Goeiemorgen
Crossen door de Kempen
Weer of geen weer, er gaat geen week voorbij of econoom Geert Noels (53) trekt er met zijn crossfiets op uit, de levensnoodzakelijke rust tegemoet.
Hij doet het ondertussen al zo’n vijfentwintig jaar. En als het aan Geert Noels ligt, kruipt hij ook de komende vijfentwintig jaar nog wekelijks op de crossfiets. “Het mooie aan fietsen is dat je het heel lang kan doen, op een redelijk intens niveau, zonder dat je veel lichamelijke strubbelingen ervaart. Tenzij je valt, uiteraard. Het explosieve kantje is weliswaar geminderd met de jaren, maar je blijft nog steeds je volledige lichaam trainen. Dit in tegenstelling tot de racefiets, waar de focus vooral ligt bij de bovenbenen.”
Hoewel hij graag zijn grenzen verlegt door deel te nemen aan wedstrijden, primeert niet alleen de fysieke prestatie. Voor de econoom is het ook een manier om te ontstressen en te onthaasten. “Meestal vertrek ik met een kop vol zaken waar ik eens goed en ongestoord over na wil denken.”
Maar het is vooral opletten geblazen op die onverharde wegen. Een steen die los ligt, een tak op de weg of een dier dat uit het niets voor je fiets springt: je moet het snel gezien hebben. “Veel dagdromen is er dus niet bij. Je hebt vooral oog voor je omgeving. Maar die focus geeft me wel rust. Na zo’n fietstocht voelt het alsof mijn lichaam en geest zich volledig gereset hebben.”
Crossen doet hij vooral in de regio’s tussen Lier en Aarschot en tussen Kasterlee en Zoersel. Voor ons houdt hij even halt in Gestel, een pittoresk dorp in de Voorkempen. “Zalig toch, alsof de tijd heeft stilgestaan. Zulke plekken zijn zeldzaam en moeten we koesteren”, lacht Noels nog voor hij er weer vandoor sjeest.
De ene week zit hij ‘slechts’ vijf uur op de fiets, een andere keer kan dat oplopen tot wel twintig uur. Een week overslaan, dat gebeurt zelden. “Dan voel ik onmiddellijk dat alles minder lekker draait en de batterijen niet goed opgeladen zijn. Voor mij geldt: hoe vaker ik fysiek bezig ben, hoe meer ik mentaal kan verzetten. Een heilzame werking die ik niet graag doorbreek. Nee, ik zou niet meer zonder kunnen. Als de dokter mij zou verplichten om te stoppen, dan zegt hij eigenlijk dat ik moet stoppen met leven.”