Voor u uitgelegdRegenwaterput
Is een regenwaterput nog altijd een goede investering in tijden van droogte?
Het ziet ernaar uit dat we deze zomer massaal op reis gaan naar onze eigen tuin. Dat zal onze waterfactuur ongetwijfeld doen stijgen. Dagelijks je gazon en bloemperken besproeien, een opblaasbaar zwembad vullen en waterspelletjes spelen: een regenwaterput kan dan helpen. Maar is die de investering wel waard nu we de ene droogteperiode na de andere trotseren? En wat als je in een rijhuis woont?
Als er iets is wat de lockdown de voorbije weken enigszins draaglijk maakte, is het wel het mooie weer. Toch is het blotebenenweer niet per se goed nieuws. “De laatste jaren worden onze zomers opmerkelijk langer, warmer en vooral ook droger”, weet Frank Verplanken, docent Bouw aan Odisee hogeschool. “Dat brengt de drinkwatervoorziening in het gedrang. De overheid heeft al meermaals moeten oproepen om in de zomerperiode zuinig om te springen met leidingwater. Als het goede weer blijft aanslepen en een staycation dit jaar de norm wordt, ontstaan er ongetwijfeld tekorten.”
“Een ander probleem dat de klimaatverandering met zich meebrengt, is de toename van het aantal zomeronweders. Dat zijn hevige stortbuien, waarbij veel neerslag ineens valt. Midden in een droge periode. De bodem is op zo’n moment te hard om de regen te absorberen, dus die komt massaal in de riool terecht. En dat kan leiden tot overstromingen”, vervolgt Verplanken.
“Wie een nieuwbouwwoning zet, moet daarom sinds 2014 verplicht een systeem voor hergebruik van regenwater installeren. Zo slaat de Vlaamse overheid twee vliegen in één klap. Bij een regenwaterput wordt regen namelijk opgevangen via het dak van de woning. Het water loopt langs de goten naar een ondergronds reservoir, van waar het vervolgens kan worden opgepompt voor allerlei huishoudelijke toepassingen. Zo blijven de riolen ontlast en verzamelen gezinnen een persoonlijke voorraad regenwater, waardoor ze minder leidingwater nodig hebben.”
Waterfactuur gehalveerd
Als eigenaar van een regenwaterput voorkom je met andere woorden dat de riolen overstromen, vermijd je drinkwatertekorten en ben je lief voor het milieu. Maar je doet jezelf ook een financieel cadeau. Want regenwater is gratis, terwijl je in Vlaanderen volgens de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) gemiddeld 4,3 euro betaalt voor een kubieke meter (1.000 liter) leidingwater. Een liter leidingwater kost dus iets minder dan een halve cent, al variëren de prijzen naargelang de maatschappij en de gemeente.
Weinig? Op het eerste gezicht wel. Maar volgens de VMM zou de gemiddelde Vlaming ruim 114 liter water per dag verbruiken, waarvan 24 liter voor een korte douche, 21 liter bij het doorspoelen van het toilet en 6 liter om te poetsen. Een wasmachine verbruikt per wasbeurt zo’n 60 liter, wat neerkomt op een gemiddelde van 16 liter per dag.
Een groot deel van die activiteiten (in totaal goed voor 67 liter) kunnen stuk voor stuk gebeuren met regen- in plaats van leidingwater. Dat betekent dat je met een regenwaterput ruim de helft van je waterfactuur zou kunnen besparen. Dat is 29 cent per persoon per dag, ofwel 423 euro voor een gezin van vier personen per jaar.
Tel daarbij extraatjes zoals de tuin besproeien (18 liter of 7 cent per minuut) of een opblaasbaar zwembad vullen (3.000 liter of 13 euro per keer) en het wordt duidelijk dat de besparing aanzienlijk is.
Bekijk ook: Waar gaat ons water naartoe?
Een regenwaterput voor iedereen
Op dit moment is een regenwaterput alleen verplicht bij nieuwbouw of herbouw. Maar dat wil niet zeggen dat je er geen kan plaatsen in je bestaande woning om eveneens van de voordelen te genieten.
“Regenwaterputten komen in verschillende maten en materialen”, legt Frank Verplanken uit. “Bij een nieuwbouwproject gelden duidelijke voorschriften. Je regenwaterput moet dan 5.000 tot 10.000 liter groot zijn, afhankelijk van de oppervlakte van je dak. Mijn persoonlijk advies? Hoe groter je put, hoe beter. Ons waterverbruik ligt tenslotte best hoog. Dus heb je de ruimte om een regenwaterput van 10.000 liter te installeren, doe het gewoon. Op termijn betaalt de investering zichzelf terug. Als je toch aan het bouwen bent is de inspanning bovendien miniem. De graafwerken kunnen gemakkelijk machinaal gebeuren en je kan een kraan inschakelen om een groot, betonnen reservoir in de grond te heisen.”
“Wil je een regenwaterput plaatsen in je afgewerkte woning? Dan is een kunststoffen exemplaar doorgaans een betere optie. Bij bestaande huizen is de tuin immers moeilijker bereikbaar, waardoor het niet zo evident is om grote graaf- en hijswerken te doen. Regenwaterputten van kunststof zijn lichter en kleiner. Bepaalde modellen hebben zelfs bewust afmetingen die het mogelijk maken om ze via deuropeningen naar binnen te dragen. Vooral voor rijwoningen is dat een voordeel. Wil je een grotere opslagcapacitelit, kan je desnoods meerdere reservoirs aan elkaar koppelen. Zo hebben veel oudere huizen wel een regenwaterput, maar die is zelden groter dan 1.500 liter. Dat is haast verwaarloosbaar. Het kan dus heel interessant zijn om de uitbreidingsmogelijkheden te onderzoeken.”
Vergeet geen pomp en filter
De prijs van een regenwaterput hangt af van verschillende factoren. “De betonnen reservoirs zijn goedkoper”, vertelt de expert. “Afhankelijk van de leverancier schommelt de prijs rond de 650 euro voor een put van 5.000 liter tot 1.000 euro voor eentje van 10.000 liter. Kunststoffen regenwaterputten worden verkocht aan ongeveer 1.500 euro voor een volume van 2.500 liter tot 3.000 euro voor 7.500 liter. De leverings- en installatiekosten zijn in beide gevallen niet inbegrepen, zij hangen af van de aard van het werk dat moet gebeuren. Ze variëren van enkele honderden tot duizenden euro.”
Bovenop de waterput heb je ook een pompsysteem en een filter nodig. “Voor een pomp betaal je tussen de 500 en 1.000 euro. Een filter wordt geïnstalleerd door een loodgieter, wat een factuur van enkele honderden euro met zich meebrengt. De loodgieter zorgt ervoor dat het regenwater enkel gebruikt wordt voor de toepassingen van jouw keuze en kan eveneens een schakelsysteem installeren, zodat je automatisch overschakelt op leidingwater als je put leeg zou zijn. Dat moet zeker met de nodige zorg in orde worden gebracht, want drink- en regenwater mogen niet met elkaar in contact komen.”
Voor een nauwkeurige prijsindicatie voor jouw project vraag je sowieso best een offerte op bij een of meerdere gespecialiseerde firma’s. Leveranciers laten optekenen dat het drukker is dan andere jaren, omdat de vraag naar regenwaterputten na de laatste droge zomer is gestegen. Wachttijden voor de plaatsing bedragen op dit moment enkele weken tot twee maanden. Dit is dus het uitgelezen moment om je te informeren als je tegen de zomer wil overschakelen naar regenwater. Vergeet bovendien niet om te controleren of je in jouw gemeente aanspraak maakt op een premie voor de installatie.
Voorkom water met een gele kleur
Een regenwaterput vraagt niet veel onderhoud, maar als je er ten volle van wil genieten is het toch belangrijk om een aantal zaken niet over het hoofd te zien. “In principe zou een regenwaterput ieder jaar gereinigd moeten worden. Na verloop van tijd komt er namelijk een sliblaagje op het water, afkomstig van bladeren, stof en ander vuil waar het mee in contact komt voor het in de put terechtkomt. Daarvoor laat je best een firma langskomen die de put leegzuigt en grondig uitspoelt”, zegt Frank Verplanken nog.
“Ook moet je de filter in de gaten houden. Heb je bijvoorbeeld een koolstoffilter, dan zou die eigenlijk eveneens jaarlijks moeten worden vervangen. Lang niet iedereen doet dat. Is dat erg? Niet per se, maar je water kan daardoor na verloop van tijd wel een gelige kleur krijgen. Dat is niet gevaarlijk, maar ook niet bepaald aangenaam. Om die reden kiezen veel gezinnen er trouwens voor om enkel regenwater te gebruiken in de tuin en voor de toiletten, en niet in de badkamer. Maar dat een regenwaterput in elk geval een uitstekende investering is, staat vast.”