InterviewJelle en Jan Cleymans
‘Toen Jelle zestien was en zijn vrienden met hiphop dweepten, draaide hij Bram Vermeulen’
De jongste is 37, zanger en acteur. De oudste is 60 en saxofonist, onder meer in de band van zijn zoon. Jelle en Jan Cleymans, zoon en vader. ‘We kunnen heel goed eerlijk zijn tegen elkaar, maar de conflicten tussen ons zijn te verwaarlozen.’
Jelle
“Als kind luisterde ik graag naar de platen waar mijn vader op meespeelde en dan vooral Zeerover zonder boot van Guido Belcanto, waarin hij een paar geweldige solo’s heeft op sopraansaxofoon. Toen ik voor het eerst met eigen muziek kwam, wilde ik hem erbij met dat instrument. Hij zag het eerst niet zitten, zijn sopraan had hij allang verkocht. Wel, twee weken na de opnames heeft hij er weer een in huis gehaald. Nu is dat normaal en sta ik er niet meer bij stil hoe speciaal het is om je eigen vader in je groep te hebben, maar dat is het natuurlijk wel. Heel mijn muzikale smaak is gebaseerd op wat hij thuis oplegde: veel jazz, en kleinkunstenaars als Jan De Wilde en Zjef Vanuytsel.
“Ik heb nooit zoals hij de oerkracht gevoeld om ondanks alles te willen spelen. Ik schreef wel in vriendenboekjes dat ik ‘muziekant’ wilde worden – met ie, ik was nog jong – maar ik wist ook al snel dat ik het talent had om iets met muziek te kunnen doen zonder heel veel te oefenen. Ik ben lang wat laconiek meegegaan op de stroom van kansen die ik kreeg aangeboden, terwijl mijn vriend Jonas Van Geel al op zijn elfde zei: ‘Ik word acteur, punt.’ Mocht ik ook zo vastberaden zijn geweest om naar de theaterschool te gaan, had ik misschien wel nee gezegd tegen iets als Spring.
“Ik heb me nooit tegen mijn ouders moeten verzetten om er mijn beroep van te maken. Mijn vader wel, hij heeft zich moeten losrukken uit zijn katholieke dorp. Op de begrafenis van mijn overgrootmoeder speelde hij een klezmernummer. Je zag hem zo vervellen tot dat jongetje van negen jaar dat voor het eerst een klarinet in handen kreeg. Zijn houding is: spelen, waar en wanneer het kan, of dat nu een in een klezmerband is of bij Samson & Gert.
“We kunnen heel goed eerlijk tegen elkaar zijn, maar de conflicten tussen ons zijn te verwaarlozen. Als we al eens frictie hebben, is het over iets zakelijks. Mijn vader is ook mijn boeker en had eens een grote tournee opgezet voor Cleymans & Van Geel toen Jonas’ toenmalige vriendin zwanger werd. Hij wilde alles afblazen om er te zijn voor dat kindje. In zijn zakelijke rol vond mijn vader dat natuurlijk een zure: de band en de crew waren al vastgelegd. Bij zijn andere artiesten zou hij in zo’n situatie dan eens vloeken en doorgaan, maar bij je zoon en zijn beste vriend vraag je dan net wat harder door. Maar nogmaals, de wrevel is zeldzaam.
“In het leven en de liefde ben ik een kruising van mijn ouders. Ik kan voorzichtig zijn zoals mijn moeder, maar mijn vader heeft me geleerd dat ik de registers soms eens open moet gooien. Hij wil niet alleen spelen, maar ook onderweg zijn, achteraf een pint blijven drinken en op hotel kunnen slapen als hij niet meer thuis raakt. Mijn moeder is daar lang in meegegaan als zangeres in zijn orkest, maar op een dag wilde ze dan toch eens in de zetel blijven zitten. Dat kon hij niet snappen.
“Nu is mijn vader zestig en speelt hij nog altijd, vaak twee of drie keer in een weekend. Soms probeert hij een avond vrij te houden, maar voor je het weet staat hij toch weer ergens zijn saxofoon te stemmen. En dan krijg ik van hem te horen dat ik te veel werk.”
Jan
“Ik ben nooit zenuwachtig voor een optreden, behalve als ik met Jelle speel. Het is voor mij een eer om een deel te zijn van zijn band, al kan hij als muzikant soms vrij hard tegen mij zijn. Ook voor zijn nieuwe plaat Roubaix heb ik partijen ingespeeld die er achteraf zijn uitgeknipt. Niet elke ouder zou dat kunnen aanvaarden, denk ik. We denken allemaal dat we het beter weten voor onze kinderen, maar voor mij geldt dat al zeker niet.
“De meeste kinderen willen zich op een bepaald moment afscheiden van hun ouders, maar Jelle heeft dat nooit gehad. Hij kijkt op naar oudere mensen en wil voortbouwen op wat zij hebben gedaan. Toen hij zestien was en zijn vrienden met hiphop dweepten, draaide hij Bram Vermeulen in de kantine van de school.
“Van in het begin heb ik alles gespeeld: jazz, klezmer, kleinkunst ... Dat heeft me mijn diploma gekost, want lichte muziek was toen nog uit den boze op het conservatorium en ik mocht mijn laatste examen niet afleggen omdat ik bij Guido Belcanto speelde. Nog altijd kan ik me eraan ergeren dat Jelle zo gemakkelijk in vakjes wordt gestoken. In mijn ogen houdt hij net een duidelijke lijn: het moet kwaliteit zijn en in het Nederlands, daarbinnen kan alles. Maar als hij Hazes staat te zingen, zeggen de mensen: wat doet hij nu? Als ik achter hem datzelfde nummer meespeel, word ik daar niet op aangesproken. Het geluk van de achtergrondmuzikant.
“Ik ben Jelles boeker, dat is iets anders dan een manager. Ik zorg ervoor dat er een mooie tournee wordt opgezet, dat de riders in orde zijn en dat de muzikanten worden betaald, maar ik zou voor hem geen beslissingen op lange termijn willen nemen. Dat zijn te veel petten op één hoofd. Toen hij uit Thuis stapte, wilde ik als ouder zeggen: doe dat niet, het blijft een vaste job. Maar dat is mijn taak niet, en als er iets wegvalt, komt er altijd wel iets in de plaats.
“Elke zondag repeteerde het harmonieorkest in het café van mijn moeder en zat ik daar op een kruk naar te kijken. De drummer was de ster van de gemeente en mijn idool, maar de muziekleraar gaf mij een klarinet. Dat ik uiteindelijk het conservatorium heb gehaald, heb ik te danken aan drie goede, jonge leraren. Zonder hen was ik blijven steken in mijn geboortedorp. De steun die ik later aan Jelle en zijn zus Clara heb gegeven, heb ik zelf nooit gekregen.
“Toen mijn moeder stopte met het café, heb ik de biljarttafel die daar stond in mijn appartement gezet. Jelle speelde daar af en toe op. Voor zijn verjaardag heb ik dan een kaas- en wijnavond georganiseerd met privéles van biljartkampioen Ludo Dielis. Nu heeft Jelle zijn eigen biljartclub in het zaaltje boven het Antwerpse café Den Engel en ben ik trots lid. Boven de tafel kunnen we het eens over iets anders dan muziek hebben. Jelle vergadert ook graag tijdens het biljarten, omdat ik die twee dingen niet tegelijk kan. Dan kan hij nog eens winnen.” (lacht)
Roubaix van Jelle Cleymans is uit bij Mannen op de Maan.