Maandag 20/03/2023

AchtergrondMentaal welzijn

‘Je bent chronisch net niet aan het instorten’: wat is een ‘burn-on’?

null Beeld Timon Vader
Beeld Timon Vader

Wie zwaar uitgeput is en alleen gericht op verplichtingen maar niet crasht, heeft misschien een ‘burn-on’. ‘Dan ben je chronisch net niet aan het instorten omdat presteren zo belangrijk voor je is. Je functioneert, maar lijdt’, schrijven drie (ervarings)deskundigen. Vlaamse experts plaatsen wel wat vraagtekens.

Barbara Debusschere

Voel je diepe vermoeidheid én grote gejaagdheid? Hol je van het ene naar het andere af te vinken doel, of het nu gaat om werkdeadlines, sociale media bijhouden of gezinstaken? Zit je altijd op je limiet en voelen zelfs je strak ingeplande yogalessen als een opdracht, maar ben je er trots op dat je het allemaal blijft volhouden? Doe je alsof alles goed gaat, maar voel je je als een robot die alleen nog uitvoert wat wordt verwacht?

Dan heb je misschien een ‘burn-on’. Dat stellen Mieke Lannoey (39), ervaringsexperte in burn-out, auteur en psychiatrisch verpleegkundige, en de Duitse experten Timo Schiele en Bert te Wildt. Schiele is hoofdpsycholoog in een kliniek voor psychosomatiek. Te Wildt is hoofdarts aan het universiteitsziekenhuis voor psychosomatische geneeskunde en psychotherapie aan de Ruhr-universiteit.

Midden volgende maand komt Lannoey met Burn-on, een boek over ‘het fenomeen’. Schiele en Te Wildt publiceerden eerder Burn On: Immer kurz vorm Burn Out (Burn-on: altijd op de rand van de burn-out).

‘Burn-on’ kenmerkt zich volgens hen door “niet kunnen uitschakelen en dwangmatig gericht zijn op werkprestaties en zelfverbetering terwijl je je eigenlijk permanent ontoereikend voelt”.

Maar in tegenstelling tot een burn-out, waarbij je op een gegeven moment totaal niet meer verder kunt, zou een burn-on doorgaans niet tot uitvallen leiden. Als burn-out een acute diepe uitputtingsdepressie is, dan zou burn-on dus de chronische vorm van uitputtingsdepressie zijn.

“Je blijft functioneren, maar van levenskwaliteit is nog weinig sprake, want alles wat functioneel is krijgt voorrang op wat vreugde brengt, waardoor je vervreemdt van jezelf. Dat zorgt voor grote spanning en resulteert in levensmoeheid en een gevoel van zinloosheid”, stelt Lannoey, die eerder twee boeken over burn-out schreef.

Knipperlichten

Typische waarschuwingssignalen van de zogeheten burn-on zijn slecht slapen, voortdurend bezig zijn met werk of to do’s, twijfelen aan jezelf waardoor je nog meer perfectionisme aan de dag legt, je naar binnen keren, alle fijne dingen in je leven verwaarlozen en confrontaties vermijden.

“Een onderschat knipperlicht is ook dat gevoel dat je hoopt op de een of andere manier de week door te komen en op adem te komen in het weekend. Het leven van weekend tot weekend of van vakantie tot vakantie kan een teken zijn van burn-on”, zegt Te Wildt in een lang interview met Der Spiegel.

Als het gaat over de oorzaken en de aanpak zijn er geen grote verschillen met burn-out. Een ongezond prestatie-ideaal, perfectionisme, nood aan bevestiging uit onzekerheid, maar ook de individualisering, digitalisering en versnelling van de maatschappij worden door de drie auteurs als belangrijke aanjagers genoemd. En bij de voorgestelde remedies staat ook hier: vertragen, pauzeren, opnieuw naar je lichaam en emoties leren luisteren, eventueel therapie en een digitale detox, leren ‘ontprikkelen’ en je afvragen of je alleen maar als ‘een presteerder’ door het leven wil gaan.

Wetenschappelijke publicaties of data zijn er momenteel niet en Vlaamse experten kennen de term niet. Maar Schiele en Te Wildt schreven hun boek omdat ze in hun kliniek steeds vaker patiënten met uitputtingsdepressie zien die niet passen in de categorie burn-out.

“Het meest opvallende is dat zij niet instorten”, zegt Te Wildt nog in Der Spiegel. “Ze zijn diep uitgeput, maar gaan desondanks elke dag naar hun werk. Ze zorgen ervoor dat het werk leuk is, organiseren hun gezin perfect en proppen ook hun privéleven in een strak schema en ritme. En ze zijn ervan overtuigd dat dit is wat een goed leven maakt. Maar zelfs het beste werk maakt je ziek als je het niet matig houdt. En een perfect leven zonder vitaliteit en vrije tijd voelt op den duur niet meer goed.”

Daarom komen sommigen toch bij artsen terecht met klachten als slaapproblemen, hoge bloeddruk, milde hartproblemen, prikkelbaarheid, een haperend geheugen. “Maar als je dan vraagt ​​hoe het met hen gaat, blijven deze mensen volhouden dat hun leven goed is en dat het werk leuk is”, zeggen Schiele en Te Wildt.

Dat terwijl wie een burn-on heeft soms jaren lijdt aan slaapproblemen, spanningshoofdpijn en andere spanningsklachten. Maar bij een burn-on hoor je niet graag dat er iets moet veranderen. “Deze patiënten benadrukken dat los van hun fysieke klachten alles in orde is en zijn ervan overtuigd dat iedereen zoveel doet en dat succes hebben nu eenmaal erg uitputtend is”, zegt Te Wildt.

Alleen wanneer de artsen doorvragen, blijkt dat deze mensen geen levenslust meer hebben. Achter de gezondheidsproblemen gaat een existentiële crisis schuil. “Dat verregaande presteren is een manier om de angst niet te voldoen aan allerlei verwachtingen te maskeren. Net daarom hebben net mensen met een burn-on het vaak heel moeilijk om van het hamsterwiel af te komen”, zegt Lannoey.

Het risico is volgens haar, Schiele en Te Wildt dan ook dat velen niet geholpen worden. ‘Want ze functioneren en blijven bollen, toch?’, zo denken ze zelf. De noodzaak om medische of therapeutische hulp te zoeken dringt zich daarom niet snel op.

Dat is waarom Lannoey met haar boek voor een Nederlandstalig publiek komt. “De kans is groot dat wie hiermee te maken krijgt het normaal vindt om zo te overleven en de innerlijke en fysieke schade negeert en minimaliseert”, zegt ze. “Je kan dol zijn op je werk en er zingeving uit halen, maar toch kapot zijn en lijden onder de leegte die is ontstaan op andere vlakken in je leven. Ik heb dat zelf ook moeten ontdekken.”

Want voor Lannoey zelf is het werk van Schiele en Te Wildt een eyeopener geweest. Ze kreeg in 2014 een burn-out toen ze in de verslavingszorg werkte. “Die ervaring stimuleerde me om het anders aan te pakken, mezelf te ontwikkelen en mijn dromen te verwezenlijken. Ik werd zelfstandige en ging workshops en therapeutische surfreizen organiseren”, vertelt ze. “Zo gaf ik door aan anderen wat mij had geholpen.”

Maar wat een poging was om meer baas te worden over eigen tijd en te werken rond wat haar nauw aan het hart ligt, mondde uit in ‘langdurig opbranden’.

“Ik was op den duur nog maar een schim van mezelf. Van buitenaf bekeken had ik alles geweldig voor elkaar als ondernemer in een hippe sector, maar vanbinnen voelde ik me uitgehold”, zegt Lannoey. “Mijn relatie sprong af en ik kwam niet meer toe aan vrienden, echte rust of bezigheden waar ik van geniet. Er was altijd wel iets belangrijkers. Mijn sociale mediaprofielen updaten, op klanten reageren, nieuwe workshops bedenken. Wanneer ik klaar was met al dat werken was ik zo op dat ik me alleen nog kon verdoven met Netflix, alcohol en ongezond eten.”

Overdrive

Net omdat ze uit een burn-out kwam, ervoer Lannoey in die periode als zelfstandige een extra grote bewijsdrang om te tonen wat ze waard was. “De angst om te falen in wat ik na die burn-out zelf had opgebouwd was zo groot dat ik in overdrive ging”, zegt ze. “Maar ook vermijden dat ik opnieuw een burn-out kreeg, werd nu een na te streven doel waar ik me extra voor inspande.”

Paradoxaal genoeg lukte dat aanvankelijk ook dankzij die burn-outervaring. “Ik wist perfect wat ik kon doen om op te laden. Supplementen of een saunabeurt, bijvoorbeeld”, zegt Lannoey. “Maar dat is oplapwerk aan de oppervlakte. Toen ik merkte dat ik er echt onderdoor dreigde te gaan en er in mijn hoofd altijd tientallen tabbladen openstonden, nam ik een sabbatical. Alleen propte ik die ook vol met zelfverbeteringswerk en opdrachten. Pas wanneer ik bij het surfen een complexe breuk aan een vinger opliep, begon het te dagen dat ik radicaal, écht en lang moest pauzeren van al dat eindeloze ‘moeten’.”

De zogenoemde ‘burn-on’ zou dus niet alleen een chronische staat van afmatting kunnen zijn, het zou ook kunnen opduiken na een burn-out, zo suggereert Lannoey.

Of dat ook zo is, zou onderzoek moeten uitwijzen. “Daar schort het in dit verhaal wel aan”, reageert professor arbeidspsychologie Hans De Witte (KU Leuven).“Schiele en Te Wildt zeggen dat sommigen ondanks zware vermoeidheid nooit ziek worden en daardoor moeten stoppen en dat kan, maar hun claim is gebaseerd op beperkte evidentie. Wat zij bij deze patiënten vaststellen is natuurlijk waar, maar in hoeverre je dat kan veralgemenen, is een ander paar mouwen.”

Elke Spinnewyn, zelfstandig loopbaancoach, ziet de beschrijvingen in deze boeken alvast wel in de praktijk. “Ik werk vooral in de IT-sector en daar merk ik dat heel wat mensen zichzelf soms gedurende lange periodes krampachtig aan het rechthouden zijn”, zegt ze. “Als ik zulke managers bezig zie met hun team, dan ziet het er allemaal heel vlotjes uit. Tot ze me alleen spreken. Dan vallen vaak de maskers af en zeggen ze dat ze al lang kapot zijn. Ze zijn op alle vlakken opgebrand, maar blijven doorgaan omdat ze hun werk zo graag doen en het zo belangrijk voor hen is. Dat is veel minder zichtbaar dan een burn-out waarbij iemand uitvalt.”

Lannoey, Schiele en Te Wildt hopen met hun werk op meer bewustwording, ook al zijn er geen studies over de burn-on. Maar volgens de drie betekent het alvast veel voor de getroffenen dat er een term is voor wat ze ervaren, zodat ze zichzelf herkennen, erover gaan praten en idealiter de moed vinden om beter met hun welzijn om te gaan.

De Witte en ook professor arbeidsgeneeskunde Lode Godderis reageren “met een dubbel gevoel”. Er is enerzijds scepsis en zelfs cynisme. “Om de haverklap komt iemand op de proppen met een nieuwe term die refereert aan burn-out”, zeggen ze allebei. Ze verwijzen naar de ‘parentale burn-out’ en de ‘bore-out’, waarbij je net te weinig uitdagingen hebt. “Vaak zijn dat pogingen om te cashen met een boek of coachings zonder dat er wetenschappelijke evidentie is”, zegt Godderis.

Workaholic

Het verhaal over burn-on lijkt voor Godderis en De Witte ook eerder een nieuwe verpakking voor een fenomeen dat al bekend is. Zo doet burn-on hen enorm denken aan de werkverslaafde of workaholic. “Vanuit een voortdurende zoektocht naar bevestiging en erkenning raakt zo iemand letterlijk verslaafd aan werken, met inderdaad vaak schade op fysiek, sociaal, emotioneel en mentaal vlak”, zegt Godderis.

Bovendien lijkt de zogeheten ‘burn-on’ voor beide experts toch vooral een voorloper van de burn-out te zijn, draaien beide fenomenen om vermoeidheid en uitputting, en zien ze geen verschillen als het gaat over oorzaken, preventie en behandeling. “Vanwaar dan de nood aan een nieuwe term?”, zo vragen De Witte en Godderis zich af.

De burn-on klinkt voor De Witte “als een nieuw modewoord dat een lucratieve hype kan worden zonder dat het gestaafd is”. Ook kan het volgens hem tot verwarring leiden, “want Lannoey heeft het eerder over bepaalde persoonlijkheidstrekken die doen denken aan werkverslaafd zijn, terwijl Schiele en Te Wildt meer lijken te beschrijven wat je de voorloper van burn-out kan noemen”.

Bovendien is erg prestatiegericht zijn en ontkennen dat er iets misgaat terwijl je omgeving dat wel ziet, net typisch voor mensen die net voor een burn-out zitten. Dat geldt ook voor je vervreemd voelen van jezelf door zo gericht te zijn op werk, resultaten en succes.

“Dat is precies wat gespecialiseerde therapeuten vaststellen bij mensen die naar een burn-out aan het evolueren zijn en het is dus zeker niet nieuw”, zegt De Witte. “Ik heb meegewerkt aan een tool om te testen op burn-out en de mensen die daar in de oranje zone scoren, lijken overeen te komen met wat deze auteurs burn-on noemen.”

Anderzijds kan dit verhaal volgens de twee professoren wel belangrijk zijn als vorm van preventie. “Doorgaans ontstaan opgeklopte hypes eerder door pr en media dan door de auteurs en hun intenties”, zegt De Witte. “Ik wil zeker geloven dat deze auteurs de bedoeling hebben mensen te helpen doordat ze zich kunnen herkennen in dit verhaal. En inderdaad, als iemand in deze fase zit, een van die boeken leest en daardoor stilstaat bij wat er mis aan het gaan is, dan is dat zeker zinvol en belangrijk.”

Ook Godderis ziet het zo. “Als mensen door hierover te lezen een aha-erlebnis hebben over hoezeer ze in het rood aan het gaan zijn, is dat winst”, zegt hij. “Want dan kan dat mogelijk voorkomen dat ze finaal bezwijken, of je dat nu de aanloop naar een burn-out of een burn-on wil noemen.”

Mieke Lannoey, Burn-on - De functionerende burn-out, Uitgeverij Ankhhermes, 176 p., 20 euro. Verschijnt op 16 november.

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234