Donderdag 23/03/2023

AchtergrondPensioen

Bonus van 2.500 euro levert als aanvullend pensioen 375 euro meer op dan als loon: financieel expert legt uit

null Beeld ANP XTRA
Beeld ANP XTRA

Koude rillingen. Dat moeten bankiers en verzekeraars gevoeld hebben toen ze kennis namen van het nieuwe regeerakkoord. De regering De Croo wil de kosten van pensioenplannen uit de tweede en derde pijler laten analyseren en – indien nodig – beperken. Voor spaarders is dat wél een goede zaak, omdat je dan meer zou overhouden van je aanvullend pensioen en individueel pensioensparen. Maar hoe zit het op dit moment eigenlijk met de kosten en voordelen? Financieel expert Paul D’Hoore legt uit.

Nele Annemans

Ons pensioen bestaat uit verschillende pijlers. Naast de ‘eerste pijler’, het wettelijk pensioen dat je ontvangt, kan je een aanvullend pensioen opbouwen via je beroepsactiviteit. Pensioensparen via het werk wordt algemeen de ‘tweede pijler’ genoemd. Als je individueel aan pensioensparen doet met fiscaal voordeel, zit je in de ‘derde pijler’. Uiteraard kan je ook nog voor een extra pensioen sparen en beleggen zónder fiscaal voordeel. Dat is de officieuze ‘vierde pijler’.

Dat de regering wil toekijken op de kosten van pensioenfondsen uit de tweede en derde pijler is niet geheel onlogisch. De overheid kent al belastingvoordelen toe aan mensen die een aanvullend pensioen willen opbouwen. Op die manier stimuleert ze de bevolking om in dergelijke pensioenplannen te stappen.

De tweede pijler: aanvullend pensioen met fiscaal voordeel via je beroepsactiviteit

Hoe is de situatie nu? Ongeveer 70 procent van de loontrekkende Belgen krijgt een aanvullend pensioen via zijn werkgever. Er bestaan hiervoor twee systemen: de groepsverzekering en het bedrijfspensioenfonds. In welk systeem je terechtkomt is een keuze van de werkgever.

De wettelijke regeling is voor beide systemen hetzelfde. Het verschil zit ‘m in de manier waarop het aanvullend pensioen wordt opgebouwd. Zoals de naam het zegt, wordt het beheer van een groepsverzekering toevertrouwd aan een verzekeringsmaatschappij. Een pensioenfonds wordt opgericht en beheerd door het bedrijf, een groep bedrijven of een sector.

Op dit moment moeten beide systemen een rendement garanderen van minstens 1,75procent per jaar. Het rendement kan hoger uitvallen als de beleggingsresultaten meevallen. Maar met de huidige lage rente, is het al geen sinecure om een jaarrendement van 1,75procent te halen.

Als werknemer heb je geen impact op de kosten die worden aangerekend. Doorgaans gaat het om 2procent instapkosten (telkens er een storting wordt gedaan) en 2procent beheerkosten (élk jaar op het bijeen gespaarde bedrag).

Bij de start – bij elke storting – krijg je een fiscaal voordeel (zie tabel). Aan de finish – als je met pensioen gaat – staat de fiscus jou weer op te wachten, om óók zijn bijdrage te innen van het bijeen gespaarde aanvullend pensioen. Je bent dan vier soorten belasting verschuldigd:

- een bedrijfsvoorheffing van 10,09 à 20,19 procent (afhankelijk van de leeftijd waarop je met pensioen gaat)

- een sociale zekerheidsbijdrage van 3,55 procent

- een solidariteitsbijdrage van 0 à 2 procent (afhankelijk van het uitgekeerde bedrag)

- gemeentebelastingen van 0 à 9 procent (afhankelijk van de gemeente waar je woont)

Iedereen krijgt graag een loonsverhoging. Als je de mogelijkheid krijgt om een loonsverhoging te ontvangen via een storting in een groepsverzekering of een bedrijfspensioenfonds, moet je dat zeker overwegen. Op langere termijn is dat zeker voordeliger.

Veronderstel dat jouw baas jou een bijkomende vergoeding van 2.500 euro per jaar wil geven.

Als hij die 2.500 euro simpelweg toevoegt aan je brutoloon, wordt daarop een sociale zekerheidsbijdrage van 13,07 procent ingehouden (326,75 euro) én de bedrijfsvoorheffing (een voorafbetaling van jouw personenbelasting). Van die 2.500 euro bruto ontvang jij dan 1.750,60 euro netto op jouw rekening.

Als jouw baas die 2.500 euro in een groepsverzekering stort, ontvang jij niéts op je rekening. Maar er wordt wel een groter bedrag opzij gezet voor jouw pensioen: 2.125,13 euro in de plaats van 1.750,60 euro (zie tabel). Die 2.125,13 euro zal bovendien doorheen de jaren nog aangroeien.

Jouw baas zal zeker niet weigerachtig staan tegenover een storting in een groepsverzekering. Ook voor hem is het interessanter. Aan jou 2.500 euro bijkomend loon uitkeren, kost hem 3.200 euro (+ 28 procent werkgeversbijdrage voor de sociale zekerheid). Een storting van 2.500 euro in een groepsverzekering kost de werkgever 2.831,50 euro.

2.500 euro als loon of als groepsverzekering Beeld rv
2.500 euro als loon of als groepsverzekeringBeeld rv

(*) Het nettovoordeel voor de werknemer groeit nog verder aan door het kapitaliseren van de stortingen aan een rentevoet.

De derde pijler: individueel pensioensparen met fiscaal voordeel

Bij individueel pensioensparen heb je de keuze tussen een pensioenspaarfonds en een pensioenspaarverzekering. De wettelijke regeling is voor beide systemen hetzelfde. Er kan wel een aanzienlijk verschil zijn qua rendement en qua kosten.

Bij een pensioenspaarverzekering krijg je een vast rendement, dat eventueel aangevuld kan worden met een winstdeelname. Het vast rendement bedraagt vandaag doorgaans 0,50 procent.

Bij een pensioenspaarfonds is er geen enkele garantie op het rendement. Dat komt doordat fondsen doorgaans méér beleggen in aandelen, waardoor het rendement van jaar tot jaar fors kan schommelen. De afgelopen tien jaar haalden de pensioenfondsen wel een gemiddeld jaarlijks rendement tussen 3,17 en 6,41 procent.

Er is ook een verschil qua belastingen. Bij een pensioenspaarverzekering word je belast op het reële bedrag dat je bijeen hebt gespaard. Bij een pensioenspaarfonds word je belast op een fictief jaarlijks rendement van 4,75 procent. Als jouw pensioenfonds béter heeft gepresteerd dan 4,75 procent per jaar, ontvang je dus een deel van het rendement belastingvrij. Maar als jouw fonds niét aan een jaarlijks rendement van 4,75 procent komt, betaal je reële belastingen op een fictief rendement…

Op de beheerkosten die jou worden aangerekend, heb je geen vat. Bij een pensioenspaarfonds heb je ook geen vat op de instapkosten, al kan je natuurlijk wel opteren voor een fonds met lagere instapkosten.

Bij een pensioenspaarverzekering variëren de instapkosten tussen 0,50 en 7 procent. Niets belet jou daarover te onderhandelen. Als je een pensioenspaarverzekering wil openen, loont onderhandelen zeker de moeite.

Tabel individueel pensioensparen Beeld rv
Tabel individueel pensioensparenBeeld rv

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234