Zondag 26/03/2023

AnalyseOuders over hun schermtijd

‘Nu even niet jongen, papa zit op de smartphone’: ouders en hun schermgedrag

null Beeld Rebecca Fertinel
Beeld Rebecca Fertinel

Ouders zijn vaak bezorgd dat hun kind te veel op de telefoon of tablet zit. Maar zelf kunnen ze er ook wat van. Welke invloed heeft het schermgedrag van ouders op de kinderen? ‘Een afwezige ouder is zo normaal geworden.’

Anna van den Breemer en Lotte Beckers

Kinderen luisteren niet naar wat je zegt, maar kijken naar wat je doet. De meeste ouders zullen deze opvoedwijsheid beamen. Totdat het gaat over het eigen smart­phone­gebruik. Ben je niet enorm hypocriet als je moppert dat dochterlief “als een zombie” door TikTok scrolt, terwijl je zelf tijdens het eten onmiddellijk in je gsm duikt als er een appje binnenkomt?

Zes op de tien jongeren ergeren zich geregeld aan het schermgedrag van hun ouders. Dat blijkt uit een representatieve enquête onder jongeren tussen de 11 en 17 jaar, uitgevoerd door I&O ­Research. Kinderen vinden het vooral irritant als hun ouders niet luisteren als ze iets vertellen, omdat ze naar hun telefoon kijken. Een andere vaak genoemde ergernis: ouders die de smartphone erbij pakken tijdens de avondmaaltijd. Ook vinden jongeren het oneerlijk dat ouders vaker op hun telefoon mogen dan zij.

Hoe erg is het eigenlijk gesteld met het telefoongebruik van ouders? En is het behalve irritant ook schadelijk voor de ontwikkeling van kinderen? Hoeveel tijd ouders precies doorbrengen op hun telefoon in het bijzijn van de kinderen is moeilijk te zeggen. Om dit te meten, moeten onderzoekers camera’s in huis ophangen en dat is lastig in de praktijk. “Wat we wel weten is dat volwassenen gemiddeld meer dan drie uur per dag actief op hun smartphone zitten. Dat zal onvermijdelijk overlappen met momenten met de kinderen”, zegt Mariek Vanden Abeele, hoofddocent digitale cultuur aan de universiteiten van Gent en Tilburg.

Er zijn wel veel onderzoeken gedaan waarbij ouders voor een kortere periode werden geobserveerd. Zo keken onderzoekers van de Universiteit Tilburg naar de interactie tussen ouder en kind in de wachtkamer van het consultatiebureau. De kans dat ouders reageren op een vraag van het kind bleek vijf keer kleiner als ze op hun telefoon keken. De reacties waren ook minder positief en eerder afwijzend van aard. Iedereen die weleens met een jong kind op stap gaat én tegelijkertijd een prangende werkmail binnenkrijgt, kan zich dit waarschijnlijk goed voorstellen: ‘Mama is even bezig’ verandert al snel in ‘Even wachten zei ik toch!’ “Mensen zijn niet goed in multitasken”, zegt Vanden Abeele. “Zeker als het gaat om het schakelen tussen rollen, bijvoorbeeld van werk­nemer naar vader en weer terug, dan vergt dat veel van ons brein.”

‘Eén appje tussendoor’

Ouders zijn misschien geneigd te denken dat ze best wel één appje tussendoor kunnen beantwoorden. Vaak leidt dat ene berichtje tot ‘even’ het nieuws checken, of het bestellen van boodschappen, waardoor ze het verhaal over de schooldag of een gewonnen sportwedstrijd niet meer goed volgen.

Deze technologische verstoring wordt ‘phubbing’ genoemd; een samentrekking van de ­Engelse woorden ‘phone’ en ‘snubbing’ (afpoeieren).

Volgens Van Dale is de betekenis: het negeren van je gesprekspartner door bezig te zijn met je smartphone. “Je stelt de telefoon boven de directe communicatie met je kind”, zegt Ina Koning, hoofddocent ontwikkelingspedagogiek aan de VU Amsterdam, die onderzoek doet naar het online­gedrag van jongeren. “Het gaat om situaties waarbij je met je kind praat, samen eet of iets leuks onderneemt en de telefoon ertussendoor komt.”

Vooral in China zijn er veel studies gedaan naar het effect van ouders die afwezig reageren vanwege hun telefoon, met name bij wat oudere kinderen. Daaruit blijkt dat het negatieve effecten heeft. Zo kunnen jongeren gevoelens van eenzaamheid en afwijzing ervaren. Het gebrek aan aandacht van de ouder kan er bovendien toe leiden dat kinderen vaker naar het scherm grijpen als compensatie.

Onderzoek van de Universiteit Utrecht lijkt erop te wijzen dat phubbing door ouders niet direct invloed heeft op het smartphonegebruik van kinderen, maar indirect wel. “Deze ouders hebben vaak minder regels over het gebruik van schermpjes in huis. Ze doen ook minder vaak aan positief opvoeden. Zo betrekken ze hun kinderen minder in het opstellen van de regels over schermtijd en leggen ze minder uit waarom ze voor een bepaalde regel kiezen”, zegt Ina Koning.

Dit is in lijn met het onderzoek naar alcohol­gebruik. “Ouders die zelf meer drinken, leggen hun kinderen minder regels op over drinken. Dat lijken we bij telefoongebruik ook te zien.”

null Beeld Rebecca Fertinel
Beeld Rebecca Fertinel

Wellicht geruststellend voor ouders die na het lezen van de eerste alinea’s van dit artikel een slecht gevoel over zichzelf krijgen: meer nog dan het telefoongebruik van de ouders zijn de regels in huis bepalend voor of een kind een smart­phone­verslaving ontwikkelt. “Wanneer mag het wel en wanneer niet? Als er duidelijke regels zijn, dan compenseert dat voor de invloed van ouders die afwezig reageren vanwege hun telefoon”, vertelt Koning.

Dit alles gaat over jongeren. Welke invloed heeft het telefoongebruik van ouders op de ontwikkeling van baby’s en peuters? “Als ik een vader of moeder achter de kinderwagen zie lopen met een telefoon in de hand, doet dat altijd een ­beetje pijn”, zegt Claartje Levelt, hoogleraar eerste taalverwerving. “Omdat ik weet hoe belangrijk de interactie tussen ouder en kind is voor het aanleren van taal.”

Als voorbeeld schetst ze de situatie van een dreumes die op straat een hond ziet. “Ouders die dat opmerken, zullen zeggen: ‘Kijk, een hond!’ Dat is een klassiek woordleermoment”, vertelt Levelt. Gedeelde aandacht voor wat er speelt in de omgeving is essentieel en ook dat de terugkoppeling van de ouder direct gebeurt, en niet twee minuten later, als de hond uit beeld is.

Een Zweeds-Amerikaanse studie onder meer dan negentig ouders en hun tweejarige kinderen liet zien dat hoe meer ouders op hun telefoon zitten tijdens de dagelijkse gezinsmomenten, hoe slechter de kinderen scoorden op woordenschat en grammatica. Amerikaanse onderzoekers keken naar wat de constante onderbrekingen van de telefoon doen met de taalontwikkeling van kinderen. In een lab kregen tweejarigen twee nieuwe woorden aangeleerd door hun moeders. “Bij een van de woorden werd de moeder gebeld, bij het andere woord niet. Werden de moeders tussendoor onderbroken door de telefoon, dan leerden kinderen het nieuwe woord niet. Zonder onder­brekingen leerden ze het wel”, zegt Levelt.

Overstuur

Heeft dat staren naar de telefoon ook invloed op de emotionele ontwikkeling van jonge kinderen? Meer dan veertig jaar geleden deed de Amerikaanse ontwikkelingspsycholoog Edward Tronick het beroemde ‘still face’-experiment, waarin hij liet zien hoe overstuur baby’s raken als hun moeder tegenover hen zit met een uitdrukkingsloos gezicht. Het VRT-programma De wonderjaren herhaalde dit experiment, maar dan in een modern jasje: ouders werd gevraagd eerst leuk met hun kind te spelen om vervolgens twee minuten met een uitdrukkingsloos gezicht naar hun telefoon te kijken. De dreumesen probeerden eerst de aandacht van hun ­ouders te trekken, door met de handen te wapperen en geluidjes te maken, maar begonnen daarna al snel te jammeren.

Volgens kinderpsychiater Binu Singh (KU Leuven) laat het experiment zien dat fysiek aanwezig zijn niet genoeg is. “Het is belangrijk dat ouders beschikbaar zijn en de verbinding met hun kind maken om signalen op te pikken. Baby’s kunnen nog niet zelfstandig hun stress verlagen. Emotionele verbinding is voor een kind even belangrijk als eten, drinken en hygiëne.”

null Beeld Rebecca Fertinel
Beeld Rebecca Fertinel

Dit is natuurlijk één experiment in een televisieprogramma en geen wetenschappelijk onderzoek. En het is ook niet zo dat ouders met een telefoon in hun hand helemaal geen gezichtsuitdrukking meer hebben. Er zijn meerdere ‘still face’-studies gedaan om te zien of het staren naar de mobiele telefoon altijd zo’n sterke respons uitlokt. “De resultaten variëren”, zegt Mariek Vanden Abeele. “Een mogelijke verklaring zou kunnen zijn dat veel kinderen tegenwoordig niet beter weten. Een afwezige ouder is zo normaal geworden dat een kind dit niet als raar ervaart.”

Maar is het echt zo dat ouders tegenwoordig minder aandacht voor hun kinderen hebben? Uit onderzoek blijkt juist dat ouders in veel geïndustrialiseerde landen méér tijd aan hun kinderen besteden vergeleken met de jaren 1960. Het Sociaal en Cultureel Planbureau berekende in 2011 dat Nederlandse ouders 1,6 keer meer tijd doorbrengen met hun kinderen vergeleken met 1980. Ook lijkt het beeld van de afgeleide ouder niet te stroken met de kritiek op moderne ouders dat ze juist bovenop hun kinderen zitten, de ‘curlingouders’ of ‘helikopterouders’. “In dit tijdperk van intensief ouderschap wordt van ouders verwacht dat ze extreem responsief zijn tegenover hun kinderen”, zegt Vanden Abeele. “Ouders voelen zich vaak schuldig dat ze op hun gsm zitten, wat echt niet altijd terecht is.”

En laten we niet doen alsof ouders vroeger nooit afgeleid waren. Toen zaten vaders verstopt achter hun krant. “Het lezen van een krant maakt iemand ook minder responsief, maar niet in dezelfde mate als een smartphone”, zegt Vanden Abeele. “De tv gaat niet ineens aan, de krant niet ineens open. Die momenten zoek je zelf op”, vult Ina Koning aan. “De telefoon vraagt op onvoorspelbare momenten op een actieve manier je aandacht.”

Volgens de deskundigen hoeven ouders echt niet de godganse dag met volle aandacht bij hun kind te zijn. Het checken van de mail kan geen kwaad. Het is wel goed om te beseffen dat een smartphone alle aandacht opeist, meer dan activiteiten als het lezen van een boek, of het koken van een maaltijd.

Een Amerikaanse studie bevestigt dit. Onderzoekers lieten jonge kinderen tussen de 3 en 5 jaar oud spelen met nieuw speelgoed. De ­ouders, die erbij zaten, kregen de opdracht een vragenlijst in te vullen. De ene groep deed dit met pen en papier, de andere op de mobiele telefoon. De mate van interactie bleek te verschillen. Ouders met de digitale vragenlijst stelden minder vragen aan hun kinderen over het speelgoed dan de ouders met de papieren ­vragenlijst.

Eén vaste telefoon

Het zou te kort door de bocht zijn om alleen de negatieve kanten van smartphonegebruik te benadrukken. Voor ouders kan het soms heerlijk zijn om op Instagram rond te neuzen. “De telefoon geeft jonge ouders ook ontspanning. Het is een fijne manier om even te ontsnappen aan de intensieve zorgtaak”, zegt Sanne Kanis, co­auteur van het boek Niet appen tijdens het eten. “Een appje van een vriend kan je juist dat beetje energie geven.”

In een artikel op de Amerikaanse website The Atlantic wordt met heimwee teruggeblikt naar de tijd dat elk huishouden slechts één vaste telefoon had. Een moeder vertelt over die keer dat een man met een donkere stem op de vaste lijn belde en vroeg naar haar tienjarige zoon. “Ik schrok en vroeg wie het was. Het bleek zijn eerste klasgenoot met de baard in de keel. Met een mobieltje verlies je die band.” Door de gedeelde gezinstelefoon konden kinderen bovendien de gesprekken van hun ouders afluisteren, wat een waardevol inkijkje gaf in de wereld van de volwassenen. “Tegenwoordig zien kinderen hun ouders zwijgzaam naar een scherm staren”, aldus The Atlantic.

Terug naar die ene telefoon in de hal gaan we niet meer. Hoe voorkom je dat alle gezinsleden in hun eigen tech-cocon verdwijnen? Volgens Sanne Kanis is het belangrijk om kritisch na te denken over de etiquette rondom gsm-gebruik. “In het verkeer hebben we duidelijke regels om onze veiligheid te garanderen. Bij telefoongebruik gaat het om onze psychologische veiligheid: hoe bewaken we de momenten om binnen het gezin echt de verbinding aan te gaan met de ander?” Wat het lastig maakt, is dat de generatie ouders met jonge kinderen zelf nog analoog is opgegroeid, waardoor ze wat regels betreft niet kunnen terugvallen op hun eigen jeugd.

Creëer offlinemomenten

Volgens de meeste deskundigen is bewustzijn over de consequenties van gsm-gebruik een belangrijke eerste stap. Maar dan? In plaats van streng te zijn op de eigen schermtijd, met een gevoel van falen tot gevolg, kunnen ­ouders het ook proberen om te draaien: richt je niet alleen op het beperken van schermtijd, maar besteed je energie aan het creëren van waardevolle offline­momenten met het gezin. Zoals een avondmaaltijd zonder telefoons, of een wandeling.

Wellicht zijn er ook wat kunstmatige ingrepen nodig, zegt Kanis. “Zoals je je schoenen bij binnenkomst uitdoet en bij de deur zet, zo kun je ook een plankje voor je telefoon hebben. Of zet je telefoon op vliegmodus. Het scheelt al een hoop als je je gsm niet hoort of voelt trillen.”

--

Vier getuigenissen

Julie Houtman heeft een zoontje van 4, Emile: ‘Af en toe wil ik ook wel eens met een volwassene praten’

“Vorige week kwamen we ’s avonds thuis na de zwemles. Emile is nog een uurtje wakker gebleven. Toen hij in bed lag, bedacht ik me dat ik in dat uur niet meer met hem had gepraat, omdat we allebei naar ons ­eigen scherm aan het kijken waren. Ik besefte toen dat ik daar echt op moet letten.

“Schermtijd is bij ons gelukkig geen punt: ­Emile is een jongetje dat echt van spelen houdt. Maar ik moet toegeven dat ik het wel moeilijk vind om mijn eigen schermtijd in toom te houden; ik schaam mij soms als ik zie hoeveel uur ik per dag aan het scrollen ben. En het gebeurt wel eens dat we op zaterdagochtend allebei op een scherm zitten en Emile uiteindelijk vraagt: gaan we dan nu samen spelen?

Julie Houtmeyers: ‘Soms heeft Emile geen zin om te poseren. Daar houd ik dan wel rekening mee.’ Beeld Rebecca Fertinel
Julie Houtmeyers: ‘Soms heeft Emile geen zin om te poseren. Daar houd ik dan wel rekening mee.’Beeld Rebecca Fertinel

“Het heeft er ook wel mee te maken dat ik een alleenstaande moeder ben. Emile gaat om de twee weken naar zijn papa, voorts zijn we altijd met ons tweetjes. Dat is heel fijn, maar ook intens. Soms heb ik wat tijd nodig voor mezelf en dan is een scherm een makkelijke oplossing. En af en toe wil ik ook wel eens met een volwassene praten en dan stuur ik berichten naar mijn vrienden.

“Maar ik probeer er wel meer op te letten. Dan zet ik mijn telefoon op slaapmodus en leg ik hem weg. Ik vind dat niet zo simpel, nee. (lacht) Na een half uur voel ik toch de drang om even te kijken wat er in de tussentijd zoal is gebeurd, maar uiteraard mis je nooit echt iets. Ik maak ook veel foto’s − op Instagram heb ik 31.000 volgers. Emile klaagt daar niet over, maar soms heeft hij geen zin om te poseren. Daar houd ik dan wel rekening mee. En als vrienden me bellen maar Emile vraagt om mijn aandacht, zal ik hem ook altijd voorrang geven en bel ik terug als hij slaapt.

“Eten doen we bij mijn ouders, en daar komen geen gsm’s aan tafel. We eten zelden meer dan twee keer per week samen thuis, en dan doen we dat wel eens voor de televisie, terwijl we samen een film kijken. Dan zal ik ook niet scrollen terwijl hij kijkt, maar volg ik bewust mee. Dat vindt hij leuk. Maar het blijft zoeken naar een balans, dat geef ik toe.”

--

Hakim Chatar heeft een zoontje Idris, 1 jaar: ‘Ik kan als een zombie opgeslorpt worden’

“Ik zou niet weten hoeveel uur ik per dag op mijn gsm zit, maar ik kan je verzekeren dat het superveel is. Ik kan echt als een zombie opgeslorpt worden door mijn telefoon. Dan ben ik zo gefocust op wat ik zie dat ik niet let op wat er rondom mij gebeurt. Ik gebruik mijn telefoon ook voor alles, als een draagbare computer. Toen Idris nog een baby was, maakte dat ook niet zoveel uit: op die leeftijd doen ze niet veel, meestal lag hij gewoon naast mij te slapen. Maar ondertussen is hij groter en actiever en let ik wel op mijn schermtijd, zeker als hij thuis is.

Hakim Chatar: ‘Soms tel ik af naar zijn dutje, om me volledig te verliezen in mijn telefoon. Gewoon even niets doen.’ Beeld Rebecca Fertinel
Hakim Chatar: ‘Soms tel ik af naar zijn dutje, om me volledig te verliezen in mijn telefoon. Gewoon even niets doen.’Beeld Rebecca Fertinel

“Idris is op een leeftijd dat hij heel veel leert en vooral kopieert. Ik vind het wel schattig als mijn telefoon ergens rondslingert en hij me die dan komt brengen. Of doet alsof hij ermee belt: ‘Hallo?’ Maar ik wil vooral een goed voorbeeld zijn. Ik wil dat hij me ziet als een papa die veel speelt en lacht, niet als iemand die met een straight face naar zijn gsm zit te staren. Ik zal wel opnemen als iemand belt of reageren op een bericht, maar scrollen op ­sociale media probeer ik echt niet te doen.

“Ik zie soms ouders die daar anders mee omgaan, die bijvoorbeeld in de speeltuin naar hun telefoon staren terwijl hun kind daar rondloopt. Ik wil daar niet over oordelen: toen Idris een baby was, deed ik dat soms ook omdat ik wist dat hij veilig in de buggy zat. Maar nu hij graag rondloopt en overal aan zit, weet ik dat ik hem in het oog moet houden. Ik betrap mezelf er soms ook op dat ik andere kinderen in de gaten houd als ik zie dat de ouders niet opletten.

“Idris kijkt voor het slapengaan tien minuutjes televisie, de iPad zetten we af en toe in als joker. Ik wil geen zombietje van hem maken. En ja, schermen horen nu eenmaal bij onze wereld en het is ook raar als je daar niet mee mee bent, maar ik wil hem daar wel in begeleiden. Maar zelf merk ik dat het best intens is om een hele dag met hem bezig te zijn. Dan tel ik af naar zijn dutje, om dan in de zetel te ploffen en me volledig te verliezen in mijn telefoon. Gewoon even niets doen.”

--

Bram Jordens, vader van Lin (12) en Tuur (12): ‘Papa leest nu vaker een boek in plaats van te instagrammen’

Lin: “Papa zit niet veel op zijn gsm, maar soms wel tijdens het eten. Wij mogen dat niet.”

Vader Bram: “Dat is waar. Ik gebruik dan als excuus dat ik de dj ben en mijn telefoon nodig heb om liedjes op te zetten, maar als er dan een berichtje binnenkomt, is het wel verleidelijk om even te kijken. Daarin ben ik niet zo consequent.

“Ik ben me wel heel bewust van het feit dat een gsm heel verslavend is, dus ik probeer mijn schermtijd te beperken als de kinderen thuis zijn, zeker omdat ik ze maar om de week bij mij heb. Ik wil aanwezig zijn, en niet alleen fysiek. Want zo gaat het toch: je krijgt een berichtje, iemand heeft je een link gestuurd, je klikt daarop, en voor je het weet ben je een uur verder. Ondertussen heb ik ook verslavende apps als Facebook, Instagram en Strava verwijderd. Het klinkt misschien hoog­dravend, maar ik wil hen het goede voorbeeld ­geven.”

Bram Jordens: ‘Ondertussen heb ik ook verslavende apps als Facebook, Instagram en Strava verwijderd.’ Beeld Rebecca Fertinel
Bram Jordens: ‘Ondertussen heb ik ook verslavende apps als Facebook, Instagram en Strava verwijderd.’Beeld Rebecca Fertinel

Tuur: “Ik mag niet op mijn gsm voor het eten, en in het weekend mag ik één ochtend tv kijken. Of er ook regels voor ouders moeten zijn? Ik vind van niet, tenzij ze te veel naar hun telefoon kijken.”

Lin: “Anders vertel je je ouders iets en dan hebben ze je niet gehoord. Dat is vervelend. Soms gebeurt dat wel eens, maar papa leest nu vaker een boek in plaats van op Instagram te zitten.”

Bram: “Als de kinderen heel druk zijn, moeten ze zich soms even in stilte bezig­houden − maar niet op een scherm − terwijl ik lees. Ik zit dan niet op mijn telefoon, nee, dat zou hypocriet zijn. Maar het is een proces, er is zeker een tijd geweest waarin mijn gsm te veel tijd en aandacht in beslag nam, tijd die ik beter aan iets anders kon besteden. Dat probeer ik de kinderen nu mee te geven: er is niets mis met een scherm, maar het is niet de bedoeling dat je er meteen naar grijpt als je eens twee minuten niets te doen hebt. Er zijn genoeg leuke dingen.”

--

Ferre Hindryckx en zijn oudste dochters Jade (18) en Madou (14): ‘Vrienden herkennen het: dat je ouders niet echt naar je luisteren’

Madou: “Papa zit echt te veel op zijn gsm.”

Jade: “Ja, papa zit echt te veel op zijn gsm.”

Madou: “Sowieso. Dan ben ik iets aan het uitleggen en dan grijpt hij halverwege mijn verhaal naar zijn telefoon.”

Jade: “Soms kan hij niet anders omdat hij bereikbaar moet zijn voor zijn werk, maar wij willen dan ook graag iets vertellen over onze dag. Ik weet dat hij dat niet bewust doet en erop let dat hij niet te veel op Facebook zit als we er zijn. Maar of het nu sociale media of een werkmail is, voor kinderen maakt dat niet zoveel uit.”

Ferre: “Ik probeer mezelf wel wat restricties op te leggen, maar dat is echt niet zo makkelijk. Zo mogen de telefoons niet mee aan tafel, maar soms loopt er een werkbericht binnen dat niet kan wachten. Daar krijg ik dan wel commentaar op. Het is lastig om harde grenzen te trekken omdat alles tegenwoordig door elkaar loopt: ik zit in WhatsApp-­groepen van mijn werk, van vrienden, van de kleuterklas... En ook al vind ik het belangrijk om aanwezig te zijn voor mijn kinderen, na een lange dag wil ik ook even wat tijd voor mezelf. Dan luister ik naar muziek, wat erop neerkomt dat ik regelmatig met mijn koptelefoon door Spotify scrol.”

 Ferre Hindryckx: ‘Ik vind het belangrijk om er te zijn voor mijn kinderen, maar na een lange dag wil ik ook wat tijd voor mezelf.’ Beeld Rebecca Fertinel
Ferre Hindryckx: ‘Ik vind het belangrijk om er te zijn voor mijn kinderen, maar na een lange dag wil ik ook wat tijd voor mezelf.’Beeld Rebecca Fertinel

Jade: “Ik denk dat ouders echt onderschatten hoe vaak ze afgeleid zijn door hun telefoon. Ik had het er gisteren met vrienden over en zij herkennen dat ook, dat gevoel dat hun ouders niet echt luisteren omdat ze naar een scherm kijken. Dan is het wel makkelijk om te denken dat wat je vertelt niet belangrijk is. Het is ook frustrerend dat onze generatie het verwijt krijgt dat we alleen met onze telefoons bezig zijn, terwijl onze ouders altijd online zijn. Net daarom zijn mijn vrienden nogal anti­technologie, sommigen gebruiken zelfs een oude Nokia.”

Manou: “Ik heb ook al een paar maanden een Nokia. Mijn iPhone is afgepakt tot mijn punten beter zijn. In het begin was ik daar hysterisch om, maar nu raad ik het al mijn vrienden aan. Het is zo bevrijdend om daar niet meer mee bezig te moeten zijn, ik heb ook zoveel tijd nu. Maar als je zoals papa werkt, dan kun je niet zonder. Dat vind ik heel jammer, dat dat niet meer kan.”

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234