Zaterdag 03/06/2023

ReportageTurkije

Op de begraafplaats in het Turkse Antakya: ‘Ik hoop dat geen moeder ooit de pijn voelt die ik nu voel’

Een vrouw omhelst het graf van een familielid op een begraafplaats in Antakya. Ze heeft er haar zoon, schoondochter en hun driejarige zoon begraven. Beeld NurPhoto via Getty Images
Een vrouw omhelst het graf van een familielid op een begraafplaats in Antakya. Ze heeft er haar zoon, schoondochter en hun driejarige zoon begraven.Beeld NurPhoto via Getty Images

Op de begraafplaats in het Turkse Antakya is het een komen en gaan van rouwende families. Er is niet genoeg ruimte om alle doden te bergen. Daarom is er naast de snelweg provisorisch een nieuwe begraafplaats aangelegd.

Ingrid Woudwijk

“Ah mijn kind, ah mijn kleine!” In trance en totaal overgenomen door verdriet zwerft een vrouw over de begraafplaats. Eenmaal bij het graf valt ze op haar knieën. “Allahhh!” Er is nog geen gedenksteen, dus knuffelt ze het stuk hout met daaromheen een sjaaltje. Daarna kust ze de aarde en smeert die uit over haar kleding. Ze heeft hier haar zoon Mehmet Kar, schoondochter Ayşe en hun driejarige zoon Mihraç begraven.

De enige overlevende van het gezin Kar is de kleine Sebahat, die niet meer zeker weet of ze nu vier of vijf jaar oud is. Ze verbleef maandagnacht vorige week bij haar oom Sabri en andere grootmoeder, die ook Sebahat heet. Dat heeft haar leven gered. In haar roze jas dartelt ze vrolijk rond, ze heeft nog niet door wat er gebeurd is. “Je ouders zijn in de hemel, daar bidden ze voor je”, zegt oma Sebahat.

‘Ik hoop dat geen moeder ooit de pijn voelt die ik nu voel’

Tien dagen geleden verkocht Ayşe nog verse sinaasappel- en granaat­appel­sap in haar kraam op de bazaar van Antakya. Nu kan Sebahat Kar alleen maar bidden voor haar schoondochter. Ze zei nog zondagavond vorige week dat Ayşe, Mehmet en Mihraç ook wel bij haar konden blijven slapen. Maar dat deden ze niet, alleen Sebahat bleef bij haar oma die nacht. “Ik hoop dat geen moeder ooit de pijn voelt die ik nu voel.”

Afwisselend klinkt er gehuil, een gebed en geschreeuw op de begraafplaats in Antakya. Op verschillende plekken wordt gegraven, terwijl meer lijkwagens en meer imams arriveren. Soldaten houden de wacht bij de ingang. De vredige laatste rustplaats is een komen en gaan van rouwende families.

Zo is er het gezin met vier dochters. Ze komen met hun eigen auto: de weduwe, vier dochters en het lichaam van de vader in de kofferbak. De 45-jarige man werd uit zijn ingestorte huis gehaald en omgeven door familie begraven. Als de rest allang weg is, zitten de dochters nog rondom het graf.

Door het vreselijk hoge aantal doden in Antakya is deze begraafplaats niet meer groot genoeg. Net buiten de stad is daarom een nieuwe, grotere plek aangelegd. Het is niet veel meer dan een omgeploegd stuk land naast de snelweg, waar shovels het ene na het andere gat graven. De plek is pas in gebruik, nu staan er al honderden paaltjes naast hopen modder.

Tientallen lijkzakken liggen te wachten

Er is minder tijd voor een intiem afscheid, er liggen tientallen lijkzakken te wachten. De meesten in zwart plastic, sommige lichamen zijn in kleurrijke dekens gewikkeld. Voor de autopsie en identificatie wordt de zak even opengeritst en krijgen de doden een gezicht. Sommige families kiezen er ook voor om hun naasten ergens anders te begraven en laden het lichaam na de autopsie in hun pick-uptruck.

Deze massabegraafplaats is in drie stukken opgedeeld. Ongeveer de helft is voor Turken die geïdentificeerd konden worden. Daarnaast is een apart stukje grond voor Syriërs, er wonen namelijk veel vluchtelingen in het gebied. Het treurigste is het gedeelte helemaal achterin: voor de doden die niet geïdentificeerd konden worden of niemand meer hebben.

Dodental stijgt tot boven de 40.000

Het dodental na de verwoestende aardbevingen in Turkije en Syrië is gestegen tot boven de 40.000. Dat blijkt uit een laatste officiële balans.

Alleen in Turkije kwamen 35.418 mensen om het leven, zo citeerde het Turkse staatspersbureau Anadolu president Recep Tayyip Erdogan. Vanuit Syrië kwam de melding van zeker 5.900 doden.

De vrees is dat er nog duizenden dodelijke slachtoffers bij komen. Volgens schattingen van de Verenigde Naties zal het aantal doden mogelijk uitkomen boven de 50.000. Dat hulpverleners nog overlevenden vinden, wordt steeds onwaarschijnlijker. Toch worden nog altijd mensen levend vanonder het puin gehaald.

De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft de aardbevingen intussen bestempeld als de ergste natuurramp in de Europese WHO-regio in de laatste honderd jaar. Zo’n 26 miljoen mensen in Turkije en Syrië hebben nood aan humanitaire ondersteuning, zei onze landgenoot en regionaal WHO-directeur voor Europa Hans Kluge op een online-persconferentie.

De lichamen worden niet gewassen, zoals dat normaal met een islamitische begrafenis gebeurt. Wel zijn er tientallen ambtenaren aanwezig van de Diyanet, het religieuze staatsorgaan. Ze spreken een laatste zegen uit over de doden.

Ook op de begraafplaats van de familie Kar zijn imams uit het hele land gekomen. Zoals Mehmet Akkas uit Ankara. “We proberen de families te ondersteunen, maar er valt niet veel te zeggen omdat de pijn zo intens is”, zegt hij. Ook leiden ze de korte begrafenisceremonies. “We luisteren, we bidden, houden hun handen vast en laten ze weten dat we hier voor hen zijn.”

Bidden en samenzijn, zo probeert ook de familie Kar de tijd door te komen. Het grote verlies moeten ze ook nog eens onder schrijnende omstandigheden verwerken. “We wonen buiten. Er is geen tent, helemaal niks”, zegt Sebahat senior.

Ze zijn van plan Antakya voor een paar dagen te verlaten, om uit te rusten, zegt oom Sabri Kar. “Elke dag zien we de dode lichamen. Mentaal kunnen we het niet meer aan. Er is geen water, we kunnen onszelf niet wassen en er is geen elektriciteit.” Hij houdt de kleine Sebahat in zijn armen en geeft haar een kus. “Zij is onze enige hoop.”

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234