Het consultOpvoeden
Expliciete foto’s in de appgroep van je kind: hoe ga je daar als ouder mee om?
Kinderen zijn op steeds jongere leeftijd actief met smartphones en sociale media. Daar horen ook gevaren bij. Hoe reageer je als ouder als je kind van 11 een naaktfoto te zien krijgt? ‘Kinderen moeten zich veilig voelen om zoiets te melden.’
In een van de WhatsApp-groepen van het zesde leerjaar werd een dickpic rondgestuurd. Een klasgenootje had die foto online ontvangen van een volwassenen man en stuurde die door. Pas toen een van de kinderen het aan zijn ouders vertelde, kwam het bij de leerkracht terecht. De andere ouders schrokken zich rot. Hun kinderen hadden die foto ook gezien, maar zwegen er thuis over. Hoe ga je als ouder om met de WhatsApp-groepen waar je basisschoolkind in zit: controleren of vrijlaten?
Tegenwoordig heeft zo’n 80 procent van de 10-jarigen een smartphone, zegt de Nederlander Peter Nikken, bijzonder hoogleraar mediaopvoeding (Erasmus Universiteit Rotterdam). In de laatste jaren van de basisschool is het dus vrij normaal dat leerlingen toegang hebben tot WhatsApp. “Kinderen krijgen op steeds jongere leeftijd een eigen telefoon”, zegt Nikken. Dit heeft ook voordelen: ze leren al vóór de middelbare school en lastige puberfase omgaan met de smartphone.
Vaak is er een centrale klas-appgroep, waar ook de leerkracht in zit en waar schoolgerelateerde zaken besproken worden. Maar er zijn ook andere groepjes, zonder toezicht van de docent. Het mag geen verrassing heten dat juist op die plek de spannende dingen worden gedeeld, zoals heftige beelden van de oorlog in Oekraïne of seksueel getinte foto’s. Het rondsturen van naaktfoto’s is volgens Nikken een vrij frequent voorkomend probleem. “Dat speelt vooral op de middelbare school en in mindere mate op de basisschool. Meisjes hebben hier vaker mee te maken dan jongens.”
Zijn kinderen zich ervan bewust dat ze grensoverschrijdende beelden delen? “In zo’n appgroep zie je groepsdruk”, zegt mediacoach Els van Barneveld. “Kinderen die wat hoger op de apenrots staan of willen komen, gebruiken dat kanaal om hun plek te vinden: kijk eens wat ik durf te delen.”
Opvoeders kunnen met hun kind praten over de rol die buitenstaanders kunnen spelen. “Eén persoon stuurt iets door, maar dan zijn er nog steeds 27 andere kinderen die meekijken”, zegt Van Barneveld. “Maak je kind duidelijk dat het niet altijd de held hoeft uit te hangen door er iets van te zeggen, maar dat het wel jou, de meester of de juf kan inlichten.”
Hoe pak je het aan?
Moet je de privacy van je kind respecteren of is meekijken geoorloofd? Volgens Nikken kun je als opvoeder in het begin afspreken dat je meekijkt. “Vertel dat je wilt weten wat er gebeurt zodat je kan helpen als er vervelende dingen gebeuren, niet dat je je kind wil bespioneren.”
Op het moment dat ouders hun kind een telefoon geven, hoort daar ook de verantwoordelijkheid bij om het te leren welke regels er gelden. Mediacoach Els van Barneveld, die op scholen voorlichting geeft, merkt dat dit er weleens bij inschiet. “Een kind dat net heeft leren fietsen stuur je toch ook niet direct, hup, het verkeer in zonder uit te leggen hoe een stoplicht werkt?”
“Bespreek heel concreet welke verschillende situaties kinderen kunnen tegenkomen en hoe ze hierop moeten reageren”, zegt Van Barneveld. “Dan zullen ze het herkennen.” Als voorbeeld vertelt ze over haar eigen dochter van acht die erg van poezen houdt. “Ik heb haar uitgelegd dat als ze op Google ‘poesjes’ intikt, ze ook blote vrouwen kan tegenkomen. We hebben besproken wat ze dan kan doen. Ze antwoordde: ‘Ik klik het weg of zeg ik het tegen jou’.”
Blijf vragen stellen, adviseert de mediacoach. “Bijvoorbeeld tijdens de maaltijd: ‘Hoe was het in de groepsapp? Wat hebben jullie besproken?’”
Wanneer kindlief naar je toekomt om te vertellen over een gek filmpje, probeer dan niet al te heftig te reageren. “Kinderen moeten zich veilig voelen om zoiets te melden. Eigenlijk heb je de loterij gewonnen als ze dat doen. Word je boos, dan werkt dat ontmoedigend.”
Loopt het in de appgroep uit de hand, dan is het verstandig om naar de leerkracht te stappen. Van Barneveld: “In de klas kunnen er spelregels worden afgesproken. Bijvoorbeeld dat er na een bepaald tijdstip niets meer in de groep wordt geplaatst.”