Een sneeuwtapijt in februari. Het maakt bij veel Vlamingen een haast kinderlijk enthousiasme los. Maar waarom eigenlijk?
De kans is groot dat u vanochtend voor het eerst sinds lang levenslustig uit bed bent geveerd en vervolgens met heel wat meer voorzichtigheid de eerste sporen op een krakende ondergrond zette. Dat u een wankele wandeling heeft gemaakt, uw tong heeft uitgestoken in het midden van de straat en uw kinderen heeft voortgetrokken op een krakkemikkige stukje plastic. Dat u blééf grijnzen ook al was u doorweekt, tot op uw ondergoed, omdat u bent uitgegleden. Een slippertje waar zelfs uw partner om kon schaterlachen.
Sneeuw. Het doet wat met een mens.
Maar waarom onthalen we de ijskoude neerslag met zoveel meer warmte dan haar minder kille zusje? Wanneer het pijpenstelen regent, zal je daar zelden gewag van maken tijdens het scrollen, maar de eerste sneeuwvlok wordt telkens door honderdduizenden mensen geregistreerd en gedeeld. “Wat schaars is, is kostbaar”, weet psychologe Saskia de Bel. “Sneeuw is een tijdelijk gegeven: het smelt, dus je moet ervan profiteren wanneer het kan. Bovendien komt het bij ons niet zo vaak voor. Mochten we iedere winter wekenlang sneeuw hebben, dan zouden we er veel meer over zeuren.”
Toch is sneeuw volgens weerman David Dehenauw vaste winterprik. “Het is een normaal weersverschijnsel in België. In onze Ardennen is het zelfs vreemd als er eens een jaar geen sneeuw zou vallen. Maar ook in Vlaanderen kunnen we door de band genomen ieder jaar wel een aantal sneeuwdagen noteren.”
De statistieken van het KMI geven wel aan dat er gemiddeld minder sneeuwdagen voorkomen dan sinds het begin van de twintigste eeuw. Vooral vorig jaar was de sneeuw niet om over naar huis te schrijven. In de winter van 2019-2020 werden er welgeteld twee sneeuwdagen opgetekend in Ukkel. Het KMI meet bovendien ook alle soorten sneeuw die valt. Met andere woorden: dagen waarop er smeltende vlokken stierven op het plensnatte trottoir werden ook als ‘sneeuwdag’ geregistreerd.
Witte kerst
“Het is opvallend hoe mensen sneeuw vooral associëren met goede dingen, en niet met bijvoorbeeld de verkeersongevallen”, zegt Dehenauw. “Vaak verbinden mensen het met vakantie en met kerst – hoewel een witte kerst dan weer wél zeldzaam is.” De laatste witte kerst werd in 2010 geregistreerd. Ook in 2009 moest de kerstman zijn sneeuwlaarzen omgespen. Daarvoor was het zelfs al geleden van 1986.
Juist daarom verbinden heel wat mensen sneeuw ook met hun kindertijd. Een tijd waarin het nog gewoon een leuke substantie was waarin je kon spelen in plaats van foeteren in de file of schuifelen naar de supermarkt. “Ons emotioneel geheugen zorgt ervoor dat wanneer mensen sneeuw zien, ze terugdenken aan die onbezonnen tijd, waardoor ze zichzelf ook blijer, meer uitgelaten en jawel, zelfs weer kinds voelen”, zegt psychologe Sandi Mann aan Huffington Post.
Bovendien is dat vakantiegevoel ook niet zo vreemd. Sneeuw kan het dagelijkse leven immers behoorlijk in de war sturen. Werknemers worden aangemoedigd thuis te werken, scholen worden gesloten en alles wordt bedekt onder een deken van verstilling en vertraging. Lange wandelingen maken, met het gezin bij elkaar kruipen, televisiekijken overdag... het is vreemd dat bovenstaande dingen ons vandaag nog steeds met verrukking vervullen, maar toch kunnen sneeuwdagen zeker in coronatijden voor een extra opsteker zorgen, zegt De Bel.
“Onze geest reageert heel sterk op nieuwe prikkels, die reacties in het beloningssysteem van onze hersenen uitlokken. Die prikkels geven ons even een kick, het gevoel dat we weer leven. Sneeuw kan zo’n kick geven: die wandeling voelt anders onder je voeten, de straat die je altijd uit je woonkamerraam ziet, is plots helemaal wit.”
Dat wit heeft volgens de psychologe bovendien ook een belangrijke symboliek. Het staat voor maagdelijkheid, voor reinheid, voor een blanco canvas. En zo’n nieuw begin kan, zeker in een periode die eindeloos lijkt te duren, wel eens een frisse opsteker zijn.