ReizenTips
25 onvergetelijke reiservaringen, deel 1: must-sees in Europa en Afrika
Nu ons land zich gewillig door een grijs en lekkend wolkendek laat omhelzen, is dit het uitgelezen moment om nieuwe reizen te plannen. Verspreid over drie afleveringen en gaande van het Hoge Noorden tot de droogste woestijn: 25 plekken op aarde waar u geweest moet zijn.
Wat zijn 25 belevenissen die je als reiziger móét ervaren hebben? Dat is de schijnbaar simpele, maar bij nader inzien toch behoorlijk moeilijke vraag die we hebben voorgelegd aan een vijfkoppige jury van ervaren reizigers uit alle (of toch bijna alle) hoeken van de wereld: Pico Iyer, de Britse auteur van veelgelezen reisboeken als The Art of Stillness: Adventures in Going Nowhere; Aatish Taseer, een Pakistaans-Amerikaanse journalist die onder andere voor The New York Times schrijft; de Japanse architecte Toshiko Mori; David Zilber, een Canadese topchef en voedingswetenschapper; en tot slot Victoria Sambunaris, de gevierde landschapsfotografe die al decennialang de Verenigde Staten rondreist om alle facetten van het gigantische, veelzijdige land of the free in beeld te brengen. Vijf experts in sterk uiteenlopende vakgebieden, vijf verschillende wereldvisies en levensfilosofieën, één gedeelde passie: reizen, overal, op welke manier dan ook.
Hebben de juryleden alle bestemmingen die de lijst haalden ook effectief bezocht? Nee, al gaf de vraag ‘Kun je iets zinnigs vertellen over een plek waar je nooit zelf bent geweest?’ aanleiding tot een interessant debat. Toshiko Mori droomde er bijvoorbeeld al jaren van om Yakushima te bezoeken, het sprookjesachtige Japanse eiland dat ze had leren kennen in de graphic novel Princess Mononoke van de legendarische mangakunstenaar Hayao Miyazaki, maar uiteindelijk besloot ze het paradijs uit haar dromen nooit te zullen bezoeken én om het zelfs geen plaatsje te gunnen in onze lijst: “Ik ben bang dat de realiteit een bittere teleurstelling wordt die mijn perfecte fantasie, en die van zoveel andere mensen, aan diggelen slaat.” Andere juryleden maakten net de omgekeerde redenering en hielden vast aan bestemmingen waar ze nooit eerder waren geweest, “als ode aan de kracht van de menselijke verbeelding, die net zo goed een essentieel ingrediënt van elke onvergetelijke reis vormt.”
Andere twijfels die meermaals terugkeerden: is deze ervaring wel speciaal genoeg? Is ze niet te moeilijk of net te makkelijk? Moeten we ‘hapklare’ bestemmingen uit deze lijst weren en voluit voor verborgen parels kiezen die het blikveld van de lezers verruimen? Nee, klonk het antwoord op die laatste vraag eensgezind, want ook platgetreden paden kunnen verrassen, zolang je ze maar met open ogen en oren bewandelt, én – het belangrijkst van al – met een open geest.
Opgeklaarde hemel
Een heet hangijzer voor elke wereldreiziger, en dus ook voor ons vijfkoppige panel: veiligheid. Onmiddellijk voer voor een nieuwe discussie, want wat houdt dat precies in, je ‘veilig’ voelen? Waar voor de ene geen vuiltje aan de lucht is, loopt bij de andere het klamme angstzweet in straaltjes langs de rug. De jury kwam algauw tot de conclusie dat iedereen die afweging voor zichzelf dient te maken, aangezien de definitie van een – al dan niet ernstig – risico sterk varieert van persoon tot persoon. Daar komt nog bij dat de huidige situatie van een bepaald land of gebied niet voor eeuwig in steen is gebeiteld: waar vandaag oorlog woedt, kan morgen vrede heersen en omgekeerd. Daarom besloot ons panel om ook bestemmingen met een (sterk) negatief reisadvies een plaats te geven op de definitieve lijst. In de woorden van David Zilber: “We hebben niet het recht om gebieden die momenteel gebukt gaan onder politieke, etnische of religieuze conflicten in de vergeethoek te duwen. Ooit zal de hemel er weer opklaren en dan zullen talloze reizigers zich weer kunnen vergapen aan al het moois dat die plekken te bieden hebben.” We branden alvast een kaars voor Jemen, dat al sinds 2015 wordt geteisterd door een bloedige en in het Westen helaas ‘vergeten’ burgeroorlog; voor Iran, waar de gewelddadige dood van Mahsa Amini tot massale protesten tegen het streng islamitische regime heeft geleid; en voor Ethiopië, waar de Tigray-rebellen recent hebben ingestemd met een (wankel) staakt-het-vuren na jarenlang dood en vernieling te hebben gezaaid. Drie bestemmingen die, ondanks de veiligheidsrisico’s, toch onze definitieve lijst hebben gehaald.
Die lijst is een gevarieerde bloemlezing geworden van 25 opmerkelijke bestemmingen en artistieke, architecturale, culinaire, historische, religieuze… ervaringen, maar het is géén top 25. De reistips van de jury worden gegroepeerd per continent, in willekeurige volgorde: de leden hebben slechts getracht een selectie samen te stellen waarin ieder z’n gading kan vinden en laten waardeoordelen (punten, sterren, rangschikkingen…) graag over aan de lezers van dit artikel. Of je nu beslist om ter plaatse indrukken en ervaringen op te doen met deze pagina’s onder je arm, of vanuit je comfortabele leunstoel op de hort gaat in je eigen hoofd: zij wensen je een prettige, verrijkende, verrassende reis toe.
1. Noorderlicht in Noorwegen
Om de aurora borealis te spotten, moet je op het juiste moment op de juiste plaats zijn én een flinke dosis geluk hebben. De onwaarschijnlijke kleurenshow met dansende golven van geel, roze, paars, groen en alle mogelijke tinten daartussenin die de nachtelijke hemel in een onvoorspelbaar bewegend schilderij veranderen, lijkt misschien een aardige spielerei van Moeder Natuur, maar in feite is het de aarde die zich tegen aanvallen van buitenaf verdedigt: vooral tijdens de wintermaanden vuurt de zon onophoudelijk geladen deeltjes af op onze planeet. Gelukkig hebben we de atmosfeer om ons tegen die brutale bombardementen te beschermen: de zonnedeeltjes botsen met een onbevattelijke snelheid, tot wel 72 miljoen kilometer per uur, op het magnetische veld rond de aarde en spatten als vuurwerkpijlen in een magisch kleurenboeket uit elkaar.
Zoveel oogstrelend (en potentieel winstgevend) natuurgeweld is natuurlijk ook de toeristische sector niet ontgaan: op en rond de poolcirkel – niet enkel in Noorwegen, maar ook in Canada, Alaska en de andere Scandinavische landen – bieden tal van organisaties all-informules aan voor aurorajagers, maaltijden, overnachting, transport én een doorgaans ellendig vroege wake-upcall inbegrepen. Een van de schilderachtigste plekken om het noorderlicht te aanschouwen, zijn de Lofoten, een archipel in het noordwesten van Noorwegen. Eindeloze zandstranden in een grillig decor van scherpe bergtoppen, traditionele rood-groene rorbu (vissershuisjes) die uitkijken over de mistige fjorden die zich loom tussen de bergen slingeren: ook in de zomermaanden zijn de Lofoten een bezoekje meer dan waard, maar tijdens de eindeloze winter – die van november tot april aanhoudt, met rond de jaarwisseling een periode van minstens vijf pikdonkere weken zonder ook maar één straaltje zonlicht – is het de plaats bij uitstek voor liefhebbers van het noorderlicht.
Boek een overnachting in een vintage visserslodge met uitzicht op het noorden (Unstad en Gimsoy zijn prima suggesties), trotseer de ijzige kou op weg naar het stoombad, laat je in het dampend hete water zakken, leg je hoofd achterover en richt je blik ten hemel… En wacht. Je zult wellicht wat geduld moeten oefenen, maar het zal de moeite waard zijn. Beloofd.
2. Op zoek naar islamitisch Spanje in Andalusië
Van de 8ste tot de 11de eeuw groeide het Iberisch Schiereiland onder islamitisch bewind uit tot een van de vooruitstrevendste intellectuele en artistieke gebieden ter wereld. Vandaag mag vooral de Zuid-Spaanse regio Andalusië zich de fiere erfgenaam van Al-Andalus noemen, zoals het islamitische Spanje toentertijd heette. Van de prachtige geometrische friezen die de gevels van het Alcázar-paleis in Sevilla sieren over de Arabische ritmes en instrumenten in de flamencomuziek tot de betoverende rood-witte bogen van de Mezquita-kathedraal in Córdoba: alles in Andalusië ademt de grandeur van een rijk cultureel verleden. En dan mogen we natuurlijk het Alhambra in Granada niet vergeten, met zijn imposante muqarna’s – plafonds met complex honingraatmotief – en sprookjesachtige tuinen een van de kroonjuwelen van de islamitische architectuur. Het Moorse bolwerk overleefde de reconquista nagenoeg ongeschonden, in tegenstelling tot heel wat andere Arabische bouwwerken elders in Spanje die na de 11de eeuw aan de heroveringsdrang van de katholieke koningen ten prooi vielen.
Net zoals het multiculturele Spanje weer stukje per stukje bij het katholieke Europa werd ingelijfd, werden de Andalusische steden gaandeweg spectaculaire palimpsesten waaruit de bewogen geschiedenis van de regio laag per laag af te lezen valt. Denk maar aan de kathedraal van Sevilla, het grootste gotische gebouw van Europa, dat in de 15de eeuw pardoes boven op de iconische Almahad-moskee werd gezet maar vandaag nog steeds een merkwaardig oosters uitziende kerktoren heeft: de conquistadores vonden de 12de-eeuwse minaret van de moskee zo oogverblindend mooi dat ze het niet over hun katholieke hart konden kregen om haar af te breken. Of aan de eerder vermelde Mezquita-kathedraal, die in de 10de eeuw boven op een moskee werd gebouwd (mezquita is Spaans voor ‘moskee’) die op haar beurt op de fundamenten van een Visigotische basiliek uit de 6de eeuw rust. Onder de adembenemende schoonheid van Andalusië verschuilt zich een weelderige, veelgelaagde geschiedenis die ten voeten uit bewijst dat geen enkele beschaving ooit op zichzelf kan bestaan: in de loop der millennia hebben de meest uiteenlopende culturen elkaar over landsgrenzen en tijdvakken heen beïnvloed en verrijkt. Als 21ste-eeuwse toerist kunnen we alleen maar genieten van die spectaculaire smeltkroes uit het verleden. Of er – wie weet? – misschien ook lessen uit trekken voor het heden en de toekomst.
3. Magisch houtvuur in Spaans Baskenland
Chef-kok Victor Arguinzoniz groeide op in Atxondo, een onooglijk dorpje diep verscholen in de glooiende groene heuvels van Spaans Baskenland. In het bescheiden huisje waar hij als kind woonde, was er gas noch elektriciteit, waardoor de kleine Victor al op jonge leeftijd met de magie van koken in de open haard kennismaakte. Dertig jaar later staat er in Asador Etxebarri, zijn charmante restaurant op een boogscheut van de ouderlijke woonst, een fraaie collectie Michelinsterren op de schouw. Wie in de gezellige gelagzaal met uitzicht op de vallei waar de koeien onbezorgd grazen, plaatsneemt, krijgt ogenblikkelijk het gevoel dat de tijd hier is blijven stilstaan. Schijn bedriegt: de keuken, die is uitgerust met zes houtgestookte en door Arguinzoniz zelf ontworpen grills, is een indrukwekkend staaltje van toptechnologie. Of ‘moderne culinaire alchemie’, zoals de chef het graag noemt.
In de loop der jaren ontwikkelde Arguinzoniz, die nooit een professionele koksopleiding heeft genoten, de perfecte bereidingswijze voor zowat alle mogelijke gerechten. Afhankelijk van wat er op het menu staat – Asador Etxebarri houdt één service per dag, om half twee ’s middags, à la carte eten is er niet mogelijk – kiest hij de meest geschikte houtsoort uit met de toewijding en expertise van een ervaren sommelier: steeneik voor delicate schaaldieren en vis, bijvoorbeeld. Het eindresultaat dat de houtspecialist op tafel tovert, bestaat onveranderlijk uit vijftien (!) gangen die als een culinaire symfonie het verhemelte bespelen, gestaag opbouwend naar de climax: gerookte geitenboter met truffels uit de Périgord worden gevolgd door gezouten ansjovis op geroosterd huisgebakken brood; dan een biefstuk, binnenin perfect saignant ondanks de knisperige zwarte korst, als dessert roomijs op basis van gerookte melk met een toets van gegrilde rode biet… Voor wie zich, lijnrecht tegen de tijdgeest in, even niet om wereldse zaken als roetdeeltjes en CO2-uitstoot wil bekommeren, is Asador Etxebarri een tongstrelend eerbetoon aan het magische samenspel van hout, rook en vlammen.
4. Het Kretenzische mekka van de ambachtelijke keuken
Vanuit de lederstad Chania in het westen van Kreta slingert een bochtige weg zich door de Lefka Ori, een desolaat maar indrukwekkend berglandschap. Drie kwartier rijden brengt je via de prachtige Therrisoskloof in Drakona, het Kretenzische mekka van de traditionele, ambachtelijke keuken. De vermoeidheid die je na een hobbelige kronkelrit vol haarspeldbochten voelt, valt van je schouders wanneer je op het terras van taverne Ntounias plaatsneemt, met een spectaculair uitzicht op de vallei.
Eigenaar Stelios Trilyrakis en zijn vrouw Evmorfili vergasten je op een mediterraans warm onthaal, maar je eet wat de pot schaft en dat hangt af van de oogst en de inspiratie van de dag. Trilyrakis is immers niet enkel de eigenaar en chef-kok van Ntounias, maar ook de biologische tuinier, en de herder-beenhouwer die zijn dieren vredevol laat opgroeien. Zo kun je de ene dag een heerlijke horiatiki voorgeschoteld krijgen, een traditionele Kretenzische salade met huisgebakken brood en verse roomboter; de volgende dag staat er misschien een stoofpot van geit op het menu, met gevulde groenten en aardappelen die urenlang in huisgemaakte olijfolie hebben gesudderd. Wat er ook op tafel komt, het is overheerlijk, en je drinkt er een glaasje huiswijn bij afkomstig van Trilyrakis’ eigen druivenstokken. Want ja, ook zijn wijn maakt hij gewoon zelf.
Na de maaltijd leidt de chef je rond op zijn domein, waar hij met nauwelijks verholen trots zijn ambachtelijke keuken met houtvuur toont, zijn idyllische maar hoogst efficiënte boerderij en zijn bijenkorven. Wanneer je in zijn kielzog langs de bergwand kuiert, denkt de immer enthousiaste gastheer luidop na over wat hij ’s anderendaags voor zijn gasten zou kunnen klaarmaken. Het water loopt je in de mond en je denkt: goh, misschien moet ik die lastige rit door de bergen morgen nog eens opnieuw maken?
5. Twee continenten en acht tijdzones langs de trans-Siberische spoorlijn
Het spreekt voor zich dat het Russische toerisme sinds 24 februari 2022, de dag waarop Vladimir Poetin besloot Oekraïne binnen te vallen, op apegapen ligt: het is vrijwel onmogelijk geworden om het grootste land ter wereld nog te bezoeken. In betere tijden was een wekenlange reis langs de zich over 9.289 kilometer uitstrekkende trans-Siberische spoorlijn een onvergetelijke ervaring. Dat hebben we vooral te danken aan tsaar Alexander III, die in de jaren 90 van de 19de eeuw beval dat de twee uiteinden van zijn gigantische rijk – Moskou en Vladivostok – met elkaar verbonden dienden te worden.
Wie ervoor kiest nergens af te stappen, kan de trip van west naar oost in amper zeven dagen voltooien, maar een beetje toerist laat al het fraais dat twee continenten en acht tijdzones te bieden hebben niet zomaar onbezocht langs het treinraampje voorbijrazen. De strakke, sombere sovjetarchitectuur van Jekaterinenburg, de op drie na grootste Russische stad, is bijvoorbeeld een tussenstop waard, of Irkoetsk, vanwaaruit je het Baikalmeer kunt bezoeken: Unesco-werelderfgoed en het oudste én diepste zoetwatermeer ter wereld. Reizigers die zich volledig in een mengelmoes van culturen willen onderdompelen, kunnen halverwege de trans-Siberische op de trans-Mongolische spoorlijn overstappen, die vanuit Ulan Ude via de Mongoolse hoofdstad Ulaanbaatar dwars door de Gobiwoestijn naar Peking dendert.
6. Kerstnacht in Addis Abeba, Ethiopië
In de westerse wereld is Kerstmis vooral een hoogmis van de commercie geworden: je kunt je amper op straat begeven of je wordt om de oren geslagen met vrolijk flikkerende kerstreclames, overdadig beslingerde en bebalde dennenbomen en een horde ingehuurde kerstmannen met een eindeloze sliert hyperactieve elfjes in hun zog – en dan zwijgen we nog over de zeemzoete klingelliedjes die onze oren elk jaar opnieuw teisteren. Niets van dat alles in Ethiopië, waar de geboortedag van Jezus zijn oorspronkelijke spirituele betekenis heeft bewaard. Hier geen opbod van cadeautjes onder de kerstboom, maar een betekenisvol samenzijn opgeluisterd door zacht kaarslicht en stemmige gezangen. Ondanks een bewogen religieuze geschiedenis met extremistische aanslagen op kerken die diepe littekens hebben geslagen, zijn de meeste Ethiopiërs devote christenen.
Genna, zoals zij kerstmis noemen, valt hier niet op 25 december, maar wordt volgens de Ethiopische zonnekalender op 7 januari gevierd. De feestdag begint de avond voordien, als de gelovigen bij zonsondergang massaal de straten in trekken. Het anders zo bruisende, om niet te zeggen verpletterend drukke Addis Abeba wordt in een oase van rust herschapen wanneer duizenden in witte netela’s (traditionele katoenen gewaden) gehulde mannen, vrouwen en kinderen zich in een stille optocht naar de kerk begeven. De enige geluiden die in de straten weerklinken, zijn het bedeesde geschuifel van sandalen en het ingetogen geprevel van de Ethiopiërs die elkaar Melkam Genna – een zalige kerst – toewensen. Velen van hen bidden de hele nacht door terwijl ze, kaars in de hand, van kerk naar kerk wandelen om er hun geloof te belijden.
De Medhane Alem-kathedraal met zijn indrukwekkende appelblauwzeegroene koepels en de kathedraal van de Heilige Drievuldigheid, waar keizer Haile Selassie (1892-1975) in een luisterrijk decor van magistrale muurschilderingen en veelkleurige glasramen begraven ligt, zijn twee van de oudste en fraaiste kerken op het Afrikaanse continent, en van 6 op 7 januari zijn ze de hele nacht lang tot de nok gevuld. Tijdens die heilige nacht richt een natie die al decennialang wordt gekweld door oorlogen en hongersnoden haar blik eensgezind tot God, en bidt ze voor een betere toekomst. Toeristen die in stilte mee willen bidden, zijn welkom; selfiesticks en aanstellerige Instagram-poses worden zeer terecht op – evenzeer stille – afkeuring onthaald.
7. Zeldzame zeezoogdieren in Mozambique
Zeekoe, zeekameel of zelfs zeevarken: de koosnaampjes waarmee de doejong wordt bedacht, zijn niet bepaald charmant te noemen. Maar voor duikfanaten zijn de merkwaardige – en jammer genoeg met uitsterven bedreigde – dieren onveranderlijk een hoogtepunt. Áls ze er eentje te zien krijgen, natuurlijk, want de doejong is een erg verlegen dier dat niet bijzonder tuk is op menselijk gezelschap en zich haast nooit in grote groepen ophoudt: ze laten zich meestal eenzaam door het water drijven, of hoogstens per twee, en maken zich bij het minste teken van onraad razendsnel uit de vinnen. Zien doen ze amper, maar hun gehoor is erg scherp, waardoor enkel stille, behoedzame duikers een kans maken om een doejong te spotten.
In de beschermde wateren van Bazaruto in het zuiden van Mozambique zwemmen nog zo’n tweehonderd exemplaren rond, wat van het nationaal park de grootste overblijvende doejongkolonie langs de Oost-Afrikaanse kust maakt. Zelfs als geen enkele doejong zich aan jou wil vertonen, is een duik in de ondiepe maar kristalheldere wateren van Bazaruto meer dan de moeite waard: het beroemde Two Mile-koraalrif verkeert in uitstekende staat en staat garant voor een – de naam zegt het zelf – 2 mijl ofwel 3,2 kilometer lange ontdekkingstocht vol duizelingwekkende kleurenpracht. Zelfs de trip naar het schiereiland is een belevenis op zich. Je landt in de internationale luchthaven van Vilankulo, om van daaruit met de helikopter naar Bazaruto te vliegen of de oversteek te maken per dhow, een traditioneel Arabisch zeilschip. Weet je niet wat te kiezen? Maak je geen zorgen: in beide gevallen mag je spectaculaire vergezichten verwachten, al maken dhow-reizigers nét iets meer kans om onderweg begroet te worden door een doejong in een zeldzame sociale bui.
8. Woestijn en oases in de Marokkaanse Draa-vallei
In prekoloniaal Marokko vormde het Atlasgebergte de scheidslijn tussen de Bilad el-Makhzen – het grondgebied van de alawitische sultans – en de Bilad el-Siba ofte ‘het land van de anarchie’. Vandaag loopt langs die historische grens een panoramische autoroute dwars door de Atlas naar de vallei van de Draa, een rivier die kronkelend de grens met Algerije volgt. Vanuit Marrakech rij je door een desolaat niemandsland waarboven slechts hier en daar een eenzame minaret uittorent naar Ouarzazate, de ‘poort naar de woestijn’ waar de eerste uitlopers van de Sahara het landschap beginnen te bepalen.
De reis gaat verder via M’Hamid El Ghizlane, waar de muren van aangestampte aarde en de imposante geometrische balustrades een Berbers verleden verraden, tot je finaal je bestemming bereikt: de Draa-vallei, die je na honderden kilometers te midden van kale bergen en zandvlaktes verrast met een explosie van kleurenpracht. Het grauwe grijsbruin van de bergen gaat over in een caleidoscopisch spectrum van oker, kastanje en smaragdgroen om vervolgens af te dalen naar bloeiende oases met blauwe waaierpalmen, uitgestrekte olijfgaarden, wuivende gouden gerstvelden en imposante kashba’s (stadsomwallingen) opgetrokken uit zongebakken adobe.
Deze grensregio, die ooit een bruisend handelscentrum was, draagt nog steeds de sporen van haar rijke multiculturele geschiedenis. Zo werd het stadje Tissint meer dan vierduizend jaar geleden gesticht door de Berbers om er specerijen te verhandelen (tissint is het Berberse woord voor ‘zout’) terwijl Akka, enkele kilometers verderop, oorspronkelijk een Joodse nederzetting was. Hier en daar zijn nog restanten van de kleine huisjes waarin de Joodse handelaars en zilversmeden woonden te zien: eenvoudige bouwsels uit pleister en moddersteen, maar sommige staan na twintig (!) eeuwen nog steeds fier overeind. De weg tussen beide stadjes is omzoomd door heerlijk geurende dadelpalmen die in de 7de eeuw door de Arabieren werden aangeplant. Om maar te zeggen: Marokko is veel meer dan het hypertoeristische Marrakech alleen. De reus Atlas droeg de wereld op z’n schouders; aan de voet van het Atlasgebergte ligt een verrassend rijke en diverse wereld op u te wachten.
Volgende week: reistips voor het Midden-Oosten en Azië