Boeken
De negen beste boeken die u nooit zult lezen
Het nieuwe boek van uw favoriete schrijver is uitgesteld door corona? Het kan altijd erger. Sommige boeken zijn voorgoed afgelast door pech, schrijverswaanzin en andere ellende. Een top-9 van de beste boeken die er nooit kwamen.
Hét woord van deze zomer: afgelast. Niets gaat door. De Uitmarkt heet nu Thuismarkt. Overal zien we foto’s van artiesten op de plek waar ze deze zomer voor een groot publiek zouden spelen. Voetbalstadions blijven leeg, en mag ik op een bruiloft nu dansen of niet?
Zelfs boeken gaan niet door. Nu ja, ze worden uitgesteld. Uitgeverijen hebben deze zomer naarstig zitten schuiven met hun planning. Uit vrees dat boeken door de coronacrisis niet genoeg aandacht zullen krijgen, zijn publicatiemomenten verplaatst. Zo moeten we op de nieuwste Valerie Hansen nog even wachten, werd Tabak van Jonathan Robijn uitgesteld, alsook het debuut van Berber Kapitein. Voor de bundeling van de gedichten van Fritzi Harmsen van Beek moeten we zelfs nog een jaar langer geduld hebben.
Het kan altijd erger. Sommige boeken zijn voorgoed afgelast. Niet vanwege corona maar door botte pech, onoplettendheid, schrijverswaanzin en andere ellende. Speciaal voor deze schrale zomer een top-9 van de beste boeken die u nooit zult lezen.
9. Skorpion und Felix – Karl Marx (1837)
Het is moeilijk voor te stellen, maar die ernstige meneer van Das Kapital was ooit een jonge student die danig onder de indruk was van de komische roman The Life and Opinions of Tristram Shandy van Laurence Sterne. Marx – 19 jaar oud – besloot zelf óók een ‘humoristischer roman’ te schrijven. Dat werd Skorpion und Felix. Het werd nooit uitgegeven en later, in een vlaag van zelfhaat, verbrandde hij het manuscript. Slechts een paar flarden bleven bewaard.
8. Double Exposure – Sylvia Plath (1963)
“Een semi-autobiografische roman over een vrouw wier echtgenoot een deserteur en rokkenjager blijkt te zijn.” Zo beschreef schrijver Sylvia Plath haar roman aan een vriend, niet lang voor ze zelfmoord pleegde in 1963. Omdat Plath officieel nog getrouwd was met die rokkenjager – de dichter Ted Hughes – kreeg hij de zeggenschap over al haar werk, inclusief het manuscript van Double Exposure. Hughes gaf later toe dat hij het dagboek dat Plath in de laatste maanden van haar leven bijhield had vernietigd. Over het manuscript verklaarde hij droogjes dat het ‘ergens rond 1970’ was verdwenen.
7. Dode zielen, deel 2 – Nikolaj Gogol (1852)
Gogol was ervan overtuigd dat God hem schrijftalent had geschonken om via de literatuur sociale onrechtvaardigheid aan de kaak te stellen. Dat lukte aardig met Dode zielen. De schrijver werkte vervolgens tien jaar aan een tweede deel, maar was niet tevreden met het resultaat. Hij vatte zijn writer’s block op als een directe afwijzing van God, verbrandde het manuscript en begon helemaal opnieuw. Drie jaar later verbrandde hij wederom bijna alles wat hij geschreven had, stopte met eten en stierf twee weken later.
6. Scribbler Moon – Margaret Atwood (2015)
Dit boek ligt gewoon in de bibliotheek van Oslo. En toch zult u het nooit te lezen krijgen, tenzij u erin slaagt om in 2114 nog in leven te zijn. Atwoods manuscript maakt deel uit van een conceptueel kunstproject van Katie Paterson: Future Library. Het is verzegeld en met manuscripten van andere schrijvers opgeborgen in een tijdcapsule die pas in 2114 geopend wordt. Atwood heeft zwijgplicht. “Het heet Scribbler Moon en dat is het enige wat u er de komende honderd jaar over zult weten.”
5. Memoires van een slecht mens, deel 3 – Theo Kars (2015)
De echte Theo Kars-fan zal heimelijk gejuicht hebben toen bekend werd dat de schrijver was overleden. Want na zijn dood, zo had Kars ooit aangekondigd, zou het laatste deel van zijn memoires gepubliceerd worden. Daarin zou hij postuum een nog niet verjaarde, zeer lucratieve en zeer strafbare misdaad opbiechten: smullen! Toen Kars op zijn 75ste aan deel drie begon, verwachtte hij zelf, “uitgaande van mijn lichamelijke conditie”, nog twintig jaar te leven. Geen haast dus. Maar nog voor hij ook maar een paar bladzijden had geschreven, werd hij overvallen door ziekte. Hij overleed nog datzelfde jaar en nam zijn misdaadgeheim voorgoed met zich mee. Te vroeg gejuicht.
4. Verhalen – Ernest Hemingway (1922)
O, hoe moet die arme Hadley zich gevoeld hebben, die middag op Gare du Nord, toen ze ontdekte dat de koffer met het werk van haar man Ernest uit de trein gestolen was terwijl ze nog even snel een fles water was gaan halen. Hemingway was furieus. In een brief aan dichter en vriend Ezra Pound: “Hadley had made the job complete by including all carbons, duplicates, etc. All that remains of my complete works are three pencil drafts of a bum poem which was later scrapped.”
3. The Mystery of Edwin Drood – Charles Dickens (1870)
Al 150 jaar vragen lezers zich af: wat is er toch gebeurd met Edwin Drood? Zogeheten ‘Droodians’ zoeken obsessief naar aanwijzingen in de eerste zes afleveringen van de whodunit van Charles Dickens, die stierf voordat hij de láátste zes afleveringen kon schrijven. Het verhaal draait om Droods verloofde, Rosa, op wie meerdere mannen verliefd zijn. Dat kan alleen maar misgaan. En ja hoor: Drood verdwijnt. Het verhaal stopt bij de beschrijving van een vrouw die, verstopt achter een pilaar in een kathedraal, haar vuist schudt richting een verdacht figuur…
2. Suite Française, deel 3, 4 en 5 – Irène Némirovsky (1942)
Pas in 1990 ontdekte de dochter van de Frans-Russische schrijver Irène Némirovsky dat het in leer gebonden notitieboek dat zestig jaar in een koffer op zolder had gelegen de eerste twee delen van haar moeders grote roman bevatte. “Een meesterwerk ontrukt aan de vergetelheid”, schreef Le Monde toen in 2004 Suite Française uitkwam.
Afkomstig uit een van de rijkste families uit Rusland vluchtte Némirovsky in 1917 naar Frankrijk, waar ze een succesvol schrijver werd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog maakte ze plannen voor een omvangrijk boek van ten minste duizend pagina’s, geconstrueerd als een symfonie in vijf delen, geïnspireerd op de Franse suites van Bach. Ze voorvoelde dat ze haar werk wellicht nooit zou kunnen afmaken. In juni 1942 schreef ze: “Ik heb genoeg moed om de klus te klaren, maar de eindstreep is ver en de tijd is kort.” Op 13 juli werd Némirovsky opgepakt en naar Auschwitz gedeporteerd, waar ze omkwam.
1. De Messias – Bruno Schulz (vanaf 1934)
Het is al meer dan tachtig jaar een van de grootste mysteries van de Poolse literatuur: wáár is het manuscript van Bruno Schulz? De Poolse schrijver beschouwde De Messias als zijn magnum opus en het hoogtepunt van zijn literaire inspanningen. In brieven aan vrienden schrijft hij er soms over: “Mijn kindje groeit, beetje bij beetje.”
In 1942 worden alle Joden in Schulz’ woonplaats Drohobycz gedwongen in een getto te wonen. Schulz maakt pakketjes van zijn belangrijkste bezittingen – manuscripten, tekeningen, brieven – en bezorgt die bij betrouwbare mensen, in een poging zijn werk veilig te stellen. Niet veel later wordt hij op straat doodgeschoten.
Nadien is er grondig gezocht naar de pakketjes van Schulz door dichter, vertaler en Schulz-kenner Jerzy Ficowski. Hij wijdde zijn leven aan de zoektocht, maar De Messias blijft spoorloos. Ondertussen wordt over het manuscript geestdriftig gespeculeerd. Zo zou het nog ergens in een KGB-archief liggen. Sceptici zeggen dat het misschien wel nooit bestaan heeft, anderen menen de eerste zin te kennen: “‘Weet je’, zei mijn moeder op een ochtend. “De Messias is gekomen. Hij is al in Sambor.”