InterviewPsychologe Vanessa Charland
‘Een klein ritueel, desnoods één keer per week, kan al genoeg zijn om je kind meer zelfvertrouwen te geven’
‘Een hype uit de boekjes’, zo zei topdokter Steven Laureys ooit over meditatie, maar de voorbije jaren heeft hij zijn mening drastisch herzien. Eerst als ervaringsdeskundige – dankzij meditatie kon hij zijn scheiding verwerken – en daarna ook als neuroloog, met onderzoek op het brein van een boeddhistische monnik. Staat daarbij vol overtuiging aan zijn zijde: echtgenote Vanessa Charland, psychologe en meditatiecoach voor kinderen.
Het voelt een beetje als de goeie ouwe coronatijd: Vanessa doet het interview via Zoom. Ze staat ons te woord vanuit haar geboorteland Canada, waar zij en Steven wonen met hun twee kinderen, Louis (4) en Margot (2). Ze heeft er haar praktijk als psychologe en geeft er meditatiecursussen aan kinderen.
Het lijkt nochtans geen evidente combinatie: kinderen en meditatie.
Charland: “Het is ook niet altijd makkelijk, maar dat is het voor volwassenen ook niet. Ik probeer zelf elke dag met een korte sessie te beginnen, maar er zijn genoeg dagen dat het niet lukt, omdat ik mijn hoofd niet rustig krijg. Bij kinderen is dat net zo, zeker bij de jongsten. Het hangt ook af van wat ze aan het doen waren vóór de sessie. Waren ze net uitbundig aan het spelen, dan zullen ze er wellicht minder zin in hebben. Maar dat is niet erg. Het doel van mindfulness is niet dat ze twintig minuten stilzitten, wel dat ze leren hun emoties te herkennen en te aanvaarden. En om ze te laten beseffen: alles is oké.
“Ik heb dat zelf ook moeten leren. Ik ben academicus, en bij de eerste groepen die ik begeleidde, had ik een strak plan: we gaan dat zó doen en dan komen we dáár uit. Niet, dus. (lacht) Je moet de dingen laten gebeuren. Dat klinkt makkelijk, maar het is best lastig om zo te leven, zeker als je net zoals ik graag de controle in handen houdt.
“(lachje) Sorry, ik ben al vertrokken, hè. Ik ben zo gepassioneerd door dit onderwerp, ik kan er uren over doorbomen.”
Kunnen alle kinderen leren mediteren?
“Natuurlijk. In mijn laatste cursus had ik een moeilijke groep. Vooral twee jongens waren heel luidruchtig, en ze luisterden totaal niet naar wat ik zei. Ik probeerde het met een ‘spraaksteen’ – alleen wie die vastheeft, mag praten – en wisselde hen van plaats, maar niets hielp. Uiteindelijk sprak ik mijn frustratie uit, en één van die jongens antwoordde: ‘Ik heb vandaag gewoon geen zin om naar jou te luisteren.’ Dat vond ik knap. De sessie liep voor geen meter, en toch hadden we iets geleerd: dat het op sommige dagen niet lukt, dat je soms liever iets anders doet. En vooral: dat dat oké is. Al heb ik natuurlijk wel geduid dat er bepaalde regels zijn, dat ze bijvoorbeeld hun beurt moeten afwachten als anderen aan het woord zijn.
“Het lastige was dat ik bij hen het gevoel had dat het vooral hun ouders waren die wilden dat ze mindfulness deden. Ze zeiden het haast letterlijk: hier is mijn zoon, maak hem rustig. Maar zo werkt het natuurlijk niet. Je kunt het niet forceren.”
Maar je kunt er dus wel drukke kinderen rustig mee krijgen?
“(nadrukkelijk) Nee. Laat dat alsjeblieft duidelijk wezen: mindfulness zal actieve kinderen niet kalm maken. Het kán een effect hebben, maar zeker niet van vandaag op morgen. Het is een proces. Als je gewicht wilt verliezen, moet je gaan sporten, en als je die ene droomjob wilt, moet je opleidingen volgen. Niets komt vanzelf in het leven.”
Wat zijn dan wel de voordelen voor kinderen?
“O, het brengt ze zoveel bij. Ze leren emoties herkennen, ook negatieve, en ermee omgaan. Ik kom nog uit de tijd dat je niet kwaad of gefrustreerd mocht zijn. En als ik verdrietig was, hoorde ik alleen maar: ‘Niet huilen!’ Ik heb het daardoor soms nog steeds moeilijk om mijn gevoelens te uiten, terwijl dat zo belangrijk is, want anders ga je dingen opkroppen – met alle gevolgen van dien.
“Dankzij meditatie leren kinderen zichzelf kennen en worden ze zich bewuster van zichzelf. Hun brein is bovendien nog jong: als ze van jongs af aan mediteren, ontwikkelen ze vaardigheden waar ze de rest van hun leven baat bij hebben.”
Zelfs als ze later niet meer mediteren?
“Er is nog geen studie die kinderen heeft gevolgd tot ze 80 jaar zijn. Wat ik bedoel, is vooral: als je jong begint, heb je een ontzettend sterke basis om op voort te bouwen. Volwassenen kunnen het ook nog aanleren, maar voor hen zal het een pak moeilijker zijn, zij moeten al zeker 20 minuten per dag mediteren om hetzelfde effect te hebben.”
VERPLICHT VAK
De dalai lama zei ooit: ‘Als we kinderen vanaf 8 jaar meditatie zouden leren, kunnen we het geweld in de wereld in één generatie elimineren.’
“Dat het in één generatie opgelost raakt, is misschien wat optimistisch, maar ik geloof wel absoluut wat hij zegt. Als iedereen zou mediteren, krijgen we een compleet andere wereld, met veel minder Poetins en veel meer echte liefde.
“Alles begint bij kinderen. Het is daarom zo positief dat steeds meer ouders en scholen interesse tonen.”
Uw echtgenoot pleitte er al vaker voor om van meditatie en mindfulness een verplicht schoolvak zoals wiskunde en talen te maken.
“In sommige landen, zoals Frankrijk, is dat al het geval, dat zou bij ons ook zo moeten zijn. Tien minuutjes in de voormiddag en tien in de namiddag, meer hoeft het niet te zijn. Vergelijk het met de speeltijd: het is voor kinderen belangrijk om even te bewegen. Zorg dragen voor hun brein is net zo belangrijk.”
Hoe kunnen leerkrachten dat aanpakken?
“Er zijn zoveel mogelijkheden. Een eenvoudige ademhalingsoefening kan al een groot effect hebben. Je kunt kinderen leren dat hun ademhaling, die vertrekt vanuit hun buik, hun veilige plek is, hun kleine huisje, waar ze altijd naartoe kunnen als ze zich bang of triest voelen. Je kunt ook hun aandachtsspanne trainen: toon een aantal voorwerpen, neem er eentje weg en vraag je leerlingen welk voorwerp is verdwenen. Of doe yogaoefeningen: laat de kinderen bijvoorbeeld rechtstaan als een boom, waarna ze hun ‘takken’ laten bewegen. Er is heel veel te vinden op YouTube, er zijn boeken en podcasts… Ik zou zeggen: doe gewoon, probeer maar wat uit, en ontdek wat voor jullie werkt.”
Jullie kinderen Louis en Margot zijn 4 en 2. Doen zij al aan meditatie?
“Natuurlijk, ik mediteer al met hen sinds ze baby’s waren. Ik nam hen op schoot, en liet hen voelen hoe ik ademde. Als ze wat groter waren, benoemde ik dat: ‘Voel je mijn buik in je rugje telkens als ik inadem? Doe maar even mee.’ Ouders kunnen met de kleinste dingen aan de slag. Tijdens het werken in de tuin kun je even bewust de aarde tussen jullie vingers laten glijden, je kind laten opmerken hoe die kouder aanvoelt naarmate je dieper graaft. Tijdens een wandeling maak je je kind attent op de omgeving: zie je die boom? Hoor je die vogel? Het komt erop neer om even samen ‘stop’ te zeggen, om je even heel bewust te zijn van het moment. Nog een goeie tip is om je kinderen geregeld te laten kiezen wat je gaat koken. Zo leren ze hun smaak kennen en ontwikkelen, en staan ze stil bij wat ze wel en niet lekker vinden. Het klinkt bizar dat kinderen zichzelf leren accepteren en meer zelfvertrouwen krijgen door te kiezen wat ze willen eten, en toch is het zo, omdat ze zichzelf op die manier beter leren kennen. Ik raad aan om er een routine van te maken, een klein ritueel dat je desnoods één keer per week doet. Dat kan al genoeg zijn. Op die manier wordt mediteren een deel van hun leven en zullen ze er op een natuurlijke manier mee omgaan.”
Vanwaar uw keuze om met kinderen te werken?
“Simpel: omdat ik ontzettend veel van kinderen hou. Mijn eerste plan was om kinderpsychologe te worden, maar tijdens vrijwilligerswerk in een centrum waar kinderen uit een gewelddadige thuissituatie worden opgevangen, besefte ik dat dat niets voor mij was. Ik ben daar te gevoelig voor, ik kan het niet aan om kinderen te zien lijden. Veel liever wil ik hen zien bloeien en groeien. En precies dat vond ik terug in mijn meditatiesessies met kinderen.
“Ik heb destijds lang getwijfeld over mijn studiekeuze. Ik wilde ingenieur worden, en geneeskunde sprak me ook aan. Maar toen ontdekte ik de neurowetenschappen en ik was meteen verkocht. Ik heb me de keuze nooit beklaagd. Ik heb mijn doctoraat over bijna-doodervaringen geschreven, en ik werk ook vaak met hypnose. Ontzettend boeiend, allemaal.”
DOLVERLIEFD
Dat doctoraat bracht u ook naar België.
“(knikt) Ik studeerde in Canada, en toen ik aan mijn doctoraat moest beginnen, hoorde ik dat het niveau van de neurowetenschappen aan het UZ Luik ontzettend hoog is. Ik kom uit Franstalig Canada, dus de taal vormde geen probleem.
“Ik vind België geweldig. Tijdens een verkennend bezoek aan het ziekenhuis voelde ik al dat het zou klikken. Belgen lijken op Franstalige Canadezen, vind ik: jullie zijn meegaand van aard, en jullie hebben een vriendelijke mentaliteit.
“Het was de bedoeling dat ik mijn doctoraat zou afwerken en dan zou terugkeren naar Canada, maar in het ziekenhuis leerde ik Steven kennen en toen veranderde alles. (glimlacht) Ik ben elf jaar gebleven en stond er aan het hoofd van een team van psychologen op de afdeling klinische psychologie.”
Waarom bent u uiteindelijk toch teruggekeerd?
“Voor de kinderen, vooral. Ik wilde dat Louis en Margot hun familie in Canada zouden leren kennen. Het leven is zo kort. Ik heb mijn grootouders langs vaderskant verloren, en mijn oom is jong gestorven. We weten niet hoelang we hier rondlopen, en ik wilde dat ze een band met elkaar zouden opbouwen. Vorig jaar zijn we verhuisd.”
Steven werkt nog steeds in Luik. Hij pendelt tussen de twee landen.
“Ja, hij blijft telkens een aantal weken in België en komt dan weer een tijd naar Canada. Dat lijkt niet evident, maar voor ons werkt het wel. Ik ben sowieso iemand die nood heeft aan alleen zijn, en hij kan zich op die manier 100 procent focussen op zijn werk. Als hij dan bij ons is, is hij ook écht bij ons, dan ligt de focus helemaal op het gezin.
“Toen we nog in België woonden, was hij ook vaak weg voor congressen en lezingen, ik heb het nooit anders geweten. Het is ook telkens maar voor korte periodes. Als hij iedere keer voor zes maanden zou vertrekken, zou het een ander verhaal zijn.”
Hij omschreef jullie band mooi in een interview in De Standaard: ‘Ik ben de man van het wetenschappelijke onderzoek. Als ik een regenboog zie, verklaar ik dat fenomeen. Zelfs de geboorte van mijn kinderen doorgrondde ik vroeger als een natuurkundig verschijnsel. Mijn vrouw liet me inzien dat er meer is. Intussen heb ik ook geleerd te kijken vanuit verwondering.’
“(lacht) Hij wil altijd alles verklaren, vreselijk. Ik zeg dan: kom uit je hoofd, kijk eens zonder na te denken. Het kan leuk zijn om te weten vanwaar die regenboog komt, maar soms moet je gewoon genieten. Wat voor Steven dus heel moeilijk is en ik haast vanzelf doe. We vullen elkaar mooi aan.”
Jullie vormen een nieuw samengesteld gezin. Steven heeft ook drie kinderen uit zijn eerste huwelijk: Clara (23), Hugo (21) en Matias (17).
“Dat was in het begin wel zoeken. De eerste weken ben je dolverliefd en leef je in een roes: ‘Alles wordt fantastisch en mijn kinderen zullen dol op jou zijn en ik ga zoveel van je kinderen houden!’ Maar dan haalt de realiteit je in en blijkt het allemaal niet zo evident te zijn. Dat klinkt nu negatief, maar zo bedoel ik het niet: het kan ook onzettend verrijkend zijn. Ik ben dankbaar dat ik de kinderen van Steven in mijn leven heb. Ik vind het fantastisch om Louis te horen praten over zijn grote broers en zus, hij kijkt enorm naar hen op. Maar we hebben onze weg moeten zoeken, net zoals iedereen. In gewone families gaat het ook niet allemaal vanzelf. Samenleven vraagt altijd liefde en geduld.”
Heeft meditatie jullie op de één of andere manier geholpen om een evenwicht te vinden?
“Ik kan me niet herinneren dat we vaak met z’n allen gemediteerd hebben. Ons geheim was vooral: communicatie. We gingen geregeld samen aan tafel zitten, en dan spraken we heel open met elkaar: hier zit ik mee, dit vind ik moeilijk. Praten is het allerbelangrijkste, samen met geduld oefenen. Neem je tijd. Stel je partner niet te snel voor aan je kinderen, voor hen kan dat lastig zijn. Jij zit in de roes van de verliefdheid en denkt dat alles fantastisch zal zijn, maar reken er maar op dat het een bumpy road wordt.
“Het is trouwens ook oké als je kinderen je nieuwe partner niet leuk vinden. Misschien komt dat mettertijd, misschien ook niet. Leg hen vooral geen druk op. Je kunt mensen niet verplichten om elkaar leuk te vinden.”
GOEIE CRISIS
Hoe is uw fascinatie voor meditatie ontstaan?
“Ik was altijd al geïnteresseerd in spiritualiteit. Ik ben niet gelovig, maar ik zocht wel altijd naar ‘iets’. Als tiener las ik wel boeken over meditatie, maar veel deed ik er niet mee – het was toen nog iets heel zweverigs.
“Toen ik in 2010 naar België verhuisde, kwam het opnieuw op mijn pad. Een vriendin van me organiseerde meditatieavonden bij haar thuis. Eén keer per week kwamen we samen om te mediteren. En ook al was het maar één keer per week, toch voelde ik snel een verschil. Ik merkte dat ik met een gezonde afstand naar mijn leven kon kijken. Ik kon een stapje achteruitzetten om mijn emoties te overschouwen. Mijn ego werd kleiner. In plaats van te denken in termen als ‘dit is niet eerlijk’ en ‘het is zijn of haar schuld’, dacht ik steeds vaker: ik voel me zus of zo, en dat is oké. Alles leek lichter te worden, er viel een soort spanning weg.”
Rond die tijd ontmoette u Matthieu Ricard, de boeddhistische monnik en meditatie-expert die wereldwijd miljoenen mensen bereikt met zijn boeken en TED Talks over boeddhisme, meditatie en geluk.
“Een fantastische man, erg down-to-earth en ongelofelijk grappig. Hij wakkerde mijn interesse nog meer aan. Ik begon vaker te mediteren en ik ben sindsdien niet meer gestopt. Het leert me zoveel. Een voorbeeld: onlangs was mijn zoon vervelend aan het doen. Ik begon mijn geduld te verliezen en wilde roepen, tot ik dacht: als ik nu tegen hem schreeuw, ga ik me achteraf slecht voelen. De situatie zal er ook niet door verbeteren, want ik zal hem stress bezorgen, waardoor hij nog meer overstuur raakt. Ik haalde diep adem en besloot om niet te gaan schreeuwen, waardoor we een heel ander scenario kregen. Dat is het effect van meditatie. Het leert je om niet meteen te reageren, om even afstand te nemen en na te denken. Dat gaat heel snel, het is een flits, maar het heeft een enorm effect.”
Om critici alvast voor te zijn: de effecten van meditatie zijn wetenschappelijk bewezen.
“Absoluut. Mediteren was lange tijd een soort pseudowetenschap, maar de laatste jaren is er veel research gedaan en nu beschikken we over massa’s wetenschappelijke data. Google Scholar, de onlinebibliotheek van wetenschappelijke literatuur, staat vol interessante studies. Alle onderzoeken tonen het zwart op wit aan: ons brein verandert daadwerkelijk als we geregeld mediteren. Dat kun je objectief vaststellen op hersenscans.”
Steven heeft zelf ook onderzoek gedaan. Hij bestudeerde de hersenactiviteit van Matthieu Ricard, de monnik over wie u het net had.
“(knikt) De resultaten waren ronduit spectaculair. Bepaalde delen van zijn hersenen bleken helemaal anders van structuur te zijn. Sommige waren beter ontwikkeld, andere waren net kleiner. Hij was 69 jaar op het moment van de scan, maar zijn brein zag er jaren jonger uit. Ik vind dat ongelofelijk.”
Toch zijn er ook gevaren, blijkt uit een studie van de University College London. Een kwart van alle respondenten heeft minstens één negatieve ervaring gehad tijdens of na het mediteren. De vaakst voorkomende klachten zijn angst, paniek, paranoia, hallucinaties en de herbeleving van traumatische gebeurtenissen.
“Daar heb ik niet eerder over gehoord. Het klopt wel dat je bij mensen met een onderliggende aandoening, zoals paranoia of schizofrenie, voorzichtig moet zijn, omdat zij een ander soort bewustzijn hebben. En het kan confronterend zijn als je gaat mediteren terwijl je ergens mee zit. Het merendeel van de tijd leven we op automatische piloot. Als je dan even stopt, merk je misschien dingen op die je onbewust had weggestopt. Vergelijk het met een huis waarin je goed rondkijkt en rommel opmerkt. Je moet die rommel zien voor je die kunt opruimen.”
Een paar maanden geleden stond in Humo een reportage over bekende mensen die mediteren. Wat opviel, was dat de meesten ermee begonnen waren toen ze het moeilijk hadden. Steven heeft daar ook al over verteld in interviews: hij vluchtte na zijn scheiding in alcohol en sigaretten. Pas toen hij het mediteren ontdekte, raakte hij uit die put. Misschien speelt dat ook mee bij die mogelijke gevaren: veel mensen die ermee beginnen, zitten in een donkere periode.
“Pas als het donker wordt, ga je op zoek naar de knop om het licht weer aan te doen, hè. Dat is normaal. Zulke crisissen kunnen trouwens erg goed zijn. We doen alles om ze te vermijden, maar eigenlijk hebben we ze nodig. Het is in moeilijke tijden dat we groeien.”
Of naar antidepressiva grijpen, de makkelijkere weg om uit het donker te raken.
“Ik weet niet of die weg zoveel makkelijker is. Bij antidepressiva duurt het weken voor je enig effect merkt. Bovendien pak je de oorzaak niet aan. Ze zijn als een soort pleister op de wonde. Pas op, ik wil niet zeggen dat antidepressiva zinloos zijn. Als je niet meer uit bed raakt of met grote angsten kampt, kunnen ze zeker nuttig zijn. Maar ik merk dat ze soms te snel worden voorgeschreven en dat andere opties, zoals psychotherapie of een andere levensstijl, niet worden overwogen. Veel mensen zouden daar meer baat bij hebben. En bij de groep met zware klachten zou meditatie er misschien voor kunnen zorgen dat de dosis van de antidepressiva verlaagd kan worden, wat ook een pluspunt is.”
In die Humo-reportage zei regisseur Tim Van Aelst: ‘Hoe dikker je bent, hoe moeilijker het is om jezelf naar de fitness te sleuren. Met meditatie is het net zo: hoe meer je het nodig hebt, hoe moeilijker het begin zal zijn.’
“Hij heeft gelijk. Hoe dieper je zit, hoe moeilijker de weg. Maar je hoeft niet meteen veel te doen. Begin bijvoorbeeld met een minuutje per dag. Er bestaan goeie apps: Petit BamBou, bijvoorbeeld, of Headspace.
“Ik raad aan om een dagboek bij te houden met je vorderingen. Dat motiveert je enorm. Dat geldt trouwens ook voor mensen met een depressie: verschillende studies tonen aan dat mensen die elke avond vijf dingen opschrijven waarvoor ze dankbaar zijn, zich na enkele maanden minder depressief voelen. Je leert je brein te focussen op de positieve dingen, en dat heeft echt een impact.”
Tot slot: wat hoopt u voor de toekomst?
“Dat we allemaal mogen ontwaken. Dat we minder op automatische piloot gaan leven of als een robot onze lijstjes afwerken. Corona en de oorlog in Oekraïne hebben ons pijnlijk duidelijk gemaakt dat het anders moet. Zoals we het nu aanpakken, werkt het niet. We moeten onze levens herinrichten. En zo kom ik toch weer uit bij mindfulness voor kinderen. Als we dat zaadje in hun brein kunnen planten, ziet de toekomst er mooi uit.”
Steven Laureys en Vanessa Charland – Zacht. Het no-nonsense meditatieboek voor kinderen, Borgerhoff & Lamberigts
© Humo