AchtergrondGezondheid
‘Een halve pompelmoes als ontbijt en de rest als avondmaal’: hoe sommige moeders de eetgewoonten van hun kinderen verstoren
Wie niet op TikTok zit, heeft de controverse over ‘amandelmoeders’ mogelijk gemist: moeders – of ouderfiguren – die hun ongezonde ideeën over voeding en diëten doorgeven aan hun kinderen. ‘Ze zei dat ik op de kerstfoto beter achter de stoel met mijn grootmoeder kon gaan staan, om mijn buikje te verbergen.’
Drie maanden geleden bestond er nog geen woord voor, maar jonge mensen, vooral jonge vrouwen, worden er toch al decennialang mee geconfronteerd: de almond mom of amandelmoeder.
De term kent zijn oorsprong in een beeldfragment van The Real Housewives of Beverly Hills, een realityreeks die het wel en wee van rijke huisvrouwen volgt. Zo ook het leven van Yolanda Hadid, de moeder van topmodellen Gigi en Bella Hadid. In de betreffende clip, opgenomen in 2014, maar duchtig circulerend op TikTok sinds oktober 2022, zien we Yolanda telefoon krijgen van haar toenmalige tienerdochter Gigi, die klaagt dat ze zich “ontzettend zwak” voelt, omdat ze “misschien maar een halve amandel heeft gegeten vandaag”. Waarop Yolanda antwoordt: “Neem dan nog een paar amandelen, maar kauw ze gewoon heel erg goed.”
Enter de term amandelmoeder: een paraplubegrip voor hoe moeders (of moederfiguren) hun eigen verstoorde relatie met voeding (kunnen) doorgeven aan hun kinderen. Onder de hashtag volgden al snel komische filmpjes van jonge mensen die laten zien hoe het is om op te groeien met een amandelmoeder. Opmerkingen als ‘drink eerst een glas spuitwater en kijk dan eens of je nog honger hebt’ of ‘elk pondje gaat door het mondje’ worden gecombineerd met livebeelden van moeders die rond het aanrecht rennen en jumping jacks doen, terwijl ze het eiwit voor het dessert luchtig kloppen en beelden van treurige voorraadkasten vol noten, griesmeel en gedroogde kokosschilfers waar soms ook nog een poster op hangt: heb je écht honger, of verveel je je gewoon?
“Ik vind het heel frappant dat dit nog altijd zo leeft bij jonge mensen”, zegt Veerle* (46) met lichte verbazing. “Mijn moeder was ook een vrouw die altijd commentaar gaf op wat ik in mijn mond stak. Die ostentatief een kleiner stuk taart voor me afsneed en zei dat ik op de kerstfoto beter achter de stoel met mijn grootmoeder kon gaan staan om mijn buikje te verbergen. Maar ik dacht dat het aan de leeftijd lag. Ze is nog van de generatie die een halve pompelmoes at als ontbijt en de rest als avondmaal – omdat dat was wat je als vrouw hoorde te doen: op je lijn letten.
“Ik moet eerlijk zeggen dat ik dat wel van haar heb overgenomen, de mentaliteit alleszins. Want als tiener rebelleerde ik daar natuurlijk tegen, en at ik met opzet veel meer dan waar ik zin in had, om haar te kwellen. Dat heeft mijn relatie met voeding zeker verstoord.”
Stephanie* (26) heeft geen amandelmoeder, maar een amandelgrootmoeder. Die kan het niet laten om opmerkingen te geven over gewicht of over specifieke lichaamsdelen: zware borsten, brede bovenbenen, opgezwollen buiken. “In het algemeen heeft ze een zware focus op uiterlijk. De eerste opmerking die ik van haar krijg is nooit ‘je ziet er blij uit!’, maar altijd ‘ben je vermagerd?’ Hoewel ik een perfect gezond gewicht heb, zegt ze altijd dat ik toch mooier zou zijn met wat kilootjes minder. En wanneer we aan tafel zitten waarschuwt ze ons dat ‘alles blijft hangen’.
“Over een nichtje dat momenteel met een eetstoornis worstelt, heeft ze zelfs eens gezegd dat ze ‘misschien wel ziek is, maar er nu toch beter uitziet’. Ik kan vandaag nog altijd niets eten zonder haar stemmetje te horen vragen of ik dat wel zou doen, en of ik daar niet van zal verdikken.”
Communie in shapewear
Diëtiste Celien Rombouts, die in haar praktijk focust op het doorbreken van schadelijke voedingsrelaties en dieetgedachten kent de term ‘amandelmoeder’ niet, maar is wel bekend met het fenomeen. “Hoewel we de laatste jaren wel wat vorderingen hebben gemaakt als maatschappij, zijn veel mensen nog altijd doordrongen van de strikte dieetmentaliteit van vroeger. Ze associëren een slanke lijn met een gelukkig en waardevol leven, dus uiteraard zijn dat dingen die ze willen doorgeven aan hun nageslacht. Soms zeggen moeders me dat ook: ik weet wat het is om ongelukkig te zijn door een paar kilo’s te veel, en ik wil niet dat mijn kind met hetzelfde worstelt. De oplossing is echter niet om je kind ook een verstoorde relatie met voeding te laten kweken, want op die manier zal het gelukkig noch gezond zijn.”
Dat bevestigen de vele reacties van vrouwen die hun hart uitstorten over hoe ze nooit pasta of pizza durven te bestellen, omdat ze hun moeder nooit koolhydraten hebben zien eten en hen altijd werd gezegd dat ze ‘vanaf hun dertigste niet meer zouden kunnen eten wat ze willen’. Vrouwen die zelfs al afslankende shapewear moesten dragen onder hun communiekleding. Die koolsoepdiëten moesten volgen, kauwgom meekregen als tussendoortje naar school en proteïneshakes in hun kotkoffer vonden. Vrouwen die geen bikini mochten dragen op het strand, omdat ‘die bij hen niet zo esthetisch is om naar te kijken’. Vrouwen die boos, maar toch ook vol spijt spreken over de manier waarop zij een waterijsje kregen terwijl hun broers een roomijsje mochten uitkiezen.
Met mededogen, omdat het hun mama is. Omdat ze begrijpen dat zij ook maar het product is van haar eigen opvoeding – die vaak nog meer doorspekt was met dieetmentaliteit. Het is waarom zowat iedere vrouw in dit artikel alleen maar onder een schuilnaam wou getuigen. “Ik zie mijn moeder doodgraag. Ik weet dat ze gewoon wou dat ik niet zoveel complexen had als zijzelf – maar ze begreep toen nog niet dat ze die zelf mee installeerde.”
Vandaag beseffen de meeste ouders dat het niet echt bevorderlijk is voor het mentaal welzijn van je kind om het continu te kleineren. Dat het installeren van gezonde voedingsgewoontes ook met zachte hand kan. Maar waar moeders mildheid aan de dag leggen voor hun kinderen, blijft hun eigen dieetstem nog even luid door hun hoofd gonzen. En ook dat kan nare gevolgen met zich meebrengen, bevestigen experts.
Voormalig beroemd fitnessinstructrice Chalene Johnson maakt in haar podcast het onderscheid tussen twee verschillende soorten amandelmoeders. Zo zijn er de zogenaamde originals, waar Yolanda Hadid onder valt, die hun kinderen aan de lopende band opmerkingen over hun gewicht en voedingskeuzes serveren. Het type dat veelbetekenend een wenkbrauw optrekt wanneer je voor een tweede portie kroketten gaat of opmerkingen geeft over een rokje dat toch wat strak zit. “Ik zou zoiets nooit durven te zeggen tegen mijn kinderen, maar ik ben wel tot de afschuwelijke vaststelling gekomen dat ik zelf ook een amandelmoeder ben. Het almond mom light-type.”
Hiermee bedoelt ze moeders die onbewust en vooral onbedoeld hun verstoorde relatie met voeding doorgeven aan hun kinderen, door zelf het slechte voorbeeld te stellen. Moeders die hun kinderen in alles zullen steunen, maar die over zichzelf wel zullen zeggen dat ze ‘een te dikke poep hebben gekregen’ of zullen bemerken dat ze ‘eens een keertje zullen zondigen’ wanneer ze aan de zondagse ontbijttafel een halve croissant eten.
“Op zich is het natuurlijk oké om autonome voedingskeuzes te maken die soms eens afwijken van wat de rest van je gezin voorgeschoteld wordt, maar het is belangrijk dat je beseft dat kinderen, zeker jonge kinderen, je gedrag en taal zullen kopiëren”, zegt Rombouts. “Het is dus essentieel dat je dat op een positieve manier kadert: dat je zin had in een portie groenten in plaats van een portie frieten, bijvoorbeeld. En niet zegt: mama moet een beetje op haar lijn letten of mama heeft dikke billen. En dat je meestal ook gewoon gezellig mee-eet met je gezin.”
Rombouts benadrukt dat kinderen ontzettend opmerkzaam zijn, en dat ze heus wel de puntjes zullen verbinden als je alleen maar negatief over jezelf spreekt of je lichaam verstopt onder lagen kleding op het strand, bijvoorbeeld. Ze zullen begrijpen dat je je schaamt voor de manier waarop je lichaam eruitziet, en gaan dat op zichzelf projecteren, omdat ze misschien ook wel bepaalde lichaamsvormen van je geërfd hebben. Bovendien gaan ze je gedrag associëren met wat je hoort te doen.
“Ouders beseffen niet dat ze de voorbeeldfiguren, de superhelden van hun jonge kinderen zijn”, zegt dokter Jillian Lampert, gespecialiseerd in voedingsproblematiek, aan Huffington Post. “Hoe kan je kind ooit denken dat het goed genoeg kan zijn wanneer hun superheld zichzelf constant neerhaalt?”
Risicofactor
Dat weet Sarah* (24) helaas maar al te goed. Toen haar oudere zussen begonnen te puberen en diëten, moedigde haar moeder hen almaar aan. Ze voerden talloze gesprekken over hun huidige gewicht, hun streefgewicht en hoe ze dat konden bereiken. “Ik heb nog een levende herinnering van hoe mijn moeder me ook op de weegschaal wilde zetten, maar ik weigerde. Uiteindelijk ben ik toch op de weegschaal moeten stappen, maar omdat ik het getal niet wou zien, hadden we afgesproken dat ik mijn ogen dicht mocht houden. Mijn mama keek naar het getal en zei op een ietwat strenge toon: ‘Oké, ik weet genoeg’.”
In haar tienerjaren ontwikkelde Sarah een eetstoornis. Een eetstoornis is, voor alle duidelijkheid, niet hetzelfde als een verstoorde relatie met voeding, en een verstoorde relatie met voeding leidt niet automatisch tot een eetstoornis, zegt psychiater Nele De Schryver, die in het UZ Gent patiënten met een eetstoornis begeleidt. “Het klopt dat je vaker eetstoornissen ziet opduiken bij mensen met een grote focus op hun voeding, zoals topsporters of diabetici, maar een eetstoornis ontstaat op basis van verschillende factoren, waaronder de ontwikkeling van je persoonlijkheid, je levensloop, de manier waarop je met moeilijkheden omgaat en ook genetische kwetsbaarheid. Als die factoren aanwezig zijn, is de kans dat zich een eetstoornis ontwikkelt natuurlijk wel groter bij de mensen die veel met voeding en lichaamsbeeld bezig zijn.”
Je weet natuurlijk niet wie die genetische kwetsbaarheid draagt. Ook dat is geen rechtlijnig proces, zegt De Schryver. “Het is niet zo dat je je eigen eetstoornis sowieso doorgeeft aan je kinderen, maar als je zelf een verstoord eetpatroon of een verstoord lichaamsbeeld hebt, kun je bijvoorbeeld wel dit verstoorde eetpatroon of negatieve manier van kijken naar je lichaam of gewicht doorgeven, omdat kinderen leren van het gedrag van hun ouders. Als je dan een genetisch kwetsbaar kind hebt, dan is dat een risicofactor voor het ontwikkelen van een eetstoornis.”
Sarah is ondertussen uit het dal geklommen en herstellende. “Ik ben wel veel bezig met hoe ik mijn kinderen later wil opvoeden”, vertelt ze. “Ik heb een grote kinderwens, maar ik besef dat ik nog steeds een verstoorde relatie met eten heb – ik denk dat zoiets voor altijd is – en ik vind het echt belangrijk om mijn toekomstige kinderen wel een gezonde relatie met eten te kunnen schenken.”
“Mijn kinderen zijn mijn excentrieke motivatie geweest om in behandeling te gaan”, vertelt ook Laurence Bauffe (32), die op haar Instagrampagina en in haar boek Dag eetstoornis, genoeg is genoeg (2022, Lannoo) haar dertien jaar durende strijd met een eetstoornis aan het publiek toont. Ze bracht deze maand samen met een diëtiste een werkboek uit om de aanstormende feestdagen en de bijbehorende dieetdruk te navigeren.
Bauffe: “Ik kan de pogingen die ik ondernomen heb om hulp te zoeken niet meer bijhouden. Elke keer ging het mis. Maar ik merkte dat mijn dochter – ze wordt over een maand 7 jaar – begon te zien dat ik ziek was. Vragen stelde over mijn gewicht en mijn voeding. Uit het niets vroeg ze: mama, gaat het wel goed met jou? Toen is er iets geklikt. Je weet dat kinderen sponsen zijn, en het besef dat ik het anders moest aanpakken met mijn kinderen was overweldigend. Ik ben eerst met een psychologe aan de slag gegaan rond zelfliefde, en dat bleek in opname mijn ontbrekende factor te zijn om de behandeling te doen slagen.”
Ze is nu in herstel en heel open over haar proces, om het taboe op te heffen. “Ik krijg best vaak reacties van andere jonge moeders, die door wat ik post dingen in zichzelf herkennen of bewuster bezig zijn in hoe ze over zichzelf spreken, zeker in het bijzijn van hun kinderen.”
Koekenkastgezin
Ook diëtiste Celien Rombouts krijgt steeds vaker te horen dat mensen bij haar een traject starten omdat ze de laatste jaren zijn gaan beseffen dat ze een verstoorde relatie met voeding hebben, die ze niet willen doorgeven aan hun kinderen. “Ik begin dan ook met hen te zeggen dat het allereerst al goed is dat ze zich bewust zijn van hun eigen dieetmentaliteit, en leer hen in de eerste plaats dan ook om dieetgedachten bij zichzelf en in hun opvoeding te herkennen.”
Net door de toegenomen vraag over de rol van voeding in, welja, opvoeding werkt ze momenteel samen met kinderdiëtist Rolinde Demeyer een nieuwe cursus over dat onderwerp uit. “Vaak zit het in ontzettend subtiele dingen – in het labelen van voedsel als gezond of ongezond, als lekker of voedzaam, waardoor die voedingsmiddelen bij je kind ook associaties gaat opwekken. Het bekendste voorbeeld is misschien wel: eet je worteltjes op, dan krijg je straks een dessert. Dat installeert bij het kind al het idee dat het het dessert is dat de moeite waard is, waar het naar moet streven, en dat eten een beloning kan zijn, of net iets waar het zich moet doorworstelen, iets wat slecht of goed kan zijn. Terwijl eten neutraal zou moeten zijn. Ik zeg altijd dat voeding een gedeelde verantwoordelijkheid is: de ouder beslist wat het kind eet, het kind beslist hoeveel het eet.”
Rombouts geeft nog een voorbeeld: stel dat je je kind op bepaalde dagen ook een boterham met choco mee naar school geeft, laat het kind dan zelf beslissen of het die boterham eerst, laatst of misschien zelfs helemaal niet opeet. Dat kan alleen maar als die boterham met choco iets neutraals wordt. Iets wat Fien* (30) gaandeweg moest ontdekken. Zij groeide op in een huis waar nooit koekjes, chips of snoep te bespeuren waren, omdat haar moeder altijd op haar lijn probeerde letten en die levensstijl vervolgens ook opdrong aan haar dochter, die ‘toch wel wat te struis begon te worden’.
Fien: “Ik merkte pas hoezeer dat onder mijn huid gekropen is toen ik ging samenwonen met mijn partner, die uit een koekenkastgezin komt. Hij had altijd toegang tot een koekje, als hij dat wou, maar wanneer ik als tiener eens zin had in snoep, ging ik dat stiekem kopen om dan vervolgens het hele pak in het geheim op mijn kamer leeg te schrokken. Vandaag weet ik dat die dingen gewoon in huis zijn, dat ik ervan mag nemen wanneer ik wil, en frappant genoeg eet ik er daardoor net veel minder van, omdat het niet meer in het geheim moet, omdat het niet meer ‘mijn enige kans’ is.”
Dankzij de relatie met haar partner, die geen opmerkingen maakt over haar gewicht of voedselkeuzes, is Fien langzaam maar zeker de dieetmentaliteit die haar opgelegd werd door haar moeder van zich af aan het schudden. “Het blijft wel moeilijk. Ik kan er met haar bijvoorbeeld ook niet over spreken. Dat blijf ik jammer vinden, want het zou ook helend kunnen zijn. Maar ik merk dat er veel vrouwen van mijn leeftijd met hetzelfde bezig zijn: het doorbreken van de cyclus die onze moeders, grootmoeders en overgrootmoeders al dan niet moedwillig mee in stand hebben gehouden. Dat is heel krachtig om te zien.”
* Veerle, Stephanie, Sarah en Fien zijn schuilnamen om de privacy en die van hun familie te beschermen. Hun echte namen zijn bekend bij de redactie.