Reportage
De vicieuze cirkel van emo-eten: ‘Eten is vaak maar een topje van de ijsberg’
Tijdens een stressvolle bloknacht een zak chips wegkauwen of jezelf na een relatiebreuk op het roomijs storten. We verliezen onszelf allemaal weleens in emo-eten. Maar wanneer wordt het een probleem?
Kaassaus op nachos en crumble op roomijs, goudgele frietjes met een goeie kwak mayonaise, auberginepizza en een kom chicken wings, these are a few of my favorite things. Zeker wanneer ik me rot voel. Het is wat ik inhaleer terwijl ik ademhaal bij een huilbui, de calorieën die de meppen van het alledaagse leven moeten incasseren. ‘Emo-eten’, zo voorzien lifestylebladen het fenomeen van een smakelijke naam, meestal gevolgd door tips voor hoe je hier zo snel mogelijk mee kan stoppen. Gezelschap zoeken bij Ben & Jerry’s wanneer je lief je gedumpt heeft? Het lef!
“En dat terwijl soelaas zoeken in eten iets inherent menselijks is”, weet diëtiste Celien Rombouts. “Vaak zit dat gedrag er al in van toen we heel klein waren. Hoeveel kinderen krijgen er geen koekje wanneer ze gevallen zijn met de fiets, of een snoepje wanneer ze flink zijn geweest na een inenting? Het troostende effect van eten wordt ons aangeleerd, en wanneer we ouder worden en die troostende figuur er niet altijd is, neemt eten die rol over.”
En dan is er ook nog de biologische component. “Het is normaal dat je lichaam wanneer het moe, gestresseerd of humeurig is het signaal zal geven dat het energie en endorfines nodig heeft, waardoor je zal verlangen naar vet en suiker. Daarvan is bewezen dat we ons tijdelijk even beter zullen voelen, dat het stress vermindert. Een blad sla heeft niet echt hetzelfde effect”, aldus psychologe en personal trainer Gudrun Hespel.
Omdat ze de vele vooroordelen van voeding de wereld uit willen helpen en mensen weer op een positieve manier willen leren omgaan met hun fysieke en emotionele gezondheid, startten Hespel en Rombouts het bedrijf BOOST!
“Neem nu emo-eten”, zegt Hespel. “Daarvan is ons jarenlang ingeprent dat het iets slechts is, dat we daarmee moeten stoppen, terwijl het zowel biologisch als psychologisch een doodnormale reflex is. Maar omdat het niet past in het idee van wat een gezond voedingspatroon moet zijn – met alle regels over koolhydraten en proteïnen en niet eten na acht uur ’s avonds die we overal naar ons hoofd gesmeten krijgen – gaan we ons schuldig voelen bij iets dat ons eigenlijk troost zou moeten bieden.”
Tijdens een online masterclass rond het thema stellen Hespel en Rombouts hun deelnemers dan ook enkele confronterende vragen. Als een kind verdrietig is en een koekje krijgt, moet het zich dan schuldig voelen als het dat koekje opeet? Waarom jij dan wel wanneer je hetzelfde doet?
“Emo-eten wordt bovendien steeds met negatieve emoties geassocieerd, terwijl het ook positief kan zijn”, aldus Rombouts. “Wanneer iemand jarig is eet je taart, bij een geboorte krijg je suikerbonen en als je promotie hebt gemaakt of goede examens hebt afgelegd, ga je ook eens lekker uit eten. Dat zit er gewoon – sorry – ingebakken.” “Toen we hoorden dat onze eerste masterclass twee keer uitverkocht was, heb ik Celien ook meteen gestuurd: breng je een fles champagne mee?”, lacht Hespel.
Wie een gebroken hart probeert te lijmen met Cookie Dough-ijs of na een moeilijke dag op het werk een pizza bestelt, moet dus nog niet meteen denken dat hij een verstoorde relatie met eten heeft. Maar wanneer je geen andere copingmechanismen meer hanteert, wanneer je telkens letterlijk je gevoelens weg eet en jezelf verdooft met suiker en vet in plaats van bijvoorbeeld met iemand te praten, even een wandeling te maken of je gedachten te verzetten met een boek of een spel, dan kan het problematisch worden.
Gepijnigde Teddybeer
“Voor mijn omgeving was ik altijd de gezellige jongen die graag en veel at”, vertelt Bert (33). “Ik zag mezelf ook lange tijd zo. Onder dat imago zaten echter hele donkere gevoelens die ik constant verdoofde door te eten. Ik had permanent een verzadigd gevoel, en dat bracht mij op een of andere manier rust. Vijftien jaar lang was dat mijn manier om de somberheid te onderdrukken. Ik had dat zelf niet door. Tot ik in januari bij een gedragstherapeute begon te gaan en ik doorhad dat zich onder die dikke laag teddyberenvel veel pijn schuilhield.”
Bert is in behandeling voor een eetbuistoornis. Hij is aan de beterhand, maar het heeft hem veel tijd gekost om te achterhalen dat zijn eetgedrag niet normaal was, en een symptoom voor veel diepere wonden. Voor alle duidelijkheid: mensen die een eetbuistoornis hebben, eten niet gewoon een zak chips leeg voor de televisie. Het probleem gaat veel verder. Volgens Elske Vrieze, psychiater in het UPC KU Leuven verantwoordelijk voor het zorgprogramma eetstoornissen, moet er aan een aantal criteria voldaan worden eer je kunt spreken van een eetbuistoornis. “Zoals bij iedere psychiatrische diagnose moet de impact op je leven serieus zijn en je functioneren hinderen. Mensen met een eetbuistoornis eten ontzettend grote hoeveelheden, vaak tot ze fysiek onwel worden. Sommigen gaan braken om daarna nog meer te eten. Een andere belangrijke component is controleverlies: je hebt het niet meer zelf in de hand.”
De eetbuistoornis is pas sinds 2013 erkend als officiële aparte stoornis. Voordien stonden eetbuien vooral te boek als symptoom van andere eetstoornissen, zoals boulimie, waarbij patiënten eetbuien compenseren door excessief te sporten, over te geven of laxeermiddelen in te nemen. Volgens dokter Vrieze lijdt drie tot vijf procent van de Belgische bevolking aan boulimie, maar vermoedelijk komt een eetbuistoornis veel vaker voor. “Omdat het een relatief nieuwe term is hebben we er nog niet zoveel epidemiologische cijfers voor. Veel mensen zijn ook nog niet op de hoogte dat het een probleem is waar ze iets aan kunnen doen dus zoeken ze geen hulp. Bovendien heerst er nog veel schaamte en stigma”, aldus Vrieze.
Ook doen er heel wat misverstanden de ronde die het stigma in de hand werken. “Wanneer mijn vriendinnen spreken van een eetbui hebben ze het over een pak mellocakes in één keer opeten. Dan kan ik moeilijk repliceren dat ik de avond ervoor een zak chips, vier bananen en een volledig bevroren brood heb weggewerkt in een half uur”, zegt Heleen* (34). “Dat brood had ik expres in de vriezer gestoken omdat ik wist dat ik het anders heel moeilijk ging krijgen om er af te blijven. Helaas. Bevroren brood is niet lekker, nee, het heeft bijna geen smaak, maar wanneer een eetbui me overkomt denk ik niet meer na bij wat ik in mijn mond steek. Soms eet ik zelfs papier. Het is kauwen en slikken in een waas.”
Chris (30) kan dat beamen. “Wat ik eet maakt op zo’n moment niet uit, ik eet dan alles wat in de kast zit. Zoet, hartig en gezond door elkaar. Ik eet tot ik me fysiek slecht voel. Mentaal is het complexer. Wanneer ik bezig ben, voel ik me beter, opgelucht zelfs, het geeft een voldaan gevoel. Maar achteraf is het wel serieus balen.”
Haast iedereen spreekt van een soort rush en een verdoofd gevoel, controleverlies, een onweerstaanbare drang en een schuldgevoel achteraf. Het klinkt bijna als een soort verslaving. “Daar is veel discussie over”, zegt Vrieze. “Sommige wetenschappers vergelijken eetbuien met een verslavingsmechanismen, anderen zien toch verschillen. In neurobiologisch onderzoek zijn we er wel achter gekomen dat eetbuien bepaalde hersengebieden die verantwoordelijk zijn voor een beloningsgevoel en gewoontevorming activeren, net zoals bij andere verslavingen.” Bij Anonieme Overeters (of Overeaters Anonymous) hebben ze hun programma in ieder geval geijkt op dat van hun meer bekende broertje, de Anonieme Alcoholisten, middels een twaalfstappenplan.
De vergelijking met andere verslavingen toont meteen aan hoe ingewikkeld de eetbuiproblematiek is, zegt Hespel. “Tegen iemand die verslaafd is aan sigaretten of alcohol kun je zeggen dat hij of zij die dingen voortaan uit de weg moet gaan. Je hebt geen sigaretten nodig om te overleven, hè, eten wel. Je kunt moeilijk zeggen dat je nooit meer mag eten. Sterker nog: het zijn vooral mensen die zichzelf al heel wat restricties opleggen rond eten die een eetbuistoornis ontwikkelen. Minder eten is dus niet de oplossing.”
Duidelijk afgebakende oorzaken voor een eetbuistoornis zijn er niet. Wel zijn er verschillende factoren die mee een rol spelen in de ontwikkeling ervan. Naast een aantal persoonlijkheidskenmerken, zoals perfectionisme, zwart-witdenken en een laag zelfbeeld die je vatbaarder maken, werkt ook de herhaaldelijke vicieuze cirkel van het diëten de stoornis in de hand. Dat heeft te maken met de toestemmingsparadox: wanneer iets niet toegelaten is, wordt het des te aantrekkelijker. Zo zal iemand die niet op dieet staat een koekje eten in de zetel en daar verder niet bij nadenken, maar iemand die wel op dieet is, verbindt daar onvermijdelijk het idee aan iets fout te doen. En dan begint de gedachtemolen: het is nu toch al om zeep, morgen begin ik wel opnieuw, ik kan nu beter alles opeten want straks is het gedaan… Probeer dan maar eens om niet het hele pak leeg te eten. En daarna nóg een pak.
“Wie op een restrictief dieet is, maakt ook het overlevingsmechanisme van het lichaam wakker”, zegt Rombouts. “Je lichaam zal er alles aan doen om toch voldoende binnen te krijgen. Het zal je constant signalen geven dat het snakt naar voedsel, veel voedsel, en wanneer je begint te eten zal het ervoor zorgen dat je blijft eten ‘voor het geval dat’. Dat mechanisme stamt af van onze vroege voorouders, toen er daadwerkelijk voedseltekorten waren en ons lichaam voedingsstoffen moest opslaan om te overleven. Vandaag zijn er geen voedseltekorten, integendeel, maar je lichaam kan het onderscheid niet maken tussen een heersend voedseltekort tijdens bijvoorbeeld een oorlogsperiode, of jij die gewoon beslist je lichaam minder eten te geven”, weet de diëtiste.
Geen quick fix
Veel mensen met een eetbuistoornis hebben een verleden dat gekleurd is met (regelmatig) diëten of zichzelf alleszins veel regels rond eten opleggen. Het schuldgevoel dat ontstaat wanneer ze dan toch eens uit de bocht gaan, duwt hen enkel dieper en kan zelfs tot isolatie leiden. “Ik ben iemand die mijn verdriet wegeet”, vertelt Kimberly (22), een van de mensen die de masterclass van Hespel en Rombouts volgde. “Ik voelde me dan altijd ontzettend gefaald omdat ik er niet in slaagde om gezond te eten. Als gevolg ging ik strenger op mijn eten letten, waardoor ik maaltijden oversloeg en ik echt eetbuien ging uitlokken, omdat mijn lichaam die maaltijden probeerde te compenseren. Pas door hiervoor uit te komen en bij te leren over die problematiek, besefte ik dat het niet mijn schuld was. Ik dacht altijd dat ik geen karakter had en geen dieet kon volhouden, terwijl het eigenlijk niet echt aan mij lag, maar aan de diëten die ik volgde en de restricties die ik mezelf oplegde.”
Eetbuien kunnen ontstaan vanuit emo-eten, zoals bij Kimberly, maar ze kunnen ook heel wat andere aanleidingen hebben of geworteld zitten in een andere psychologische aandoening. “Eten is vaak maar een tipje van de ijsberg”, weet Lien* van Anonieme Overeters. “Pas door veel te vertellen en alle stappen te doorlopen komt de rest naar boven. Daarom dat we nieuwelingen ook altijd vragen om minstens zes sessies bij te wonen voor ze beslissen of het iets voor hen is of niet. Hiervoor bestaat geen quick fix.”
Het probleem met eetbuien is ook dat ze een gewoonte zijn geworden, een vastgeroest copingmechanisme waarvan de originele aanleiding troebeler wordt en zo ook moeilijk aan te pakken is. Sommige mensen worden getriggerd door een ruimte waarin ze zich vaak slecht voelden, of door bepaalde personen te zien die hen vroeger vervelende opmerkingen gaven, ook al worden die vervelende opmerkingen nu achterwege gelaten. “Toen ik jong was werd ik vaak gepest”, vertelt Heleen. “Wanneer ik toen met die meisjes aan het bellen was – dat was toen nog met de vaste lijn, at ik heel de printlade van de printer leeg, uit pure stress en angst. Bijna twintig jaar later kan ik geen lastig telefoongesprek meer voeren zonder daarna een eetbui te hebben. Mijn probleem is niet eten, mijn probleem is mijn sociale angst. Het eten is daar een symptoom van.” Ofwel: wanneer honger niet de oorzaak is, is eten vaak ook niet de oplossing.
* Heleen en Lien zijn schuilnamen.
Inschrijven voor de masterclass emo-eten en eetbuien van Gudrun Hespel en Celien Rombouts kan via de link in het instagramprofiel @getyourboost.
Informatie en hulp i.v.m. eetstoornissen vind je op eetexpert.be.
Maak een ‘foodmooddagboek’ (maar eet het niet op)
Tijdens een eetbui is het ontzettend moeilijk om jezelf een halt toe te roepen. Daarom is het vooral belangrijk om ze te voorkomen door je problemen te bespreken, niet restrictief om te gaan met eten, voldoende te slapen, stress te verminderen en... regelmatig te eten.
Na een eetbui is het belangrijk om je negatieve gedachten niet de overhand te laten krijgen, maar om analytisch te werk te gaan: wat is er precies gebeurd? En hoe zou dat komen?
Christopher Fairburn (Universiteit van Oxford) ontwikkelde de veelgebruikte Fairburn-methode. Daarin worden patiënten aangespoord om op te schrijven wat ze eten, waar en wanneer, hoe ze zich voelen bij dat eten en wat ze daarvoor of daarna hebben gedaan. Doel is om te achterhalen waar die drang vandaan komt, wat de triggers zijn.
Deze techniek staat in heel wat eetklinieken centraal en wordt door Hespel en Rombouts ook toegepast in hun Boost-programma. “Het doel van het ‘foodmooddagboek’ is dat mensen weer een normale relatie met eten en hun lichaam ontwikkelen. Om onderdrukte emoties te voelen en onderliggende klachten aan te pakken. Maar dat vraagt tijd.”
In een tijdperk waarin er nooit méér over eten geschreven en gepraat werd dan nu, is het frappant hoe weinig mensen nog op de hoogte zijn van de functie van voeding, en de verschillende rollen die eten spelen in ons fysieke en mentale welzijn. “Op mijn Instagram zag ik iemand een dieet aanprijzen en beloven dat je nooit nog zin zal hebben in vet en suiker. Dat bestaat gewoon niet”, lacht Hespel. “Het is niet onnatuurlijk om eens zin te hebben in suiker, en ook niet om daar af en toe aan toe te geven. Eet een ijsje, eet er twee, zolang je het eet omdat je het lekker vindt, en niet om de stemmen in je hoofd het zwijgen op te leggen.”