensen zouden ook gewoon wat oplettender moeten zijn en minder haantjesgedrag vertonen in de auto. Het is maar een rit van A naar B, geen race om de wereldtitel!
Marjan ‘t Syen (34), Ranst
Drastischere maatregelen
Ik woon in een rustige straat die uitkomt op een drukke weg. Nochtans heb ik voorrang van rechts op die weg. Ik neem voorzichtig mijn voorrang als ik de straat uitrij en dat leidt dan vaak tot getoeter en woedende reacties. Conclusie: de Vlaming kent de voorrangsregels niet.
Verder zijn er vijf supermarkten in het dorpscentrum en die worden bevoorraad door zware en lange vrachtwagens die onder meer voor fietsers een reëel gevaar vormen. Wil de overheid werkelijk iets doen om het land verkeersveiliger te maken, dan moet ze drastischer maatregelen nemen.
Bijvoorbeeld: al het commerciële verkeer een tijdje voor en na de schooltijd verbieden. Nultolerantie voor alcohol en druggebruik. De snelheid in dorpen overal verlagen tot maximaal 30 km per uur en 100 km per uur op de snelwegen. Om de tien jaar een rijvaardigheidstest en kennistest van de verkeersregels voor iedereen met een rijbewijs. Een verkeersgedragscode als verplicht examen op school. Stoppen met de eindeloze lintbebouwing. Eens out of the box denken op stedenbouwkundig gebied. En vooral het idee dat alles snel moet uit de hoofden van de mensen bannen.
Sam Schürg (77), Ekeren
Leve de fietsdictatuur!
Heel simpel: volg de verkeersregels. Steek als automobilist in een fietsstraat geen fietsers voorbij. Ook niet fietsers die hardnekkig volharden en in het midden van de baan blijven rijden om u ervan te weerhouden hen uiteindelijk tóch in te halen.
Zo werd ik op een vrolijke maandagochtend bijna van de weg gemaaid door een dame in een zwarte Volvo die al vloekend rechts van mij was komen staan aan het volgende kruispunt. Toen ik haar erop wees dat zij zich in een fietsstraat bevond, tierde ze vol zelfmedelijden verder waarop ze het kruispunt opstoof. Omdat zij linksaf moest en ik rechtdoor en ik me de pas niet liet afsnijden, moest ze me in het midden van het kruispunt alsnog voorrang verlenen. Dat vond ze helemaal geweldig!
Zo gebeurt er wel elke dag iets in diezelfde fietsstraat omdat een de automobilist zich nog steeds Koning Auto waant. Leve de fietsdictatuur!
Liselotte Van der Gucht (26), Gentbrugge
Mijn vader en een vriendin
Mijn vader is doodgereden door een dronken bestuurder die door het rood reed. Een vriendin is overleden bij een ongeval nadat een vriend te snel reed, wilde inhalen en frontaal tegen een tegenligger botste.
Joris De Baerdemaeker (54), Mortsel
Mijn speedpedelec
Elke dag maak ik als fietser gevaarlijke situaties mee tijdens mijn woon-werkverkeer. Rijdend langs gewestwegen wordt er slag om slinger naar rechts afgedraaid zonder rekening te houden met de fietser. Aan scholen wordt het fietspad als extra parkeerstrook gebruikt. Bij bakkers en bouwwerven word je op de rijbaan gedwongen.
Een langer traject via veldwegen is ook steeds riskanter. Ondanks verbodsborden voor auto’s word je daar ook om de haverklap met sluipverkeer geconfronteerd. Op een betonbaan van één auto breed ben je altijd de verliezer.
Ik rij met een speedpedelec en besef dat dit een aanpassing vergt voor veel van de weggebruikers. Maar moet dat van mij een paria maken? In mijn omgeving worden gevaarlijke verkeerssituaties steeds verklaard door ‘de snelheid van de speedpedelec’. Het lijkt veel beter aanvaard om met een grote wagen door de schoolomgeving te knallen dan naar je werk te gaan met een speedpedelec.
En ja, soms reageer ik met een armbeweging, die niet is bedoeld om te provoceren. Er zijn al mensen die het, met hun kleine kinderen op de achterbank, nodig vonden om terug te draaien en mij bedreigden, of een taxichauffeur die me van het fietspad reed, of mensen die net nog meer gas gaven...
Ik rij ook met de wagen en als automobilist stoor ik mij evenzeer aan het risicovolle gedrag van fietsers: fietslichtjes die niet werken, mensen die door het rood rijden...
Het grote probleem lijkt structureel: de lintbebouwing en de stiefmoederlijk behandelde positie van de zwakke weggebruiker. Niet alleen op vlak van investeringen, maar ook in mentaliteit. Er lijkt geen totaalplan voor mobiliteit op tafel te liggen: je moet en zal een auto hebben om van punt A naar B te gaan.
Zoals reeds is vernoemd in jullie dossier lijken me een lagere maximumsnelheid en een rijbewijs met punten zowel nuttige als haalbare ingrepen.
Toon Lenaerts (37), Diest
Talloze voorbeelden
Elke dag kom ik als fietser automobilisten tegen die door het rode licht rijden. Ook op een kruispunt dat conflictvrij is gemaakt voor fietsers.
Helaas, met de mentaliteit van sommige bestuurders zal het nooit lukken. Meer blauw op straat zou wel helpen. Een rijbewijs met punten heeft ook al zijn nut bewezen in andere landen.
Fietspadparkeerders kom ik ook regelmatig tegen als fietser. Puur egoïsme noem ik dat. Zulke bestuurders zou ik graag eens meenemen op mijn fietsritten en hen confronteren met hoe bestuurders het leven van fietsers in gevaar brengen. Ik kan nog talloze voorbeelden aanhalen.
Luc De Ruyter (50), Wondelgem
Vreselijke gebeurtenis
Twaalf jaar geleden waren we getuige van een ongeval met vluchtmisdrijf. Een kleuter van 2,5 jaar liet daarbij het leven. De oerschreeuw van de moeder ging door merg en been. Ze hebben de doodrijder enkele dagen later kunnen pakken, het was een recidivist zonder geldig rijbewijs. Hij toonde geen berouw. Ik kan me de vreselijke gebeurtenis nog perfect voor de geest halen, ze staat in mijn geheugen gegrift.
De straffen voor chauffeurs onder invloed en zeker voor recidivisten mogen gerust veel strenger, ook zou hun auto sneller in beslag mogen worden genomen.
Bovendien moeten er veel meer controles zijn. Nog steeds reageren chauffeurs gejaagd en geërgerd wanneer je je houdt aan de juiste snelheid als automobilist. Nog steeds zijn er gemeentes die weigeren om extra veiligheidsmaatregelen te nemen op hun lokale wegen. We hebben precies nog steeds niet door.
Veerle Debay (47), Jesseren