Maandag 27/03/2023

ReportageSport

‘Dit is heus geen mannenwereld’: jonge waaghalzen leren de kneepjes van de kickflip

In de Gentse havenbuurt wagen meisjes tussen 11 en 16 jaar zich aan een potje skaten onder de vleugels van KapOw vzw. Beeld Wouter Maeckelberghe
In de Gentse havenbuurt wagen meisjes tussen 11 en 16 jaar zich aan een potje skaten onder de vleugels van KapOw vzw.Beeld Wouter Maeckelberghe

Skateboarders worden vaak gezien als rebellen die de stad vandaliseren, maar meer en meer komt er aandacht voor wat deze sport teruggeeft aan de straten die ze inneemt. En dat blijkt heel wat te zijn. ‘Noem het gerust skatehoekwerking.’

Katrin Swartenbroux

“De blik in hun ogen wanneer ze voor de zoveelste keer rechtkrabbelen, maar merken dat ze het onder de knie beginnen te krijgen. Daar doe ik het voor.”

Evelien Bouilliart kijkt met niet-verholen trots naar de zeventien jonge meisjes die over en langs kleine mobiele skaterampjes denderen in de straten aan de Gentse voorhaven. De jongste is net 11, de oudste moet nog 16 worden en sommigen hadden tot voor deze week nog nooit op een board gestaan, maar allemaal hebben ze zich ingeschreven voor het ‘girls only’-skatekamp dat Bouilliart host in samenwerking met KapOw vzw en de sportdienst van de Stad Gent.

“Het kamp is bedoeld om meisjes een duwtje in de rug te geven, zodat ze na deze week de moed en de goesting hebben om zelf verder te doen, om zelf een skatepark binnen te stappen. Niet dat er per se raar gereageerd wordt op vrouwelijke skaters, maar er heerst bij sommigen wel het idee dat ze niet graag het enige meisje willen zijn. Bovendien is een safe space belangrijk wanneer je je voor de eerste keer afduwt op een plank. Dat je leert dat je er mag falen.”

Juist omdat die safe space zo belangrijk is, hostte Evelien Bouilliart het voorbije weekend ook de Womxn-sessies, om vrouwelijke en non-binaire skaters in de skatecommunity te introduceren.

Running joke

Bouilliart ijvert voor inclusiviteit in de skatewereld, een topic dat ook prominent aanwezig is in de HBO-serie Betty. Daarin toont het skatecollectief Skate Kitchen aan dat huidskleur, gender, seksuele voorkeur of queerness niet zou mogen uitmaken wanneer je samenkomt voor een gedeelde passie. “Die scène waarin een van de meisjes aangesproken wordt op straat omdat ze een board onder de arm draagt en ze haar vragen om wat trucjes te tonen: dat is dus echt een ding, ook in België. Zodanig zelfs dat we het ons eigen hebben gemaakt en de zin ‘doe eens ne kickflip’ een running joke is geworden onder skaters.”

null Beeld Wouter Maeckelberghe
Beeld Wouter Maeckelberghe

Bouilliart was de eerste vrouwelijke pro-skater van België, heeft haar eigen board bij Autonomy maar zelf wil ze niet te veel gewicht hangen aan het ‘vrouw zijn’ in de scene. “Ik skateboard al twintig jaar, en krijg constant de vraag hoe ik me overeind hou in een mannenwereld. Maar het ís geen mannenwereld”, benadrukt ze. “Het stereotiepe beeld dat erover bestaat is mannelijk, en dat houdt veel vrouwen tegen. Dat is de laatste tijd gelukkig aan het veranderen, mede dankzij marketing, maar ook al die jaren geleden waren er al heel wat vrouwelijke skaters die kansen hebben gegrepen en de sport hebben getoond: wij kunnen dit ook.”

Van dat laatste is de piepjonge Myra (11) overtuigd. “Ik skatete al een beetje voor dit kamp, maar nu kan ik een drop-in van een ramp doen!”, zegt de prepuber terwijl ze enthousiast haar blauwe plekken toont. “Het is wel leuk dat hier alleen maar meisjes zijn. Natuurlijk kunnen wij evengoed skaten als jongens, maar jongens zouden misschien wel sneller lachen als we vallen of zouden zeggen dat het is omdat we een meisje zijn.”

Yélèna (11) stond nog nooit eerder op een plank. Ze kwam met het kamp in contact omdat haar ouders opvang voor haar zochten tijdens de vakantie. “Ik had er nooit bij stilgestaan dat het iets voor mij zou zijn. Ik zie nu plots ook veel meer skaters op straat. Maar dat is misschien omdat ik er nu zelf mee bezig ben.”

Olympische sport

Het denderen van wieltjes over asfalt is een geluid dat steeds prominenter wordt in de soundtrack van de Belgische binnenstad. Skateboarding wint meer en meer zieltjes, dat bevestigt iedereen die er al langer mee bezig is, niet het minst nu de sport een duwtje in de rug krijgt middels een plaatsje op het schema van de Olympische Spelen. Dat laatste heeft ervoor gezorgd dat de sport meer respect oogst, ook vanwege overheden.

“Ik denk dat de stad ons eindelijk ontdekt heeft”, lacht Matthias Hoogewys van KapOw, de vzw die in Gent het skatekamp mee organiseert en al tien jaar aan de weg timmert om kinderen en volwassenen te inspireren en te versterken met een combinatie van surfen en skaten, visuele kunst en muziek. Tijdens de coronacrisis kwam de vzw op de proppen met KapOw on Wheels, waarbij hun werking wegtrok van de gebouwen achter de Sleepstraat, richting de mensen die nood hadden aan opvang en afleiding voor hun kinderen.

Daarnaast schreef Hoogewys voor Gent een innovatief skateboardbeleid uit dat er onder andere voor zorgde dat KapOw de stad hielp om de veiligheidsmaatregelen te handhaven in de skateparken. “Sowieso krijg je op een skatepark al een hele set waarden en normen mee, ook buiten de coronacrisis. Gooi je afval netjes weg, toon respect voor elkaar, wacht op je beurt, help elkaar… het zijn ongeschreven regels die iedereen die bezig is met skaten heel goed kent en waar ik ook altijd de aandacht op vestig wanneer ik mensen voor de eerste keer lesgeef”, zegt Bouilliart.

Skaters die zich houden aan regels, dat staat haaks op de vooroordelen die nog steeds heersen over de sport. Vooroordelen die zich schuilhouden in het ontstaan van het skateboarden, tijdens de grote droogte in de jaren zeventig waarbij surfers in de Amerikaanse staat Californië uit de zee kwamen, wieltjes onder een plank monteerden en gingen ‘surfen’ in de leegstaande zwembaden van grote villa’s.

Rollen met respect

De subcultuur heeft nog steeds dat rebelse kantje, maar wordt ook meer en meer ingezet voor humanitaire doeleinden. Non-profitorganisaties als Skateistan, die skateparken en –scholen bouwen in Afghanistan, Cambodja en Zuid-Afrika, slagen erin om via hun programma’s kinderen meer te emanciperen. De focus ligt voornamelijk op meisjes, kinderen met een beperking en kinderen uit kansarme gezinnen. De impact hiervan werd onder andere weergegeven in de documentaire Lear­ning to Skateboard in a Warzone (If You’re a Girl) van Carol Dysinger and Elena Andreicheva, die dit jaar bekroond werd met een Oscar en een BAFTA. Studies toonden bovendien al aan dat een skatepark in probleemwijken ervoor zorgt dat de misdaadcijfers dalen (of in ieder geval niet stijgen). Jongeren van de straat houden door hen op straat bezig te houden, dus.

Skate­coach Evelien Bouilliart, de eerste Belgische vrouw die het tot pro-skater schopte. ‘Dit is heus geen mannen­wereld.’ Beeld Wouter Maeckelberghe
Skate­coach Evelien Bouilliart, de eerste Belgische vrouw die het tot pro-skater schopte. ‘Dit is heus geen mannen­wereld.’Beeld Wouter Maeckelberghe

“Noem het gerust skatehoekwerking”, lacht Hoogewys, die voor de werking van KapOw geïnspireerd werd door Skateistan. Zijn collega Gilles Vanhamme treedt hem bij. “Wanneer kinderen niets omhanden hebben, doen ze ook niets; daarvoor hoef je niet naar het buitenland te gaan. Hangen, geluidsoverlast, drugs, drank: you name it en ze doen het. Zeker jongeren gaan de grenzen opzoeken, dat maakt deel uit van hun ontwikkeling. Skateboarding is op die manier een tool om die vrije tijd positief in te vullen, om grenzen op te zoeken binnen een ‘extreme sport’ maar je toch aan een set regels te houden”, zegt Vanhamme. “Het wijze aan skateboarding is dat alles mag. Wil je een bepaalde truc op een bepaalde manier uitvoeren: go for it. Niet zoals in het voetbal, van ‘daar mag je niet lopen of het is buitenspel’.

“De wisselwerking tussen de vrijheid van het skaten en de ongeschreven regels die nodig zijn om het skaten aangenaam voor iedereen te houden, maakt het een hele zinvolle vrijetijdsbesteding voor opgroeiende jeugd”, vindt de Gentenaar.

Arnt (16) heeft dankzij skateboarding ook meer zelfvertrouwen gekregen. “Skaters respecteren elkaar en steunen elkaar overal en altijd; het maakt niet uit of je betere trucjes kunt of niet. Dat zorgde er wel voor dat ik in het begin gewoon tussen al die goeie skaters ook mijn ding kon doen zonder dat iemand gemeen deed. Ondertussen heb ik dat zelfvertrouwen ook in mijn dagelijks leven.”

Favela-flips

Een grootschalig onderzoek van het Amerikaanse Pullias Center for Higher Education, gesteund door de Tony Hawk Foundation, wees uit dat skateboarding heel wat voordelen biedt. De Be­yond the Board-studie die begin dit jaar gepubliceerd werd, nam interviews af bij 5.000 skaters uit verschillende Amerikaanse steden, en daaruit bleek dat skateboarding niet alleen goed is voor de mentale gezondheid en het zelfvertrouwen; skaters leren via skateboarding ook skills die hen in het academische en professionele leven goed van pas (zullen) komen, zoals out of the box denken, creativiteit en doorzettingsvermogen. De studieresultaten toonden ook aan dat mensen met bijvoorbeeld een donkerdere huidskleur zich beter beschermd voelden tegen vooroordelen binnen de skategemeenschap dan in een niet-skategerelateerde context.

Thor (22) beaamt dat. “Toen ik in contact kwam met skaten, was het de eerste keer dat afkomst of al de rest er niet meer toe deed. Het was een hele warboel van verschillende mensen die samenkwamen, puur voor de sport”, zegt de skater uit Merksem. “Ik heb daar, in tegenstelling tot elders, nooit meegemaakt dat er werd gediscrimineerd op basis van huidskleur of geaardheid. Skaten kent, denk ik, weinig vooroordelen. Bovendien is er een soort van sociale controle. Niemand wil gezever. Skaters worden al vaak genoeg gemarginaliseerd, dus zien zeker de oudere skaters er ook op toe dat er geen conflicten zijn in en rond het park, zodat de politie niet gebeld hoeft te worden.”

Evelien Bouilliart is het er niet mee eens dat er geen racisme is binnen de sport, zoals vele kranten kopten na de publicatie van de Pullias-studie. “Racisme en discriminatie op basis van bijvoorbeeld geaardheid zitten overal. Wat wél zo is, is dat binnen het skateboarden alle rassen en klassen samenkomen met dezelfde passie. Het is de grootste gemene deler, een soort taal waarmee je elkaar instant begrijpt. Je komt zo moeiteloos met een hele diverse groep mensen in contact, waardoor je vriendenkring diverser wordt en je ook alerter bent voor dat soort problemen.”

De non-profitorganisatie Make Life Skate Life, die vanuit dezelfde mindset als Skateistan over heel de wereld skateparken bouwt in afgelegen gebieden of probleemwijken, ziet een gelijkaardige dynamiek in haar meest recente park in de Maré-favela in Rio de Janeiro. Niet alleen brengt het park jongeren van rivaliserende favela’s samen; ook mensen van Rio zakken speciaal voor het park af naar de armere wijken, waardoor ze in contact komen met een andere levensstandaard, vertelt oprichter Arne Hillerns. “De favela’s liggen normaal gezien heel afgelegen – letterlijk, maar vooral figuurlijk. Het skatepark doet dienst als brug: er worden vriendschappen gesloten tussen mensen van verschillende levenswandels die anders nooit met elkaar in contact zouden zijn gekomen. Ik ben blij dat er nu dus ook academisch bewijs is voor de vele voordelen van een skatepark in een stad. De erkenning gaat zeker helpen voor fondsenwerving wereldwijd. Al weet iedereen in de skatecommunity natuurlijk al lang wat voor positieve impact de sport heeft.”

DIY-mentaliteit

“Ik probeer alles in het leven te zien als een skatetrucje: blijven proberen en op je bek gaan, tot het je lukt. En wanneer het je lukt, alweer uitkijken naar een nieuw obstakel om te overwinnen”, zegt Davy (28). “Skateboarding heeft mij ook een grote DIY-mentaliteit meegegeven die me nu ook helpt met mijn eigen art-directionbureau. Tien jaar geleden had de sport nog niet zoveel steun, we waren de underdogs en als we iets wilden, moesten we daar samen zelf onze schouders onder zetten en alles zelf bouwen.”

Terwijl vroeger vooral repressie heerste, stellen tegenwoordig steeds meer steden zich open voor skateboarden. Beeld Thomas Sweertvaegher
Terwijl vroeger vooral repressie heerste, stellen tegenwoordig steeds meer steden zich open voor skateboarden.Beeld Thomas Sweertvaegher

Youssef Abaoud kan daarvan meespreken. Toen het rollerpark in Anderlecht in 2005 de deuren sloot en de hoofdstad geen aanstalten maakte om een (indoor) alternatief te voorzien voor skaters, besloot Abaoud zelf een Brusselse plek te creëren, eerst in het oude Byrrh-gebouw in Laken, daarna in Evere, en toen die twee locaties gesloten werden streek Byrrrh And Skate drie jaar geleden neer in Anderlecht, waar nu ook skatekampen voor kinderen worden georganiseerd. “Het is niet omdat je er niet in voorziet, dat jongeren niet gaan skaten in je stad”, zegt Abaoud. “Gebrek aan infrastructuur houdt hen niet tegen. Net zoals de bouw van een skatepark hen ook niet zal tegenhouden om in de stad hun eigen spots te vinden.”

Hij haalt, niet als enige, de Zweedse stad Malmö aan, waar skateboarders nauw betrokken worden in ruimtelijke ontwikkeling. “België is op dat vlak heel… Belgisch”, zucht Abaoud. “Het is eenheidsworst. En dan heb ik het niet alleen over skateparken. Elke gemeente poot gewoon een basketbalpleintje en een voetbalveldje neer, maar er wordt niet gesproken met de jeugd om te vragen wat zij nodig hebben of zouden willen zien in hun stad.”

Die wisselwerking is nochtans essentieel. “Daar ligt de sleutel tot succes: bij stadsdiensten die in gesprek gaan met mensen die met beide voeten in de scene staan”, zegt Gert Van Hoof van Skateboard Academy Antwerp. Hij legt uit hoe skateparken vroeger vaak een top-downbeslissing waren, waar geen rekening werd gehouden met de noden van skaters – zoals een juiste ondergrond of de opstelling van de toestellen, waardoor het park ook niet gebruikt werd. “Maar wanneer je skaters zelf gaat betrekken in de bouw van het park, zal er ook veel meer een gevoel van ownership zijn. Een gevoel van: dit is onze plek en we gaan er zorg voor dragen.”

Leve de frictie

Het is bovendien ook belangrijk dat die plek niet ergens in een afgelegen deel geïnstalleerd wordt. “Integreer skaters weer in de stad”, klinkt het bij Kapow. “Daarom dat wij met onze skaters ook door heel Gent fietsen, om hen de stad te leren kennen, de verschillende buurten en de verschillende spots die goed zijn om te skaten, of juist het tegenovergestelde. Dat is informatie die wij ook delen met de stad, zodat we nauwer kunnen samenwerken om bepaalde plekken wat meer te ontlasten, door bijvoorbeeld mobiele skatetoestellen elders neer te zetten en die plekken dan juist skatebaar te maken. Het is een dialoog waar zowel skaters als de stad baat bij hebben.”

In Antwerpen is zo’n samenwerking er niet, en die staat ook niet op de planning. “Hier wordt sowieso veel gedoogd, en het komen en gaan van spots is een natuurlijk proces dat zichzelf reguleert. Soms is dat beter dan de stad er altijd officieel bij te betrekken”, zegt Van Hoof. “Skateboarding wint heel veel aan populariteit en respect, mensen zien steeds meer de voordelen van (hun kinderen te laten) skaten, maar het blijft soms wel een vorm van overlast. Het contactgeluid verdwijnt bijvoorbeeld niet omdat mensen het plots tof vinden dat er skaters in hun buurt zitten. Een deck dat over de stoeprand schuurt, dat zal je altijd horen en er zal altijd wel iemand zijn die zich daaraan stoort. Maar het is juist die frictie, letterlijk en figuurlijk, die in de core culture van skateboarding zit. En dat zie ik niet veranderen.”

‘Skaters steunen en respecteren elkaar, los van hun niveau’, klinkt het in Gent. Beeld Thomas Sweertvaegher
‘Skaters steunen en respecteren elkaar, los van hun niveau’, klinkt het in Gent.Beeld Thomas Sweertvaegher

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234