AchtergrondWerkvloer
Een emoji of een ‘k’: de nieuwe manier van bekvechten op de digitale werkvloer
We zijn het gewend geraakt om van thuis te werken sinds een zekere pandemie, maar daardoor communiceren - en ruziën - we ook vaker online. En dat brengt heel wat nieuwe complicaties met zich mee.
Als er zoiets zou bestaan als woede-nostalgie, dan zou het een verlangen zijn naar de tijd waarin mensen nog hardop ruzie maakten - zelfs in een professionele omgeving als de werkvloer. Ze ventileerden. Ze vloekten. Ze rolden theatraal met hun ogen. Nu is woede op de werkplek stiller, vaak beperkt tot het geklak van een haastig getypt bericht op Slack, het chatprogramma dat door veel bedrijven wordt gebruikt.
Neem PR-manager Ani Rodriguez (24). Bij haar vorige werkgever had ze steevast een duidelijke reflex op professionele beledigingen: ze nam een screenshot van het ‘beledigende’ bericht en stuurde het naar haar werkvriend met bijhorend commentaar als “OMG” of “WTF.”
Eerder dit jaar maakte Rodriguez echter een tactische fout. Ze kreeg een opmerking van haar baas over een foutje, onterecht volgens Rodriguez, en nam vervolgens - zoals vanouds - een screenshot van het bericht. Klein detail: ze stuurde de schermopname niet door naar haar favoriete collega, maar terug naar afzender - haar baas. “Een ramp”, aldus Rodriguez.
Het is slechts één anekdote uit een zee van soortgelijke situaties. De omstandigheden waren dit jaar namelijk ideaal voor misverstanden op het werk. Veel collega’s hebben elkaar sinds 2020 minder gezien en werkrelaties zijn verzwakt. Tegelijkertijd lezen ze in de media steeds vaker over crises en besparingen.
En dus durven spanningen al eens hoog oplopen. Mensen gaan tekeer tegen collega’s die ze nooit persoonlijk hebben ontmoet, en vinden het gemakkelijker om een gebruikersnaam te beledigen dan om iemand persoonlijk uit te schelden. Werknemers ontvangen boze berichten, en in plaats van erover te praten reageren ze met een halfbakken antwoord.
Tijdperk van Slack-woede
“Mensen krijgen een dopamine-boost door negatieve dingen te zeggen,” zegt Tessa West, auteur en psycholoog aan de New York University. “De beloning is aantrekkelijker dan de kost.”
Anil Dash, een leidinggevende van een samenwerkingsplatform, merkt dat mensen het op Slack vrijer met elkaar oneens zijn dan op kantoor. Ze voeren brede debatten over serieuze zaken als politiek en tech-ethiek, of lichte onderwerpen als vieruurtjes. En in veel van die discussie lopen de gemoederen op.
“Een laptop voelt vandaag al snel als de plek waar je naartoe gaat om te discussiëren”, zegt hij. “Een tool als Slack bootst immers sociale media na, en wij dus ook het gedrag op sociale media.”
Lees ook
Hoe online communicatie uit de hand kan lopen: ‘Uitnodigingen voor de drie B’s horen niet digitaal’
Een radicaal andere aanpak van burn-out: psycholoog Gert Braeken zoekt de oorzaak niet bij te hoge werkdruk
Sommige delen van zo'n chatprogramma kunnen echter ook verfrissend aanvoelen voor werknemers: het kantelt de machtsdynamiek van professionele conflicten, doordat mensen hun standpunten kunnen delen op openbare kanalen - met steun van teamgenoten, in plaats van achter gesloten deuren.
Hiërarchieën lijken zo minder belangrijk dan in een fysieke vergaderruimte, en dat kan ertoe leiden dat werknemers zich meer op hun gemak voelen bij het uiten van kritiek.
Maar Slack, net als andere technologieën, kan werknemers ook blootstellen aan de grillen van hun bazen. Monte Williams (41) herinnerde zich dat hij bij een vorige werkgever in een reeks “vervelende Slacks” werd lastiggevallen. Zijn leidinggevende was een discussie met hem gestart in een chatgroep van het bedrijf, waarbij hij hem vertelde dat hij ‘niet slim’ was.
Hoewel veel van zijn collega’s hem privéberichten stuurden om hun medeleven te betuigen voor de behandeling, verdedigde niemand hem publiekelijk.
Nadien wist hij dat Slack geen gemakkelijke ruimte zou zijn om de onenigheid uit te praten: “Slack is een geweldige tool voor veel dingen, maar niet om conflicten op te lossen”, zegt Williams. “Er is een impliciet gevoel van ‘ik wil dat de richting van deze communicatie maar één kant opgaat’.”
Online wandelsessies
Brad Smallwood (43), een therapeut in San Francisco, heeft de stressniveaus van zijn patiënten zien stijgen naarmate ze nauwer gingen samenwerken met collega’s die ze minder gezien hebben sinds corona.
“Ik kom van een traditionele werkplek, en als je een conflict met iemand hebt, ga je even langs hun bureau en zeg je: ‘Kunnen we een wandelingetje maken?”, zegt Smallwood. “Maar voor veel mensen is dat geen realiteit meer.”
Soms brengen cliënten hun telefoons mee naar therapiesessies, vertelt hij, en ziet de therapeut in levende lijve hoe ze reageren op het ontvangen van ergerlijke Slack-berichten. “Je kon zien hoe hun vingertjes kriebelden om te antwoorden.”
Werknemers leren ook meer en meer welke online termen en emoji’s onbedoeld conflicten kunnen veroorzaken. Veel mensen zien een duim-emoji bijvoorbeeld als een digitale oogrol. Anderen zijn dan weer gevoelig voor ‘k’, in plaats van ‘oké’, omdat het meer weg zou hebben van ergernis. De ogen-emoji kan dan weer betekenen “ik kijk hiernaar” - maar evengoed “ik geef je een zijdelingse blik”.
Ook Alison Weissbrot (30), die op een redactie werkt, merkt dat de toon van de chatberichten van haar team steeds scherper worden. Zelfs wanneer de opdrachten zich blijven opstapelen, verwacht men dat er onmiddellijk wordt gereageerd. Een bericht als “hallo? Kan ik een update krijgen?” wekt dan ook hevige angstgevoelens op bij Weissbrot. Gewoonlijk probeert ze zulke situaties te ontmantelen door emoji’s te gebruiken. “Ik weet dat het gezien wordt als sullig, maar ik hou bijvoorbeeld van de huilende lach-emoji”, zei ze. “Of het tandenknarsende gezichtje. Als ik iets verpruts, heb ik zoiets van ‘oeps,’ met de knarsende tanden.”
“Als je een paar keer heen en weer bent gegaan op e-mail of Slack en je raakt er maar niet uit, zou ik uit die modus stappen en het oplossen op de ouderwetse manier,” tipt organisatiepsycholoog Liane Davey, “door de telefoon te pakken.”
© The New York Times