AchtergrondMode
Trendvoorspellingen: van gorpcore tot balletcore, hoe zal de crisis onze mode beïnvloeden in 2023?
Geven we nog geld uit aan nieuwe kleding wanneer de energieleverancier gulzig aan onze bankrekening knaagt? Tuurlijk wel, zo blijkt, al mag het wat duurzamer, doordachter en zowaar duurder zijn dan voorheen. 2023 belooft bovendien het jaar van de gekke trends te worden: gorpcore, gothcore, barbiecore en ja, zelfs balletcore.
De thermostaat blijft in vele woningen op een historisch lage temperatuur hangen, zelfs bij vriesweer hield de Vlaming zich in bedwang – het verbruik lag vorig jaar meer dan een tiende lager dan voorheen. De kosten swingen zodanig de pan uit dat zelfs doorgewinterde thuiswerkers weer op kantoor aankloppen. Zo’n koudebewind moet toch ook een weerslag op onze kledingstijl hebben gehad?
Aanvankelijk wel. Bij de eerste koudeprik in december stond er bij Uniqlo, de Japanse modeketen die bekendstaat om zijn warmelaagjeskleren, een rij tot buiten op de Antwerpse Meir. Op de boodschappenlijst: de befaamde dunne donsjasjes en de thermische Heattech-collectie. Ook wie dit najaar bij Underwear in de Brusselse Dansaertstraat shopte, zocht vaker naar warmere onderlijfjes van wol en zijde dan naar lingerie. Dikke pyjama’s waren ook een hit. Al was die trend tijdelijk. Met de stijgende kosten in het achterhoofd kochten klanten die stukken bijna uit een soort plichtsbewustheid, weet Tine Prophete, verkoopster en een van de inkopers van de winkel. “Aanvankelijk waren ze bang: ‘De energieprijs! Besparen!’ Maar nadat ze een maand hun best deden, vonden ze dat ze toch iets moois verdiend hadden en nam de algemene verkoop weer toe.”
Bij andere boetieks, zoals de hippe Gentse multibrandstore Shelter en de Hasseltse schoenen- en modegigant La Bottega, horen we dezelfde teneur: de crisis was op de achtergrond wel aanwezig, maar uiteindelijk ging het voorbije seizoen zijn gewone gangetje. Kleding lijkt het laatste waarop we willen besparen.
Business as usual
Blijven shoppen, alsof het voorbije jaar business as usual was: misschien is het wel een manier om het moeilijke klimaat te ontkennen, gelooft Elisa De Wyngaert. Als curator van het Antwerpse modemuseum presenteerde ze in 2021 met E/motion een expo die mode bestudeerde door de lens van emoties, en dan vooral angsten en crisissen. “Hoeveel we ook spreken en stressen over de crisis, het liefst proberen we zo lang mogelijk ons gewone leven te leiden. Dat zie je zelfs in oorlogsgebied.”
Op korte termijn lijken de inflatie en de crisis alvast een impact op de duurzaamheid van onze aankopen te hebben. Velen zijn bereid om wat meer te betalen voor nieuwe spullen. “We kopen duurdere stukken, maar ze moeten kwalitatief en lang draagbaar zijn, zodat het op lange termijn goedkoper uitkomt”, weet Isolde Delanghe, directrice van Mode Unie, dat voor de Belgische modewinkels opkomt. Ook de tweedehandshandel kreeg een enorme boost. Doorverkoopsite Vinted genereerde in 2021 een omzet van 245 miljoen euro, een stijging van 97 miljoen euro of 60 procent ten opzichte van het voorgaande jaar. En in het afgelopen jaar lokten zachte prijsjes tot een derde meer klanten naar de Kringwinkel.
Later, wanneer we op deze periode terugblikken, zullen we vast de weerslag van deze turbulente tijden kunnen ontwaren. Mode staat immers niet stil. “Het is een toevluchtsoord”, zegt De Wyngaert. “Door alle crisissen heen reflecteert mode de tijdgeest en staat ze midden in het leven – we hebben kleren nodig om ons uit te drukken. Wat dat concreet inhoudt? De huidige crisis is deels economisch, maar ook deels psychologisch, door de zware oorlogsberichtgeving. Ze reflecteert ook het herstel van een maatschappij die ontwaakt na een pandemie. Ik heb het gevoel dat die crisis vandaag een modebeeld met een gehavend karakter naar voren schuift. De kleding lijkt kapot of al gedragen te zijn, veel stukken dragen sporen van een ander leven. Dat zie je bijvoorbeeld ook bij merken als Balenciaga en Miu Miu.”
Nostalgie
Ook eigen aan crisistijden: een nostalgisch sentiment. Dat is waarom tieners volgens De Wyngaert tegenwoordig dwepen met die nineties-esthetiek van losse broeken en lage tailles. “Jongere generaties associëren de jaren 90 met een analoge, tragere en dus betere periode, terwijl je toen natuurlijk ook een Golfoorlog had, en een oliecrisis, recessie en werkloosheid.” Ook het minimalisme komt terug, bewijzen onder meer Raf Simons’ ontwerpen voor Prada. Diezelfde soberheid was niet toevallig de signatuur van enkele avant-gardemerken uit de nineties. “Ann Demeulemeester, Martin Margiela, Jil Sander, Helmut Lang... Allemaal namen ze afstand van de logomania uit de eighties. Hun ontwerpen waren allesbehalve pronkerig. Alles draaide om de stoffen, je wilde vooral niet tonen dat je veel geld aan kledij besteedde. Ook na de kredietcrisis van 2008 borrelde dat minimalisme weer op. Het was het tijdperk van Phoebe Philo bij Céline, wiens stijl tot de fast fashion doordrong. Minimalisme en casual, sneakers onder een kostuum, zij maakte dat populair. Vandaag zijn we weer in crisis, dus het is afwachten wat het ditmaal wordt.”
De eerste rimpelingen golven al over het water. Een van de meest besproken catwalklooks van dit seizoen was Kate Moss in houthakkershemd, singlet en jeansbroek van Bottega Veneta. Doodgewoner kon amper, ware het niet dat de look, ontworpen door de Belg Matthieu Blazy, helemaal uit leder bestond. Om je een idee te geven: de geprinte jeans is vandaag te koop voor 4.800 euro. Bij Prada, dit seizoen ook erg minimalistisch, tel je voor een vergelijkbare witte tanktop minstens 690 euro neer.
Supervips
Zulke exorbitante, steeds toenemende prijzen zijn trouwens ook een tendens. De prijzen bij huizen als Versace en Louis Vuitton stegen het afgelopen jaar feller dan de inflatie. En in Azië experimenteert Chanel met nieuwe supervipwinkels voor extreem rijke klanten. Wie ‘slechts’ enkele duizenden euro’s voor een instapmodel te besteden heeft, raakt er niet binnen. De luxemerken kunnen dat, omdat de kern van hun publiek amper last van de crisis ondervindt. En dus worden ze nóg exclusiever, voor een steeds kleiner groepje happy few dat in een parallel universum leeft. “Luxe is duidelijk niet langer iets voor het middensegment”, zegt Kate Stockman die als trendwatcher ook modebedrijven adviseert. “En het is een bewuste strategie. Die merken moeten winstgevend blijven, voor een economie die ongebreidelde groei verwacht, en dus focussen ze op waar het potentieel zit: bij wie de crisis niet voelt.”
In de leemte die zo ontstaat, ligt een kans voor entry level designers, vaak onafhankelijke ontwerpers met producten die qua kwaliteit aan high-endluxehuizen kunnen tippen, maar met een iets realistischer prijskaartje. Zoals de lederwaren van de Nederlandse Elza Wandler. “Vroeger was ons prijspunt net onder de luxemerken niet vanzelfsprekend. Vandaag hoor ik van retailers dat het een leemte in de markt is, net omdat de prijzen van échte high-endmerken soms met wel 25 procent stegen. Er zijn tijdens de coronacrisis ook nogal wat van die onafhankelijke merken gesneuveld.” Om het verschil te maken, worden kwaliteit en het verhaal belangrijker dan ooit, gelooft Wandler. Net zoals functionaliteit. Zo zijn sommige van haar handtassen ontworpen om op verschillende manieren te dragen.
Boetieks proberen met zulke onafhankelijke designers te differentiëren. Ook bij Shelter in Gent hebben merken met een verhaal een streepje voor, zegt Tiny Geeroms, die elk seizoen de collecties kiest. Samen met Hannah Vanspauwen richtte Geeroms trouwens zelf een label op dat in die beweging past: Paule Josephe is een slow fashion-kledingmerk dat tweedehandskleren en onverkochte stukken tot geborduurde, unieke stuks transformeert.
“Bewuster voor kwaliteit kiezen zal in de toekomst steeds belangrijk worden”, voorspelt Kate Stockman. Niet toevallig spelen minimalistischere merken als Arket en Cos, beide onder het dak van de H&M-familie, hierop in. “Merken die niet kunnen bewijzen dat ze waarde hebben, zullen de verliezers worden.” Was vroeger vooral de naam van het luxemerk van belang, dan komt het er nu veel meer op aan een luxegevoel te creëren: een gebruiksaanwijzing bij je wollen trui, een hersteldienst, een authentiek verhaal... “Zoeken naar waarde, naar zekerheid en naar wat een goede investering is: zo gaan mensen om met deze polycrisis waarin veel problemen van de mensheid samenkomen en elkaar versterken”, aldus Stockman.
Kleren zonder betekenis
Met een beetje geluk resulteert deze crisis dus in een tendens naar minder en beter, en naar een scherpere neus voor meerwaarde. Dat is alleszins exact wat Alec Leach propageert. De Brit werkte vijf jaar als journalist voor Highsnobiety, zowat dé mannenmodewebsite van het sneakertijdperk. Op een dag gaf hij er de brui aan, de spreidstand tussen de eindeloze stroom aan nieuwe kleren en zijn bezorgdheid om het milieu werd onhoudbaar. “Na jarenlang alle trends na te jagen die ik geacht werd na te jagen, en na alle designerstuks te verzamelen die je moest hebben, had ik gewoon een hoop kleren in mijn kast die niets voor me betekenden, die me niet stonden en die mij eigenlijk niet plezierden”, vertelt Leach in GQ. Daarom schreef hij The World Is on Fire But We’re Still Buying Shoes, een lik-op-stukmanifest voor de duurzame mode. Hij confronteert lezers met de ongemakkelijke waarheid: de constante stroom aan trends, collabs en exclusieve sneakers zijn gewoon excuses waarmee bedrijven hun winst veiligstellen. Daarvoor doen die merken een beroep op de dromen die ze ons met elke nieuwe trui, T-shirt en broek verkopen. Ze weten dat je, zodra het nieuwe eraf is, op zoek zult gaan naar een andere shot excitement. En intussen lopen de vuilnisbelten wereldwijd vol.
Kijk naar de vele technische windjekkers en pufferjasjes die je overal in het straatbeeld spot. De ‘Retro Pile’-fleecevest van Patagonia is ondertussen cult, chique merken als Isabel Marant verkopen fleecetruien, en als je tieners in huis hebt, probeerden die je mogelijk al enkele honderden euro’s lichter te maken voor een pufferjasje van The North Face. Een logisch gevolg van de crisis, zou je kunnen denken: je hebt toch iets nodig om je warm te houden? Geloof hen niet als ze het koude klaslokaal als argument aanhalen. Die warme investeringen zijn geen reactie op de hoge energieprijzen maar dé sleutelstukken van een op outdoor geïnspireerde trend die gorpcore heet en gewoon de zoveelste hype is die voorbij komt waaien. De trend is qua timing niets meer dan een geluk bij een ongeluk. Praktisch en warm, zeker. Maar aan de crisis gekoppeld? Hoegenaamd niet.
Alles is trending
Gorpcore is trouwens maar een van de ontelbare trends die vandaag om onze aandacht vechten. We leven in een kosmos vol microtrends die razendsnel door en via jongeren en hun socialemediakanalen worden opgepikt en uitvergroot. Ze ontstaan en doven uit nog voor je er erg in had. Een clipje met acteurs Margot Robbie en Ryan Gosling als hoofdrolspelers in een nieuwe Barbie-film, plus een toevallig fuchsiaroze Valentino-collectie, en boem! Daar is barbiecore. Pastelkleuren, platte muiltjes en hoge sokken? Zeg maar balletcore. De moderne versie van de gothiclook heet tegenwoordig gothcore. En die door hippe vormgevers ontworpen voetbalsjaals die kunststudenten dragen? Perfect voorbeeld van blokecore, een esthetische verheerlijking van Britse jarennegentigvoetbalcultuur.
Terwijl die fenomenen via kanalen als TikTok de wereld in worden gepompt, blijven ook catwalktrends de winkels, het straatbeeld en je Instagram-feed vullen en vormen ze het zoveelste bewijs dat echt alles op een dag terugkomt. Er zijn de baggy cargobroeken met hun workwear-uitstraling en militaire kantje, en met grote opgenaaide zakken voor wie klaar is om de wereld aan te pakken. Of wat dacht u van op maliënkolders geïnspireerde tops en jurken? Frivole slipdresses en transparante stofjes helpen je dan weer om de duistere realiteit te ontvluchten. Ondertussen is Kurt Cobains nineties-look, grungy en genderbending dankzij zijn liefde voor nagellak, terug van weggeweest en bijna helemaal zeker keert ook Phoebe Philo weldra terug met een eigen merk dat haar naam zal dragen.
Resultaat is dat we leven in een wereld waarin ontelbare stijlen beschikbaar zijn en waarin geen enkele trend nog helemaal ‘in’ of helemaal ‘uit’ is.
In plaats van trends te volgen, is dit misschien een betere opdracht voor 2023: zoek naar kleren die niet alleen passen bij wie je dit seizoen wil zijn, maar ook volgend jaar en de vele jaren daarna. Spullen die het zo lang uithouden tot de volgende vibeshift én de skinny jeans – want die is intussen officieel vermist – over een decennium weer in beeld komt. En daarvoor mag je je eigen kompas volgen. Of zoals Women’s Wear Daily schrijft: ‘In 2023 is alles trending’, dus kun je maar beter je eigen ding doen.