ColumnJana Antonissen
Seks zonder enige aansprakelijkheid lijkt misschien makkelijker, maar vervelt op termijn toch maar tot een lege, mechanische daad
Journalist Jana Antonissen en auteur/theatermaker Julie Cafmeyer vertellen beurtelings over het leven.
Hoewel de smaak van sigaretten me eigenlijk niet meer kan bekoren, ga ik op feestjes nog steeds graag buiten bij de rokers staan. Gezellig, zo’n groepje koppigaards dat tegen beter weten in de longen vol teer blijft zuigen.
“Wil je anders wat snus?” Een Zweedse vriend, voor het eerst op bezoek in Brussel, bood me een wit zakje vol vochtige nicotine aan. Behendig schoof hij de zuigtabak achter zijn bovenlip. “Het is slecht voor je tandvlees,” legde hij de verzamelde rokerscirkel uit, “maar het houdt wel de longen proper.” Hij was ermee begonnen toen hij stopte met roken. “Maar nu ben ik dus hieraan verslaafd.”
“Zei iemand verslaving?” Een jongeman met croptop die iets verderop over zijn telefoon gebogen zat, sprong geïnteresseerd recht. “Daar weet ik alles van”, verklaarde hij overdreven opgewekt. Vervolgens somde hij de substanties op die hij iets te graag consumeerde, om het lijstje af te sluiten met de voor hem allerverslavendste activiteit: seks.
“Chems”, verzuchtte hij, daarbij refererend aan chem sex, een activiteit waarbij mannen, meestal in groep, seks hebben onder invloed van harddrugs. “Je waant je een onvermoeibare pornoster; moeilijk om dat nuchter te evenaren.”
“Ik was onlangs voor het eerst op een orgie,” bekent nu een van de rokers, “maar niemand bleek op voorhand een soatest afgelegd te hebben. Ik ben snel weer vertrokken.”
“Je kunt mensen toch niet zomaar naar hun testresultaten vragen”, gilde croptop. “Dat is hoogstpersoonlijke informatie.”
Terwijl ik toekeek hoe mijn Zweedse bezoeker zich discreet uit het gesprek verwijderde, voelde ik me plots erg zwaar. “Eerlijk gezegd”, weifelde ik, “begrijp ik die hang naar seksuele transgressie niet echt.”
“Seks is goed”, zei de verslavingsgevoelige jongen stellig en duidelijk niet voor het eerst. “Het is natuurlijk om het vaak en met veel mensen te willen doen. We moeten ons niet zo door taboes laten beknellen.”
Kort voordien had een vriendin verteld over de gemengde gevoelens waarmee ze na een date was achtergebleven. Zonder voorafgaand overleg had de man in kwestie zijn kinks op haar uitgeleefd. Ze wist niet goed of ze dat eigenlijk wel zo leuk had gevonden, maar had er niets van gezegd. Tenslotte had zij toch zelf haar datingprofiel uitgedost met dat ene toverwoord: ‘ruimdenkend’.
Seks is veel meer dan enkel een geile daad die je behalve bevestiging hopelijk ook orgasmes bezorgt. Er komt ook verantwoordelijkheid voor elkaars mentale en fysieke welzijn bij kijken, al is het maar voor één nacht, één uur. Maar in sommige zogezegd ‘seks-positieve’ cirkels wordt het aanspreken van die verantwoordelijkheid vreemd genoeg verward met bekrompenheid. Seks zonder enige aansprakelijkheid lijkt aanvankelijk misschien makkelijker, want minder kwetsbaar, maar vervelt op termijn toch ook maar tot een lege, mechanische daad.
“Hier, neem nog wat snus”, zei mijn Zweedse bezoeker toen ik hem fronsend terugvond op het feest. “Zoveel kwaad kan wat nicotine uiteindelijk ook weer niet.”